Hoofdstuk 15

Het heilig ogenblik

XI. Kerstmis als het eind van offers

 

1. Wees niet bang in te zien dat het hele idee van offeren uitsluitend jouw maaksel is. En zoek geen veiligheid door te proberen jezelf af te schermen van waar het niet is. Je broeders en je Vader zijn zeer angstaanjagend voor je geworden. En jij zou met hen willen onderhandelen over een paar speciale relaties, waarin je meent enkele restjes veiligheid te zien. Probeer jouw gedachten en de Gedachte die jou gegeven is niet langer gescheiden te houden. Wanneer ze bij elkaar worden gebracht en gezien waar ze zijn, is de keuze ertussen niets meer dan een zacht ontwaken, en even eenvoudig als het openen van je ogen voor het daglicht wanneer je geen behoefte meer hebt aan slaap.

 

Deze alinea bevat vier fasen. In de eerste fase zijn we doodsbang voor de eis om onszelf op te offeren, die door onze broeders en onze Vader op ons wordt afgevuurd. In de tweede fase proberen we deze eis te ontvluchten door ons terug te trekken achter de muren van ons privé-territorium, met slechts enkele speciale personen. Zij hebben ook eisen, maar we krijgen ook iets van hen terug. Het is geven en nemen, wat ons beschermt tegen het eenzijdig nemen door de ander in de eerste fase. In de derde fase realiseren we ons dat de eis om opoffering niet van buiten komt, maar uit onszelf. In de vierde fase heffen we daarom de scheiding op tussen onze gedachte van opoffering en de Gedachte die God ons gegeven heeft: de Heilige Geest. En dan beseffen we dat de keuze tussen deze beide in feite helemaal geen keuze is, maar 'een zacht ontwaken'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Het teken van Kerstmis is een ster, een licht in de duisternis. Zie het niet buiten jezelf, maar stralend in de Hemel van binnen, en neem het aan als het teken dat de tijd van Christus is gekomen. Hij komt en stelt geen eisen. Hij vraagt geen enkel offer, in welke vorm en van wie ook. In Zijn Tegenwoordigheid verliest heel het idee van offeren alle betekenis. Want Hij is de Gastheer van God. En je hoeft slechts Hem binnen te nodigen die daar al is, door in te zien dat Zijn Gast Eén is en dat geen gedachte daar bij Hem verblijven kan die vreemd is aan Zijn Eenzijn. Liefde dient totaal te zijn om Hem welkom te heten, want de Tegenwoordigheid van Heiligheid schept de heiligheid die haar omringt. Geen enkele angst kan de Gastheer beroeren die in de tijd van Christus God wiegt, want de Gastheer is even heilig als de volmaakte Onschuld die Hij beschermt, en wiens macht Hem beschermt.

 

Wij zien de kerstster, die aan de hemel van het oude Palestina schittert, als een bovennatuurlijk teken dat de Messias, de Christus, is gekomen. Hier vraagt Jezus ons echter om deze ster te zien in onze eigen denkgeest; om hem daar te zien schijnen als teken dat Christus in ons geboren is; dat 'de tijd van Christus' in ons is aangebroken. Christus stelt geen eisen en vraagt geen enkel offer. Hij werpt het idee van opoffering en verlies omver, want Hij is gekomen als gastheer van God.

Hoe verwelkomen wij Christus in onszelf? Door in het heilig ogenblik een staat van totale liefde binnen te gaan, en ons te verenigen met de Christus in al onze broeders. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Geef deze Kerstmis de Heilige Geest alles wat jou pijn zou doen. Laat jezelf totaal genezen, opdat jij samen met Hem anderen mag genezen, en laten we samen onze bevrijding vieren door iedereen met ons te bevrijden. Laat niets achter, want bevrijding is totaal, en wanneer jij die samen met mij hebt aanvaard, zul jij die samen met mij schenken. Alle pijn, alle offers en alle kleinheid zullen verdwijnen in onze relatie, die even onschuldig en even machtig is als onze relatie met onze Vader. Pijn zal bij ons worden gebracht en in onze tegenwoordigheid verdwijnen, en zonder pijn kan er geen offer zijn. En zonder offer moet er wel liefde zijn.

