Hoofdstuk 31
De eindvisie
VI. Het herkennen van de geest
1. Je ziet het vlees of herkent de geest. Er is geen compromis tussen de twee. Als het een werkelijk is moet het ander vals zijn, want wat werkelijk is ontkent zijn tegendeel. Binnen visie is er geen andere keus dan deze. Wat jij hierin beslist, bepaalt al wat je ziet, werkelijk acht, en voor waar houdt. Op deze ene keuze berust heel je wereld, want hier heb je vastgelegd wat jij bent: vlees of geest naar je eigen overtuiging. Als je vlees kiest, zul je nooit aan het lichaam ontsnappen als je eigen realiteit, want jij hebt besloten dat je het zo wilt. Kies echter de geest, en heel de Hemel buigt zich om je ogen aan te raken en je heilig zicht te zegenen, opdat je de wereld van het vlees niet meer zou zien behalve om te genezen, te troosten en te zegenen.
Alles wat we als werkelijk ervaren komt neer op deze ene keuze: kies ik om het vlees te zien of de geest te herkennen? Als we naar onze broeder kijken, kiezen we er dan voor om zijn lichaam als werkelijk te beschouwen? Of kiezen we de uitstraling en heiligheid van de geest als zijn werkelijkheid te erkennen? Waarschijnlijk waren we ons tot nu toe niet bewust van deze keuze, maar alles hangt ervan af, niet alleen wat we in de wereld zien, maar ook wat we zien als onszelf. Wanneer we vlees kiezen, hebben we beslist dat vlees onze werkelijkheid is, dat we de gevangene zijn van hoe ons lichaam eruit ziet, wat het doet, hoe gezond of ziek het is, enzovoort. We zijn alléén met ons lichaam, opgesloten in zijn kleine doos. Maar als we de geest kiezen, zijn we niet langer alleen. Dan reikt de Hemel naar ons uit en opent onze spirituele ogen. En we zullen zo opgaan in deze glorieuze toestand dat we geen aandacht meer schenken aan de wereld van lichamen — 'behalve om te genezen, te troosten en te zegenen'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Verlossen is ongedaan maken. Als je ervoor kiest het lichaam te zien, dan kijk je naar een wereld van afscheiding, van dingen zonder verband, en gebeurtenissen zonder enige zin. De een verschijnt en verdwijnt in de dood; de ander is gedoemd tot lijden en verlies. En niemand is precies zoals hij was het ogenblik daarvoor, noch zal hij een ogenblik later dezelfde zijn als nu. Wie kan vertrouwen hebben wanneer hij zoveel verandering ziet, want wie is dat waard als hij niets is dan stof? Verlossing maakt dit alles ongedaan. Bestendigheid dient zich immers aan in het zicht van hen wier ogen door verlossing zijn bevrijd van het kijken naar de prijs voor het behouden van schuld, omdat zij in plaats daarvan ervoor kozen die los te laten.
Als we om ons heen kijken zien we precies wat deze alinea beschrijft. We zien een verzameling afgescheiden, afzonderlijke lichamen, verstrikt in zinloze gebeurtenissen. De ene persoon verdwijnt plotseling — hij overlijdt onverwachts — de andere is veroordeeld tot een leven van ziekte en pijn. Wat heeft dat voor zin? Hoe kunnen we vertrouwen hebben in een wereld waarin alles voortdurend verandert en verdwijnt? We zien een martelkamer waarin iedereen betaalt voor zijn schuld. Maar we zien die alleen omdat we ervoor gekozen hebben om naar de gevolgen van het vasthouden aan schuld te kijken. Als we de keuze maken om schuld los te laten zullen we een volkomen andere wereld zien, een wereld van bestendigheid.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Verlossing vraagt niet dat je de geest aanschouwt en het lichaam niet ziet. Ze vraagt alleen dat dit jouw keuze zou zijn. Want het lichaam kun jij zonder hulp zien, maar je begrijpt niet hoe jij een wereld kunt aanschouwen die daar los van staat. Verlossing zal jouw wereld ongedaan maken, en je een andere wereld tonen die jouw ogen nooit zouden kunnen vinden. Bekommer je er niet om hoe dit ooit zou kunnen. Jij begrijpt niet eens hoe wat je ziet voor je ogen is ontstaan. Want begreep je dat wel, dan zou het verdwenen zijn. De sluier der onwetendheid is over het kwade en het goede neergelaten, en men moet er doorheen gaan opdat beide verdwijnen, en de waarneming geen schuilplaats meer vindt. Hoe wordt dit gedaan? Het wordt helemaal niet gedaan. Wat zou er in het universum dat God geschapen heeft, kunnen bestaan dat nog gedaan moet worden?
Elke keer wanneer Jezus spreekt over het zien van de geest, zegt een stemmetje in ons: 'Maar hoe? Hoe doe ik dat?' Deze alinea stelt ons gerust. 'Bekommer je er niet om hoe dit ooit zou kunnen', zegt Jezus. We weten tenslotte niet eens hoe we naar de wereld moeten kijken die pal voor ons ligt. Het enige waar we ons om hoeven te bekommeren is onze keuze. Als we ervoor kiezen om de geest te aanschouwen, zal de wereld die we nu waarnemen ongedaan worden gemaakt en zal het zien van de werkelijke wereld ons gegeven worden. 'Hoe wordt dit gedaan?' Het antwoord luidt: God heeft het al gedaan. Nu hebben we geen excuses meer. Er is niets dat ons tegenhoudt. We hebben de macht om keuzes te maken, en dus om deze keuze te maken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Alleen in je arrogantie zou jij je kunnen indenken dat jij de weg naar de Hemel moet effenen. Het middel is jou gegeven waarmee je de wereld kunt zien die de wereld die jij gemaakt hebt zal vervangen. Jouw wil geschiede! In de Hemel als op aarde is dit voor eeuwig waar. Het maakt niet uit waar jij gelooft dat je bent, noch wat jij denkt dat de waarheid omtrent jouzelf werkelijk moet zijn. Het maakt geen verschil waarnaar je kijkt, noch wat je verkiest te voelen, te denken of te wensen. God Zelf heeft gezegd: ‘Jouw wil geschiede.’ En dienovereenkomstig geschiedt het je ook.
