Hoofdstuk 8
De terugreis
V. De onverdeelde wil van het Zoonschap
1. Kun je gescheiden zijn van je identificatie én in vrede zijn? Dissociatie is geen oplossing, het is een waan. Zij die in de waan verkeren, geloven dat de waarheid hen zal overvallen, en ze herkennen haar niet, omdat ze liever in de waan blijven. Doordat ze de waarheid beoordelen als iets wat ze niet willen, nemen ze hun illusies waar en die blokkeren kennis. Help hen door hun jouw onverdeelde denkgeest aan te bieden ten behoeve van henzelf, zoals ik jou de mijne aanbied ten behoeve van die van jou. Alleen vermogen we niets, maar tezamen versmelten onze denkgeesten tot iets waarvan de kracht de kracht van zijn afzonderlijke delen verre overstijgt. Door niet afgescheiden te zijn is de Denkgeest van God in de onze en als de onze gegrondvest. Deze Denkgeest is onoverwinnelijk omdat hij onverdeeld is.
Wij hebben ons afgescheiden van onze identificatie met de waarheid. En iemand die zich afscheidt van zijn ware identiteit leeft in een waan. Dat is de positie waarin we ons bevinden. We zijn bang voor de waarheid (onze identificatie met alles en allen) en geven de voorkeur aan onze waan (de valse identiteit die we hebben gemaakt). Maar we zijn niet in vrede.
Door ons te verenigen met Jezus en al onze broeders kunnen we de afscheiding ongedaan maken (zie T8.IV.5:6-8). 'Tezamen versmelten onze denkgeesten tot iets waarvan de kracht de kracht van zijn afzonderlijke delen verre overstijgt'. Wat geweldig om deel uit te maken van deze kracht! Hoe kan, in het licht van de kracht van deze verenigde denkgeesten, die elk in zichzelf verenigd zijn, onze dissociatie standhouden?
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. De onverdeelde wil van het Zoonschap is de volmaakte schepper, aangezien die volkomen Gods evenbeeld is, wiens Wil hij vormt. Je kunt je er niet buiten stellen, wil je begrijpen wat die is en wat jij bent. Door te geloven dat jouw wil van de mijne is gescheiden, stel jij jezelf buiten de Wil van God, die jijzelf bent. Genezen betekent echter nog steeds heel maken. Daarom betekent genezen zich verenigen met jouw gelijken, want die gelijkenis zien betekent de Vader herkennen. Als jouw volmaaktheid in Hem en in Hem alleen ligt, hoe kun jij die dan kennen zonder Hem te herkennen? De herkenning van God is de herkenning van jouzelf. Er is geen scheiding tussen God en Zijn schepping. Dit zul jij inzien wanneer je begrijpt dat er tussen jouw wil en die van mij geen scheiding bestaat. Laat Gods Liefde op je stralen door mij te aanvaarden. Mijn werkelijkheid is die van jou en die van Hem. Door jouw denkgeest met die van mij te verbinden geef jij te kennen dat jij je ervan bewust bent dat de Wil van God Eén is.
De Wil van God is geen afgescheiden wil, maar één met de onverdeelde wil van het Zoonschap. Ons doel is ons te realiseren dat dat onze ware wil deel uitmaakt van deze totaliteit. Door de erkenning hiervan herkennen we onszelf en onze volmaaktheid.
Dit klinkt allemaal heel erg mooi, maar dan wordt ons verteld hoe we dit moeten doen: we moeten onze wil verbinden met de wil van Jezus. We moeten onze wil verenigen met zijn leiding, zodat wat hij ons zegt te doen wordt wat we echt willen doen. Zo leren we dat onze wil verenigd is met de wil van God en met 'de onverdeelde wil van het Zoonschap'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Gods Eenzijn en dat van ons zijn niet gescheiden, want Zijn Eenzijn omvat het onze. Je met mij verbinden betekent Zijn kracht aan jou teruggeven omdat wij die delen. Ik bied jou slechts de herkenning van Zijn kracht in jou, maar daarin is alle waarheid gelegen. Wanneer wij ons verenigen, verenigen we ons met Hem. Eer aan de vereniging van God en Zijn heilige Zonen! Alle heerlijkheid is in Hen gelegen doordat Zij verenigd zijn. De wonderen die wij verrichten getuigen zowel van de Wil van de Vader voor Zijn Zoon, als van onze vreugde wanneer wij ons verenigen met Zijn Wil voor ons.
Deze alinea bevat een soortgelijke boodschap als de vorige: Door onze wil te verenigen met wat Jezus ons zegt te doen, verenigen we ons met Jezus. Door ons te verenigen met Jezus, verenigen we ons met God. Daardoor herkennen we Zijn kracht en heerlijkheid in onszelf en zijn we in staat om wonderen te verrichten. Wonderen zijn het bewijs dat we begrijpen dat Zijn Wil en onze wil één zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Wanneer jij je met mij verenigt, verenig jij je zonder het ego, want ik heb het ego in mezelf opgegeven en kan me daarom niet met dat van jou verenigen. Onze vereniging is daarom dé manier om het ego in jou op te geven. De waarheid in ons beiden ligt buiten het bereik van het ego. Ons welslagen in het overstijgen van het ego wordt door God gegarandeerd, en ik deel dit vertrouwen voor ons beiden en voor ons allen. Ik breng Gods vrede naar al Zijn kinderen terug, omdat ik die voor ons allemaal van Hem ontvangen heb. Niets kan zegevieren over onze verenigde wil, omdat niets kan zegevieren over die van God.