 

Wij zijn gewend aan kerstadvertenties die zeggen: 'Geef deze Kerstmis ...' en dan volgt een suggestie om een fantastisch cadeau te kopen voor onze familie en vrienden. Jezus begint deze alinea met dezelfde woorden: 'Geef deze Kerstmis ...' maar hij vervolgt: 'aan de Heilige Geest alles wat jou pijn zou doen'. De ontvanger is de Heilige Geest, niet onze oom, en het cadeau is onze innerlijke ziekte, niet een elektrisch scheerapparaat. De innerlijke ziekte is ons geloof in zonde en schuld en alles wat daaruit voortkomt. Wanneer we dit aan de Heilige Geest geven, zullen we ons met Hem verbinden in Zijn taak om de wereld te genezen. En we zullen ons eveneens met Jezus verbinden, in een relatie die zo onschuldig én machtig is, dat ze de pijn geneest van iedereen die letterlijk of in gedachten — naar ons toe wordt gebracht. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Jij die gelooft dat een offer liefde is, dient te leren dat een offer afscheiding van liefde is. Want een offer brengt schuld mee, zo zeker als liefde vrede brengt. Schuld is de voorwaarde voor een offer, zoals vrede de voorwaarde is voor het bewustzijn van jouw relatie met God. Door schuld sluit jij je Vader en je broeders uit van jezelf. Door vrede vraag je hun weer terug te komen, omdat je beseft dat ze daar zijn waar jouw uitnodiging hun vraagt te zijn. Wat je van jezelf uitsluit lijkt angstwekkend, want je begiftigt het met angst en probeert het te verstoten, ook al maakt het deel uit van jou. Wie kan een deel van zichzelf als weerzinwekkend zien, en in zichzelf in vrede leven? En wie kan het ‘conflict’ tussen Hemel en hel in hem proberen op te lossen door de Hemel te verstoten en er de eigenschappen van de hel aan toe te kennen, zonder zichzelf als incompleet en eenzaam te ervaren?

 

Wij geloven echt dat opoffering liefde is. We demonstreren dit elke dag, wanneer we anderen iets geven met de gedachte: 'Het is moeilijk om dit op te geven (tijd, energie, aandacht, enzovoort) maar dan doe ik iets liefdevols'. Opoffering is echter juist 'afscheiding van liefde', omdat het schuld met zich meebrengt. Als we ons niet schuldig zouden voelen, zouden we weten dat we liefde waard zijn, dat we deze niet hoeven te kopen met offers. We zouden ook weten dat anderen schuldeloos zijn, omdat we alleen onze eigen schuld op hen projecteren. Ook zij hoeven onze liefde niet te kopen met offers, omdat ze liefde waard zijn.

Onze Vader en onze broeders zijn deel van ons. Door onze schuld op hen te projecteren sluiten we hen uit van onszelf. Dat maakt het onmogelijk om in vrede met onszelf te leven en ons compleet en verbonden te voelen. Wanneer we de Heilige Geest uitnodigen om ons te helpen de schuld los te laten, wordt de vrede in ons hersteld en daarmee de heelheid en compleetheid van het Zoonschap.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Zolang je het lichaam als jouw werkelijkheid ziet, zolang zul jij jezelf als eenzaam en misdeeld beschouwen. En zolang zul jij jezelf bovendien als slachtoffer van het offer zien, ertoe gerechtigd anderen te offeren. Want wie zou de Hemel en zijn Schepper van zich af kunnen stoten zonder een gevoel van een offer en verlies? En wie kan lijden onder een offer en verlies zonder een poging te doen zichzelf te herstellen? Maar hoe zou je dit zelf kunnen verwezenlijken, wanneer de basis van jouw pogingen de overtuiging is dat die misdeeldheid werkelijkheid is? Misdeeldheid kweekt aanval, aangezien ze het geloof is dat aanval gerechtvaardigd is. En zolang je aan die misdeeldheid wilt vasthouden, wordt een aanval verlossing en een offer liefde.

