Hoofdstuk 22

Verlossing en de heilige relatie

VI. Het licht van de heilige relatie

 

1. Wil je vrijheid van lichaam of van denkgeest? Je kunt ze immers niet allebei hebben. Welke acht jij van waarde? Welke is jouw doel? Want het ene zie je als middel, het andere als doel. En het ene dient het andere te dienen en tot het overwicht ervan te leiden, waarbij het het belang daarvan vermeerdert door dat van zichzelf te verminderen. Middelen dienen het doel, en als het doel bereikt is, neemt de waarde van de middelen af en stort die totaal in wanneer wordt ingezien dat ze geen functie meer hebben. Er is niemand die niet naar vrijheid smacht en die tracht te vinden. Maar hij zal ernaar zoeken waar hij meent dat ze is en kan worden gevonden. Hij acht of vrijheid van denkgeest of van lichaam mogelijk, en hij zal de andere aan zijn keuze dienstbaar maken, als middel om die te vinden.

 

'Vrijheid' betekent het vermogen om te doen wat we willen. We verlangen allemaal naar vrijheid. Maar welk soort vrijheid zoeken we: die van het lichaam of die van de denkgeest? Welke we ook kiezen, we zullen de andere zien als een middel daartoe. We zullen ofwel de denkgeest gebruiken om de vrijheid van het lichaam te verwerven, ofwel het lichaam voor de vrijheid van de denkgeest. Als we het eerste doen, dan draait ons leven om het lichaam; doen we het tweede, dan draait het om de denkgeest. Het is duidelijk dat dit een zeer belangrijke keuze is.

Toelichtingen door Greg Mackie)

 

2. Waar voor de vrijheid van het lichaam is gekozen, wordt de denkgeest als middel gebruikt, waarvan de waarde ligt in zijn vermogen manieren uit te broeden om de vrijheid van het lichaam te verwerven. Maar vrijheid van lichaam heeft geen betekenis, en dus wordt de denkgeest aan het dienen van illusies gewijd. Dit is zo’n tegenstrijdige en onmogelijke situatie, dat wie hiervoor kiest, er geen idee van heeft wat waardevol is. Maar zelfs in deze verwarring, die zo intens is dat ze niet kan worden beschreven, wacht de Heilige Geest met zachtmoedig geduld, even zeker van het resultaat als Hij zeker is van de Liefde van Zijn Schepper. Hij weet dat deze waanzinnige beslissing werd genomen door iemand die aan Zijn Schepper even dierbaar is als de liefde dit is aan zichzelf.

 

Wanneer we aan mensen vragen welk soort vrijheid ze waarderen en zoeken, zullen ze waarschijnlijk dingen noemen zoals de vrijheid om te zeggen en te doen wat ze willen, te leven en te werken zoals ze willen, samen te zijn met mensen bij wie ze willen zijn, de leiders te kiezen die ze willen hebben, enzovoort. Dit hoort allemaal bij de vrijheid van het lichaam. We wijden onze denkgeest toe aan het bedenken van manieren om deze vrijheden te verwerven en veilig te stellen. Maar aangezien het lichaam een illusie is, betekent zijn vrijheid niets. De denkgeest heeft zichzelf dus toegewijd aan illusies. De vrijheid van het lichaam als ons doel zien betekent dat we het doel van de zonde dienen (zie T18.VII.1:1-3), en dit is het tegenovergestelde van vrijheid. Maar hoe krankzinnig het ook is, de Heilige Geest maakt zich geen zorgen omdat Hij zeker is van het uiteindelijke resultaat. Hij weet dat we Gods Zoon zijn, en dus onvermijdelijk tot inzicht zullen komen en de juiste keuze zullen maken.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

3. Wees allerminst verontrust wanneer je nadenkt over hoe Hij de rol van middel en doel zo makkelijk kan veranderen in wat God liefheeft en voor eeuwig wil dat vrij is. Maar wees eerder dankbaar dat jij het middel kunt zijn om Zijn doel te dienen. Dat is de enige dienstbaarheid die tot vrijheid leidt. Om dit doel te dienen moet het lichaam als zondeloos worden gezien, want zondeloosheid is het doel. Het ontbreken van tegenstrijdigheid maakt de zachte overgang van middel naar doel even makkelijk als de omslag van haat naar dankbaarheid voor vergevende ogen. Je zult door je broeder worden geheiligd, door je lichaam alleen te gebruiken om de zondelozen te dienen. En het zal onmogelijk zijn dat jij haat wat hem dienstbaar is die jij genezen wilt.