Misschien zijn we bang om ons met Jezus te verenigen, vooral omdat we dat doen door zijn leiding te aanvaarden. Dat lijkt alsof we ons overgeven aan het ego van een autoriteitsfiguur. Maar de vereniging met Jezus is geen vereniging van ego's, om de eenvoudige reden dat hij geen ego heeft. Wanneer we ons met hem verenigen moet ons ego dus het veld ruimen. In plaats van een samenvoeging van ego's, is ons verenigen met Jezus dé manier om afstand te doen van het ego. Het is een egoloze verbintenis. En als zodanig is het de belichaming van onschuld, zuiverheid, en veiligheid.
Diep in ons hart verlangen we er allemaal naar om vrij van het ego te zijn. Maar tenzij we ons bezig houden met een veel voorkomende vorm van ontkenning, lijkt het alsof het ego niet meer weg te denken is. God heeft ons echter beloofd dat we het ego ooit zullen overstijgen. Ooit zullen we egoloos zijn, dat heeft God gegarandeerd. Jezus heeft een volmaakt vertrouwen in die belofte, en dat vertrouwen deelt hij met ons. Wanneer we ons met hem verenigen, heeft het ego geen schijn van kans om 'te zegevieren over onze verenigde wil'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Zou jij willen weten wat Gods Wil voor jou is? Vraag dit aan mij die het voor jou weet, en je zult die ontdekken. Ik zal jou niets onthouden, zoals God mij niets onthoudt. Wat wij ondernemen is eenvoudig de terugreis naar God in Wie wij thuis zijn. Telkens wanneer er ergens onderweg naar vrede angst binnensluipt, komt dat doordat het ego een poging heeft gewaagd met ons mee te reizen, en daartoe is het niet in staat. Boos omdat het voelt dat het het onderspit delft, beschouwt het ego zich als verworpen en zint het op wraak. Jij bent onkwetsbaar voor zijn wraakzucht, omdat ik bij jou ben. Op deze reis heb je mij als reisgezel gekozen in plaats van het ego. Doe geen poging beiden vast te houden, anders probeer je verschillende richtingen uit te gaan en raak je de weg kwijt.
Ik houd van alinea's waarin Jezus in de eerste persoon tot ons spreekt. Hier zegt hij: 'Ik zal jou niets onthouden, zoals God mij niets onthoudt'. Zoals God zijn gaven over Jezus uitstort, zo stort hij zijn gaven uit over ons. Als we willen weten wat God voor ons wil, kunnen we dat aan Jezus vragen.
Op onze reis door de tijd kunnen we ofwel Jezus ofwel het ego als onze reisgenoot kiezen. De ene metgezel reist met ons naar God, terwijl de ander altijd afdwaalt in de tegenovergestelde richting. Het feit dat we hebben besloten om naar God te reizen, betekent dat we Jezus gekozen hebben in plaats van het ego. Het ego legt zich daar echter niet bij neer. Het is afgewezen, dus het besluit wraak te nemen — op jou. Het daagt je uit: 'Zie je niet wat je aan het doen bent? Je offert je rechten, je imago en je plezier op, allemaal omwille van de een of andere abstracte waarheid, en alleen om tegen jezelf te kunnen zeggen dat je een goed mens bent.
Wat zielig!'
Als we daarnaar luisteren, worden we bang. We vragen ons af: 'Weet ik wel echt wat ik aan het doen ben?' En door dit soort gedachten beginnen we een andere kant op te lopen, achter het ego aan.
In plaats van naar het ego te luisteren, moeten we Jezus om hulp vragen. Met hem aan onze zijde zijn we onkwetsbaar voor de tirades van het ego.
Toepassing : Hoe heeft jouw ego jou verteld dat het doen van deze Cursus — of het beoefenen van een bepaald aspect daarvan, zoals vergeving of verdedigingsloosheid of onvoorwaardelijk geven je eigen belangen in gevaar brengt en daarom dwaasheid is?
Als je het antwoord op deze vraag hebt gevonden, vraag dan aan Jezus hoe je daar het beste op kunt reageren, en luister naar wat hij je ingeeft.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. De weg van het ego is niet de mijne, maar het is ook niet de jouwe. De Heilige Geest heeft één richting voor alle denkgeesten, en die welke Hij mij geleerd heeft is ook de jouwe. Laten we niet door toedoen van illusies Zijn richting uit het oog verliezen, want alleen illusies van andere richtingen kunnen die ene verborgen houden waarvan Gods Stem in ieder van ons de voorspreker is. Verleen het ego nooit de macht om de reis te dwarsbomen. Het heeft die niet, want de reis is de weg naar wat waar is. Laat alle illusies achter je, en ga voorbij aan alle pogingen van het ego om jou tegen te houden. Ik ga jou voor aangezien ik het ego voorbij ben. Neem daarom mijn hand, omdat jij het ego overstijgen wilt. Mijn kracht zal nooit tekortschieten en als jij besluit daarin te delen, zul jij dat inderdaad doen. Ik geef die gewillig en blijmoedig, want ik heb jou evenzeer nodig als jij mij.
Het ego probeert ons te verleiden om Jezus af te wijzen als onze reisgenoot. Het probeert twijfel te zaaien over de vraag hoe goed zijn reis werkelijk voor ons is, zodat we in plaats daarvan met het ego de andere kant opgaan. Dan geven we het ego de macht om de reis te dwarsbomen. En dan geven we angst de kans om binnen te sluipen op onze weg naar vrede. Dit gebeurt voortdurend, nietwaar? Het ego probeert ons constant weg te lokken van de reis die Jezus met ons onderneemt. Ik vermoed dat het ego hier 90% van de tijd zo succesvol in is dat we het niet eens in de gaten hebben. Maar als we het wél merken, is de oplossing om naar Jezus' hand uit te reiken als een manier om het ego te overstijgen. En als we zijn hand nemen zal hij vreugdevol zijn wil met ons delen.
(Toelichtingen door Robert Perry)