 

In onze identificatie met het lichaam geloven we dat we eenzaam zijn omdat anderen ons afwijzen, en voelen we ons misdeeld omdat ze ons niet geven wat we nodig hebben. We ervaren dit als een aanval, en denken dat een tegenaanval gerechtvaardigd is. We geloven ook 'slachtoffer van het offer' te zijn: we krijgen alleen liefde wanneer we onszelf voor anderen opofferen en hebben daarom het recht van anderen te eisen dat ze zich op hun beurt opofferen voor ons. We realiseren ons niet dat ons gevoel van offer en verlies veroorzaakt wordt door ons geloof dat we ons van God hebben afgescheiden. En zolang we deze gevoelens toeschrijven aan anderen en de wereld, 'wordt ren aanval verlossing en een offer liefde'. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Zo komt het dat jij bij al jouw zoeken naar liefde offers zoekt en vindt. Maar liefde vind jij niet. Het is onmogelijk te ontkennen wat liefde is en die desondanks te herkennen. De betekenis van liefde ligt in wat jij buiten je geworpen hebt, en los van jou heeft ze geen betekenis. Het is juist wat je liever behoudt dat geen betekenis heeft, terwijl al wat jij weg wilt houden alle betekenis van het universum bevat, en in zijn betekenis het universum bijeenhoudt. Als het universum niet in jou verbonden was, zou het losstaan van God, en zonder Hem zijn is zonder betekenis zijn.

 

We zien de opoffering van anderen als een bewijs van hun liefde voor ons. Maar desondanks voelen we ons niet werkelijk geliefd. Daar is een eenvoudige reden voor: opoffering is geen liefde. Offers zijn geen uitingen van liefde maar van schuld. De werkelijke betekenis van liefde ligt in onze Vader en broeders, die we van ons af hebben geduwd. Wat we gehouden hebben  het ego heeft geen enkele betekenis. Werkelijke liefde ligt in onze denkgeest, waar onze Vader en onze broeders voor eeuwig met ons samenzijn.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. In het heilig ogenblik is aan de voorwaarde voor liefde voldaan, want denkgeesten zijn verbonden zonder dat het lichaam dat belemmert, en daar waar communicatie is, is vrede. De Vredevorst werd geboren om de voorwaarde voor liefde opnieuw te vestigen door te onderwijzen dat de communicatie ononderbroken blijft ook al is het lichaam vernietigd, mits je het lichaam niet als het noodzakelijk middel tot communicatie ziet. En als je deze les begrijpt, zul je inzien dat het lichaam offeren wil zeggen niets offeren, en dat communicatie, die ontegenzeggelijk tot het domein van de denkgeest behoort, niet geofferd kán worden. Waar is dan het offer? De les ter onderwijzing waarvan ik geboren werd en die ik nog steeds aan al mijn broeders onderwijzen wil, is dat een offer nergens is, en liefde overal. Want communicatie omvat alles, en in de vrede die ze weer tot stand brengt, komt de liefde uit zichzelf.

 

Jezus werd geboren om ons te ieren dat de dood van het lichaam niet betekent dat ook de communicatie tussen denkgeesten eindigt. Zijn leerlingen — en tallozen na hen interpreteerden zijn dood onjuist, door te denken dat hij zijn lichaam uit liefde had geofferd, dat dit opgestegen was naar de Hemel, en zich nu 'aan de rechterhand' van God bevond. Na zijn dood bleef hij met zijn leerlingen communiceren, waarmee hij bewees dat het lichaam letterlijk niets, dus een illusie is, en dat de communicatie tussen denkgeesten niet door de dood van het lichaam onderbroken kan worden. Dit is wat wij kunnen ervaren in het heilig ogenblik. In de communicatie van denkgeesten zullen we eindelijk begrijpen wat vrede is. En in deze vrede zal eindelijk tot ons doordringen wat liefde werkelijk betekent.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Laat geen wanhoop de vreugde van Kerstmis verduisteren, want zonder vreugde heeft de tijd van Christus geen betekenis. Laten we gezamenlijk vrede vieren door van niemand een offer te eisen, want zo schenk jij mij de liefde die ik jou schenk. Wat kan meer vreugde geven dan te zien dat wij in niets zijn misdeeld? Dat is de boodschap van de tijd van Christus, die ik je geef zodat jij die kunt geven en teruggeven aan de Vader, die ze mij gegeven heeft. Want in de tijd van Christus wordt communicatie hersteld, en sluit Hij Zich bij ons aan in de viering van de schepping van Zijn Zoon.