 

De enige ware vrijheid is de vrijheid van de denkgeest om te doen wat hij werkelijk wil doen: net als God onbeperkt liefhebben. Als we dit zouden doen, zouden we ons volledig vrij voelen, zelfs als ons lichaam in de gevangenis zit. Om ware vrijheid te vinden, moet het lichaam dus het middel worden dat het doel van de vrijheid van de denkgeest dient. Dat lukt onmogelijk te zijn, maar gelukkig is het de taak van de Heilige Geest. Wij hoeven alleen maar dankbaar te zijn dat we Zijn doel van zondeloosheid kunnen dienen door het lichaam zelf als zondeloos te zien. Het alleen gebruiken voor dit doel transformeert het van een instrument voor zonde tot een instrument voor genezing (zie WdII.5:4).

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

4. Deze heilige relatie, lieflijk in haar onschuld, machtig in haar kracht, en met een oogverblindend licht veel helderder dan de zon die de hemel verlicht die jij ziet, is door je Vader verkozen tot middel voor Zijn eigen plan. Wees dankbaar dat ze dat van jou in het geheel niet dient. Niets wat eraan wordt toevertrouwd kan worden misbruikt, en er is niets wat eraan gegeven wordt waar geen gebruik van wordt gemaakt. Deze heilige relatie heeft de macht alle pijn te genezen, ongeacht de vorm daarvan. Noch jij, noch je broeder kan zonder de ander ook maar enigszins dienstbaar zijn. Genezing kan alleen in jullie gezamenlijke wil worden gevonden. Want hierin ligt je genezing, en hier zul je de Verzoening aanvaarden. En in jouw genezing is het Zoonschap genezen, omdat jouw wil en die van je broeder verbonden zijn.

 

Ons toewijden aan het doel van zondeloosheid betekent onze heilige relatie gebruiken als een middel om Gods verlossingsplan te dienen. De heilige relatie is het krachtigste geneesmiddel dat je je kunt voorstellen. Pijn is het gevolg van het geloof in afscheiding; daarom is de verbinding met onze broeder genezend. Deze genezing vindt plaats in de denkgeest, omdat lichamen en relaties alleen in de denkgeest bestaan. Dat we 'zonder de ander niet dienstbaar kunnen zijn', betekent dat we alleen genezing kunnen geven als we zelf genezen zijn door de ander te vergeven.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

5. Ten overstaan van een heilige relatie is er geen zonde. De vorm van de dwaling wordt niet langer gezien en de rede, verbonden met de liefde, kijkt kalm naar al die verwarring, en stelt slechts vast: ‘Dit was een vergissing.’ En dan corrigeert dezelfde Verzoening die jij in je relatie hebt aanvaard de dwaling en legt er een deel van de Hemel voor in de plaats. Hoe gezegend ben jij die toelaat dat deze gave wordt gegeven! Elk deel van de Hemel dat jij brengt wordt jou gegeven. En iedere lege plaats in de Hemel die jij opnieuw vult met het eeuwige licht dat je brengt, straalt nu op jou. De middelen van de zondeloosheid kunnen geen angst kennen, want ze brengen louter liefde met zich mee.

 

In een heilige relatie kijken we niet langer met de ogen van het lichaam naar de wereld. In plaats daarvan kijken we met de ogen van de rede en zien geen zonde meer, alleen corrigeerbare vergissingen (zie T22.III). Hierdoor wordt de gave van Verzoening, die we in onze heilige relatie hebben ontvangen, aan de hele wereld gegeven. Zonde wordt vervangen door een weerspiegeling van de Hemel. Dit is een zegen voor onszelf, omdat alles wat we geven aan onszelf is gegeven. Het dienen van het doel van zonde maakte ons bang, maar nu is er geen angst meer omdat we het doel van onschuld dienen en alleen nog liefde aan de wereld geven.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

6. Kind van de vrede, het licht is tot jou gekomen. Het licht dat je brengt herken je niet, en toch zul jij je het herinneren. Wie kan zichzelf de visie ontzeggen die hij anderen brengt? En wie zou er nalaten een gave te herkennen die hij door zijn toedoen in de Hemel neer laat leggen? De liefdevolle dienst die jij de Heilige Geest bewijst is een dienst aan jezelf. Jij die nu Zijn middel bent, dient alles lief te hebben wat Hij liefheeft. En wat jij brengt, is jouw herinnering van al wat eeuwig is. Geen spoor van wat ook in de tijd kan lang blijven bestaan in een denkgeest die het tijdloze dient. En geen enkele illusie kan de vrede verstoren van een relatie die het middel voor vrede geworden is.