Het is verbazingwekkend hoeveel conventionele ideeën deze korte paragraaf op hun kop zet. Wij denken dat we de weg naar de Hemel op de een of andere manier moeten effenen; dat we iets moeten doen om de Hemel te verdienen. Dit lijkt voort te komen uit bescheidenheid, maar in feite is het arrogant. We hoeven namelijk alleen maar ons eigen kleine deel te doen. We hoeven alleen maar een keuze te maken, maar we betwijfelen of dat genoeg is. Jezus zegt echter: 'Jouw wil is al geschied'. Dit leidt ons naar een opmerkelijke omkering van het Onze Vader. Traditiegetrouw bidden we: 'Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, op aarde zoals in de Hemel'. Daarmee geven we uitdrukking aan onze hoop dat Gods Wil in de wereld zal worden vervuld zoals dat in de Hemel gebeurt. Maar nu keert Jezus dat om. Hij laat God in deze alinea tot ons spreken — en God spreekt over het geschieden van onze wil, in de Hemel zoals op aarde: een omkering van de traditionele volgorde. En Zijn woorden drukken geen hoop uit, maar de erkenning van wat altijd waar is geweest.
Toepassing : Stel jezelf de vraag die misschien al eerder bij je op is gekomen: 'Als ik ervoor kies om de geest te aanschouwen, hoe kan ik dan weten dat mijn keuze het verlangde resultaat zal hebben?'
Hoor God dan tegen je zeggen:
Jouw wil geschiede, [naam].
In de Hemel als op aarde is dit voor eeuwig waar.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Jij, die gelooft dat je ervoor kunt kiezen de Zoon van God te zien zoals jij hem hebben wilt, vergeet niet dat geen enkel concept van jouzelf zal standhouden tegenover de waarheid van wat jij bent. De waarheid ongedaan maken zou onmogelijk zijn. Maar concepten zijn niet moeilijk te veranderen. Eén visie die duidelijk wordt gezien en niet past in het beeld zoals dit voordien werd waargenomen, zal de wereld veranderen voor ogen die leren zien, omdat het zelfconcept veranderd is.
We zien wat we willen zien, maar de illusies die we verkozen te zien kunnen niet eeuwig standhouden. Uiteindelijk zullen ze plaatsmaken voor de waarheid, inclusief de illusie van onszelf. Uiteindelijk zullen we het beu worden om aan ons valse zelfconcept vast te houden. Onze grip erop zal steeds zwakker worden en tenslotte zullen we het loslaten. En als gevolg daarvan zullen we een nieuwe wereld zien.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Ben jij onkwetsbaar? Dan is de wereld onschadelijk in jouw ogen. Kun jij vergeven? Dan is de wereld vergevingsgezind, want jij hebt haar haar schulden vergeven, en dus kijkt ze naar jou met ogen die als de jouwe zien. Ben jij een lichaam? Dan wordt heel de wereld als verraderlijk gezien, eropuit te doden. Ben jij geest, onsterfelijk, zonder de belofte van vergankelijkheid, en zonder de smet van de zonde op jou? Dan wordt de wereld als stabiel gezien, je vertrouwen ten volle waard, een gelukkig oord om een tijdje te verpozen, waar niets te vrezen, maar alles te beminnen valt. Wie is níet welkom voor de milden van hart? En wat zou de waarlijk onschuldigen kunnen kwetsen?
Ons zelfbeeld bepaalt ons wereldbeeld, want projectie maakt waarneming. Wanneer we ons identificeren met de schuld van het ego en dus met het lichaam, 'dan wordt heel de wereld als verraderlijk gezien, eropuit te doden'. Identificeren we ons daarentegen met de onschuld van Gods Zoon, en dus met de geest die we in werkelijkheid zijn, dan zijn we onkwetsbaar omdat we de werkelijke wereld zien: een 'stabiel en gelukkig oord om een tijdje te verpozen'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Jouw wil geschiede, jij heilig kind van God. Het maakt niet uit of je denkt dat je op aarde of in de Hemel bent. Wat jouw Vader van jou wil kan nooit veranderen. De waarheid in jou blijft even stralend als een ster, even zuiver als het licht en even onschuldig als de liefde zelf. En jij bent het waard dat jouw wil geschiede!
Toepassing : Stel jezelf nogmaals de vraag: 'Is mijn keuze om de geest te aanschouwen voldoende om dit ook werkelijk te laten gebeuren?'
Hoor Jezus dan het volgende antwoorden:
Jouw wil geschiede, [naam].
De waarheid in jou blijft even stralend als een ster,
even zuiver als het licht
en even onschuldig als de liefde zelf.
En jij bent het waard dat jouw wil geschiede!
(Toelichtingen door Robert Perry)