 

Het wordt steeds duidelijker hoe Jezus Kerstmis ziet, en hoe hij wil dat wij het gaan zien: Kerstmis vertegenwoordigt het aanbreken van de tijd van Christus. Hij spoort ons aan om in onze speciale relaties geen offers van de ander te eisen, omdat we hen én onszelf daarmee uitsluiten van zijn liefde en de liefde van onze Vader. De boodschap van de tijd van Christus, die we specifiek met Kerstmis vieren, is dat we in geen enkel opzicht misdeeld zijn. God heeft ons bij onze schepping alles gegeven, en in het heilig ogenblik kunnen we dit ervaren, totdat dit ogenblik permanent is geworden.

Door Kerstmis op deze manier te vieren geven we Jezus het geschenk terug dat hij ons gaf, en daarmee aan God die het hem gegeven heeft. En God zal zich bij ons voegen in de viering van de werkelijke betekenis van Kerstmis: de geboorte van de Christus in ons, de schepping van Zijn Zoon. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. God betuigt dank aan de heilige gastheer die Hem ontvangt, en Hem binnenlaat en laat verblijven waar Hij wil zijn. En door jouw welkom heet Hij jou welkom in Zichzelf, want wat vervat is in jou die Hem verwelkomt wordt Hem teruggegeven. En wij vieren slechts Zijn Heelheid wanneer wij Hem verwelkomen in onszelf. Zij die de Vader ontvangen zijn één met Hem, door gastheer te zijn voor Hem die hen geschapen heeft. En door Hem te laten binnenkomen, komt samen met Hem de herinnering van de Vader binnen, en met Hem herinneren zij zich de enige relatie die ze ooit hebben gehad, en ooit willen hebben.

 

Deze alinea beschrijft wat we de uitbreiding van het heilig ogenblik zouden kunnen noemen: in het volledige, definitieve heilig ogenblik verwelkomen we God in onszelf en verwelkomt Hij ons in Zichzelf. Dan is onze denkgeest naar Hem teruggekeerd. De herinnering van Hem het volledig, permanent ontwaken tot Hem komt samen met Hem binnen, en eindelijk herinneren we ons de enige relatie die we ooit hebben gehad en ooit willen hebben: onze kostbare eenheid met onze Vader.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. Dit is de tijd waarin een nieuw jaar spoedig uit de tijd van Christus geboren zal worden. Ik heb volmaakt vertrouwen in jou dat je alles doet wat je volbrengen wilt. Het zal jou aan niets ontbreken, en je zult compleet maken en niet vernietigen. Zeg dan tegen jouw broeder:

 

Ik geef jou aan de Heilige Geest als deel van mijzelf.

Ik weet dat jij zult worden bevrijd, tenzij ik jou gebruiken wil om mezelf gevangen te zetten.

In naam van mijn vrijheid kies ik jouw bevrijding, omdat ik inzie dat we tezamen zullen worden bevrijd.

 

Zo zal het jaar in vreugde en vrijheid beginnen. Er is veel te doen, en we werden lang opgehouden. Aanvaard het heilig ogenblik nu dit jaar geboren wordt, en neem in het Grote Ontwaken jouw plaats in, die zo lang onvervuld is gebleven. Maak dit jaar anders door het helemaal hetzelfde te maken. En laat al je relaties voor jou heilig worden gemaakt. Dit is onze wil. Amen.

 

Hier spreekt Jezus zijn volste vertrouwen in ons uit, omdat hij weet dat we ons thuis nooit verlaten hebben, en in onze eenheid met onze Vader en broeders heel en compleet zijn. Er zullen nog veel obstakels uit de weg moeten worden geruimd 'voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde' (Tin.1.:7), maar als we het nieuwe jaar anders maken door alles hetzelfde te maken dat wil zeggen: door in plaats van afscheiding eenheid te zien zullen onze speciale relaties heilig worden gemaakt. Want dat is wat we, evenals God, écht willen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)