 

Zoals we eerder zagen bestaat ons leerproces uit ontvangen, geven, leren. We hebben het licht ontvangen, maar herkennen het pas door het aan anderen te geven, waarbij we ons lichaam gebruiken als een middel om het verlossingsplan van de Heilige Geest te dienen. Door aan anderen te geven wat we zelf hebben ontvangen, door alles lief te hebben wat de Heilige Geest liefheeft, en door onze denkgeest te gebruiken om het tijdloze te dienen, leren we dat de tijd geen betekenis heeft. Alle illusies die onze relaties verstoorden toen we het doel van zonde dienden, zullen ongedaan worden gemaakt omdat onze relaties nu vrede ten doel hebben.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

7. Wanneer jij naar je broeder hebt gekeken met totale vergeving, waar geen enkele dwaling van uitgesloten wordt en waarvoor niets verborgen wordt gehouden, welke vergissing kan er dan nog ergens bestaan waaraan jij niet voorbij zou kunnen zien? Welke vorm van lijden kan jouw zicht belemmeren, en je verhinderen daarachter te zien? En welke illusie kan er zijn die jij niet als vergissing zult herkennen, een schaduw waar je volkomen onverschrokken doorheen wandelt? God wil dat niets hen in de weg staat wier wil de Zijne is, en ze zullen inzien dat hun wil de Zijne is, doordat ze Zijn Wil dienen. En die gewillig dienen. En kan de herinnering van wat ze zijn nog lang worden uitgesteld?

 

Wanneer we één broeder volledig vergeven hebben, hebben we iedereen volledig vergeven, want 'één broeder is alle broeders' (WdI.161.4:1). Door te vergeven dienen we Gods Wil, en herinneren we ons dat Zijn Wil de onze is. En dit zal ons uiteindelijk in staat stellen ons te herinneren wie we zijn.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

8. Jij zult jouw waarde door de ogen van je broeder zien, en ieder wordt bevrijd als hij in plaats van de aanvaller die hij dacht te zien, zijn verlosser ziet. Door deze bevrijding wordt de wereld bevrijd. Dit is jouw aandeel in het brengen van vrede. Want jij hebt gevraagd wat jouw functie hier is, en je hebt antwoord gekregen. Probeer die niet te veranderen, en er ook geen ander doel voor in de plaats te stellen. Deze werd jou gegeven, en deze alleen. Aanvaard deze ene en dien haar bereidwillig, want wat de Heilige Geest doet met de gaven die jij je broeder schenkt, aan wie Hij die aanbiedt, waar en wanneer, bepaalt Hij. Hij zal ze daar schenken waar ze ontvangen en verwelkomd worden. Hij zal ze stuk voor stuk gebruiken voor de vrede. Noch zal de minste glimlach, of de bereidwilligheid om aan de nietigste vergissing voorbij te zien, voor iemand verloren gaan.

 

Onze enige functie is 'het verlossen van onze verlosser'. Door onze heilige relatie-partner te vergeven, zien we voorbij aan zijn lichaam en erkennen zijn werkelijkheid als Christus, als Zoon van God. Vervolgens zal de Heilige Geest ervoor zorgen dat deze verandering naar elke denkgeest wordt uitgebreid, zodat de hele wereld wordt verlost. Hij kan dit doen zonder onze actieve deelname, zoals we lezen en oefenen in Werkboekles 97: 'Hij zal niet één denkgeest overslaan die ontvankelijk en bereid is om de genezende gaven die zij [de vijf minuten van onze oefening] brengen te aanvaarden, en Hij zal ze overal neerleggen waar Hij weet dat ze welkom zijn' (WdI.97.5:2). Hij bewaart onze 'minste glimlach, of de bereidwilligheid om aan de nietigste vergissing voorbij te zien', en gebruikt ze voor de uitbreiding van vrede.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

9. Wat kan het anders zijn dan een universele zegen om te kijken naar wat jouw Vader met barmhartigheid liefheeft? Vergeving uitbreiden is de functie van de Heilige Geest. Laat dat aan Hem over. Laat het alleen jouw zorg zijn Hem te geven wat kan worden uitgebreid. Bewaar geen duistere geheimen die Hij niet kan gebruiken, maar schenk Hem de kleine gaven die Hij voor eeuwig uitbreiden kan. Hij zal ze elk aanvaarden en er een machtige kracht voor de vrede van maken. Hij zal ze geen enkele zegen onthouden, of ze op enige manier beperken. Hij zal er alle macht aan toevoegen die God Hem gegeven heeft, om elke bescheiden gave van liefde tot een bron van genezing voor iedereen te maken. Elke bescheiden gave die jij je broeder schenkt, doet de wereld oplichten. Bekommer je niet om de duisternis; wend je blik ervan af en richt die op je broeder. En laat de duisternis verdreven worden door Hem die het licht kent, en dat met zachtheid in iedere stille glimlach van geloof en vertrouwen legt waarmee jij je broeder zegent.

 

Het vergeven van onze heilige relatie-partners is een universele zegen. Elk klein geschenk van vergeving dat we aan de Heilige Geest geven, zal Hij 'voor eeuwig uitbreiden'. We hoeven ons geen zorgen te maken over de momenten van duisternis in onze relaties, het restant van het doel van zonde dat af en toe opduikt in onze kleinzielige opmerkingen en afwijzende gebaren. We hoeven ze alleen op te merken en te besluiten ermee te stoppen. Als we onze broeders een 'stille glimlach van geloof en vertrouwen' schenken, zal de Heilige Geest de duisternis verdrijven met Zijn Licht, en de wereld zegenen met de zegen die wij onze broeders gegeven hebben.

 

Toepassing: Denk aan iemand die jouw vergeving nodig heeft, en zeg het volgende terwijl je aan hem of haar denkt:

 

Als ik het geschenk van vergeving geef aan [naam],

zal de Heilige Geest dit geschenk voor eeuwig uitbreiden.

Hij zal er een machtige kracht voor de vrede van maken.

Hij zal het geen enkele zegen onthouden, of het op enige manier beperken.

Hij zal er alle macht aan toevoegen die God Hem gegeven heeft.

Hij zal dit geschenk van liefde voor iedereen tot een bron van genezing maken.

Hij zal het gebruiken om de wereld te verlichten.

 

Heilige Geest, help mij om dit geschenk van vergeving aan [naam] te geven.

Laat me hem/haar zegenen met een stille glimlach van geloof en vertrouwen.

Laat me kijken naar wat mijn Vader met barmhartigheid liefheeft,

en daarmee een universele zegen aan de wereld geven.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

Het eerste deel van deze paragraaf lijkt een beetje los te staan van de tweede helft. Er is echter een duidelijk verband tussen beide delen. Beide spreken over de macht van de heilige relatie om de hele wereld te verlossen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. Van wat jij leert hangt het welzijn van de wereld af. En het is slechts arrogantie die de macht van jouw wil zou ontkennen. Of denk je dat de Wil van God machteloos is? Is dit nederigheid? Je ziet niet wat deze overtuiging heeft aangericht. Jij ziet jezelf als kwetsbaar, broos en makkelijk vernietigbaar, en overgeleverd aan de genade van talloze belagers die machtiger zijn dan jij. Laten we onomwonden kijken hoe deze dwaling is ontstaan, want hier ligt het zware anker begraven dat de angst voor God – onbeweeglijk en vast als een rots – op zijn plaats lijkt te houden. Zolang die blijft bestaan, zal het zo lijken.

 

Toepassing: Zeg het volgende tegen jezelf:

Van wat ik leer hangt het welzijn van de wereld af.

Stel vast hoe je op deze woorden reageert. Vind je dit volkomen vanzelfsprekend, of voel je ongeloof, twijfel of zelfs angst?

 

Zeg vervolgens:

Het is arrogant om te ontkennen dat ik deze macht bezit,

want dit is Gods Wil, en daarom ook de mijne.

Denk ik dat de Wil van God machteloos is?

Is dat nederigheid?

 

Omdat we deze macht ontkennen, voelen we ons kwetsbaar, 'broos en makkelijk vernietigbaar, en overgeleverd aan de genade van talloze belagers die machtiger zijn dan wij'. Maar hoe komt het dat we deze macht ontkennen? Jezus beantwoordt deze vraag in de volgende alinea's, waarin duidelijk zal worden dat de ontkenning te maken heeft met onze angst voor God.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

11. Wie kan Gods Zoon aanvallen zonder zijn Vader aan te vallen? Hoe kan de Zoon van God zwak en broos en makkelijk te vernietigen zijn, tenzij zijn Vader dat ook is? Jij ziet niet in dat iedere zonde en iedere veroordeling die jij waarneemt en rechtvaardigt wel degelijk een aanval op jouw Vader is. En dat is de reden waarom het niet is gebeurd, noch werkelijkheid kan zijn. Jij ziet niet in dat dit jouw poging is, omdat je denkt dat de Vader en de Zoon gescheiden zijn. En je moet wel denken dat Zij gescheiden zijn, vanwege je angst. Want het lijkt veiliger een ander of jezelf aan te vallen dan een aanval te doen op de grote Schepper van het universum, wiens macht jij kent.

 

Aangezien Vader en Zoon één zijn, is iedere aanval op de Zoon ook een aanval op de Vader. Het ego zegt dat deze eenheid een leugen is omdat de afscheiding waar is, dat God ons daarvoor zal straffen, en dat we verdedigingen nodig hebben tegen de zonde die we in anderen waarnemen. Maar niets van dit alles is waar: er is geen afscheiding, geen zonde, en geen boze, wraakzuchtige God die onze angst rechtvaardigt.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

12. Als jij één was met God en dit eenzijn erkende, zou je weten dat Zijn macht de jouwe is. Maar jij zult je dit niet herinneren, zolang je gelooft dat enig soort aanval iets te betekenen heeft. Die is in geen enkele vorm gerechtvaardigd, omdat hij geen betekenis heeft. De enige manier waarop die gerechtvaardigd zou kunnen zijn, is als jij en je broeder van elkaar, en allen van jullie Schepper gescheiden waren. Want alleen dan zou het mogelijk zijn een deel van de schepping aan te vallen zonder het geheel, of de Zoon zonder de Vader, of een ander zonder jezelf, of jezelf te kwetsen zonder dat de ander pijn voelt. En dit is de overtuiging die jij wilt. Maar waarin schuilt haar waarde, behalve in het verlangen om in veiligheid aan te vallen? Aanvallen is veilig noch gevaarlijk. Het is onmogelijk. En dit is zo omdat het universum één is. Je zou niet kiezen om zijn werkelijkheid aan te vallen als een aanval erop niet volstrekt noodzakelijk was om het gescheiden te zien van zijn maker. Zodoende lijkt het alsof liefde kan aanvallen en angstaanjagend kan worden.

 

Wij vallen onze broeders aan omdat we ons, in onze identificatie met het ego, onze eenheid met God niet willen herinneren. Door aan te vallen proberen we te bewijzen dat de afscheiding werkelijk is en dat we dus 'veilig' zijn voor Gods wraak. Maar, zegt Jezus, 'aanvallen is onmogelijk'. We zijn niet afgescheiden, noch van elkaar, noch van God die Liefde is. En Liefde kan niet aanvallen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

13. Alleen zij die verschillen kunnen aanvallen. Zo kom jij tot de conclusie dat, omdat je kunt aanvallen, jij en je broeder verschillend moeten zijn. De Heilige Geest legt dit echter anders uit. Omdat jij en je broeder niet verschillend zijn, kun je niet aanvallen. Elk standpunt is een logische gevolgtrekking. Elk zou staande gehouden kunnen worden, maar nooit beide. De enige vraag die beantwoord moet worden om te kunnen besluiten welke waar is, is óf jij en je broeder wel verschillend zijn. Vanuit jouw inzicht gezien lijken jullie dat wel, en daarom kun je aanvallen. Van beide alternatieven lijkt dit natuurlijker en meer in de lijn van je ervaring. En daarom is het noodzakelijk dat jij andere ervaringen opdoet, meer in de lijn van de waarheid, om jou te leren wat echt natuurlijk en waar is.

 

Aanval vereist twee verschillende vormen die kunnen botsen en elkaar verwonden. Omdat onze ervaringen in de wereld ons hebben geleerd dat we kunnen aanvallen, geloven we dat onze broeders anders zijn dan wijzelf. Het feit dat we los van een ander kunnen handelen, dat we iemand van buitenaf kunnen benaderen en pijn kunnen doen, bewijst immers dat we niet één kunnen zijn. De Heilige Geest ziet dit echter anders. Hij zegt dat we niet aan kunnen vallen omdat we niet van elkaar gescheiden zijn. Dit stemt echter niet overeen met onze ervaring. 'En daarom is het noodzakelijk dat jij andere ervaringen opdoet' zegt Jezus, 'meer in de lijn van de waarheid, om jou te leren wat echt natuurlijk en waar is'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

14. Dit is de functie van je heilige relatie. Want wat de een denkt, zal de ander samen met hem ervaren. Wat kan dit anders betekenen, dan dat jouw denkgeest en die van je broeder één zijn? Bezie dit blije feit niet met angst, en denk niet dat het een zware last op jou legt. Want wanneer je het van harte hebt aanvaard, zul je beseffen dat jullie relatie een weerspiegeling is van de eenheid van de Schepper met Zijn Zoon. Tussen liefhebbende denkgeesten bestaat geen afgescheidenheid. En iedere gedachte in de ene brengt de andere blijdschap, omdat ze dezelfde zijn. Vreugde kent geen grenzen, want elke stralende gedachte van liefde breidt haar wezen uit en schept meer van zichzelf. Nergens kan daarin enig verschil worden aangetroffen, want elke gedachte is zichzelf gelijk.

 

Hoe komen we aan die andere ervaringen die ons leren dat we niet afgescheiden zijn? Door in onze heilige relaties te ervaren dat we niet lichamelijk, maar in de denkgeest met elkaar verbonden zijn. We kunnen dit ervaren als een ongewenste last: '0 jee, alles wat ik denk beïnvloedt hem of haar dus en omgekeerd!' We kunnen de afwezigheid van afscheiding als een bedreiging zien, omdat we geloven dat aanval dan vrij spel heeft. Maar we kunnen ook een volgende stap zetten en ons realiseren: '0, ik snap het. Als mijn broeder en ik niet van elkaar gescheiden zijn, kuiten we elkaar ook niet aanvallen'. In werkelijkheid brengt het eenheidsbesef van onze denkgeesten vreugde, omdat het een weerspiegeling is van onze eenheid met God. 'En iedere gedachte in de ene brengt de andere blijdschap, omdat ze dezelfde zijn'.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

15. Het licht dat jou en je broeder verbindt, straalt door heel het universum, en doordat het jou en hem verbindt, maakt het jou en hem één met jullie Schepper. En in Hem is de hele schepping verbonden. Zou jij het dan betreuren dat je niet in je eentje angstig kunt zijn, terwijl jouw relatie kan onderwijzen dat de kracht van de liefde aanwezig is, die alle angst onmogelijk maakt? Doe geen poging om met deze gave toch een beetje van het ego te bewaren. Want ze werd jou geschonken om gebruikt en niet om verdoezeld te worden. Wat jou leert dat jij je niet kunt afscheiden, loochent het ego. Laat de waarheid beslissen of jij en je broeder verschillen of dezelfde zijn, en jou leren wat er nu waar is.

 

Jezus gebruikt het woord 'universum' hier in twee betekenissen: enerzijds als het fysieke universum dat wij hebben gemaakt en anderzijds als het universum van de denkgeest, wat onze werkelijkheid is. Het licht van vergeving, dat ons in een heilige relatie met elkaar verbindt, breidt zich uit tot elke denkgeest die van nature één is met de onze. Dat besef verdrijft alle angst want niemand is meer alleen. Ook al laten we ons af en toe nog door het ego verleiden om te oordelen en aan te vallen, als we dat niet koesteren maar corrigeren, leren we dat we niet afgescheiden kunnen zijn, omdat God ons als één geschapen heeft.

De keuze is aan ons: luisteren we naar het ego dat zegt dat we een afgescheiden lichaam zijn, of luisteren we naar de Heilige Geest, die onderwijst dat we in onze denkgeest één en hetzelfde zijn?

 

'De Heilige Geest zal met vreugde [jouw liefdevolle gedachten] uit jouw handen aannemen en ze door deze gekwelde wereld dragen waar pijn en ellende lijken te regeren. Hij zal niet één denkgeest overslaan die ontvankelijk en bereid is om de genezende gaven die zij brengen te aanvaarden, en Hij zal ze overal neerleggen waar Hij weet dat ze welkom zijn. En ze zullen toenemen in genezende kracht, telkens wanneer iemand ze als zijn eigen gedachten aanvaardt en ze benut om te genezen' (WdI.97:5).

(Toelichtingen door Robert Perry)