Hoofdstuk 14
Onderwijzen ten gunste van de waarheid
IV. Jouw functie in de Verzoening
1. Wanneer jij de schuldeloosheid van een broeder aanvaardt, zul je de Verzoening zien in hem. Want door te verklaren dat die in hem is, maak je haar tot de jouwe en zul jij zien wat je zocht. Je zult het symbool van je broeders schuldeloosheid niet in hem zien stralen zolang jij blijft geloven dat die daar niet is. Zijn schuldeloosheid is jouw Verzoening. Ken haar toe aan hem, en jij zult de waarheid zien van wat je hebt erkend. Toch wordt de waarheid eerst aangeboden om te worden ontvangen, precies zoals God haar eerst aan Zijn Zoon gegeven heeft. De eerste in de tijd betekent niets, maar de Eerste in de eeuwigheid is God de Vader, die zowel Eerst als Een is. Buiten de Eerste is er geen ander, want er is geen rangorde, geen tweede of derde, en niets anders dan de Eerste.
Toepassing : Kies enkele mensen en zeg tegen hen, terwijl je aan hen denkt:
Ik aanvaard jouw schuldeloosheid, [naam], en zie daardoor de Verzoening in jou.
Want door deze in jou te zien, zie ik haar in mijzelf.
Jouw schuldeloosheid is mijn Verzoening.
Zoals we inmiddels weten staat het thema van deze alinea centraal in Een cursus in wonderen. We moeten de waarheid aan onze broeders aanbieden — de waarheid van hun schuldeloosheid — om te weten dat we haar zelf hebben ontvangen. Jezus vertelt ons dit keer op keer op vele manieren.
De laatste zinnen betekenen dat wij als Gods Zoon geen tweede of derde zijn, geen 'ander', maar deel uitmaken van de Eerste.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Jij, die tot de Eerste Oorzaak behoort, door Hem geschapen als Zijn evenbeeld en als deel van Hem, bent meer dan louter schuldeloos. De staat van schuldeloosheid is niets anders dan de toestand waarin dat wat er niet is, is weggenomen uit de verwarde denkgeest die dacht dat het er wel was. Deze staat, en deze alleen, moet je bereiken, met God aan je zijde. Want tot dat moment zul je blijven denken dat je van Hem gescheiden bent. Wellicht kun je Zijn Tegenwoordigheid bij je voelen, maar ben je niet in staat te weten dat je één met Hem bent. Dit kan niet onderwezen worden. Leren vindt alleen plaats in de toestand waarin dit vanzelf gebeurt.
Voor God zijn we geen tweede, we zijn één met de Eerste die zonder tweede is. Zolang we ons echter schuldig voelen, kunnen we dit niet weten. Schuld zegt: 'Je staat alleen in je zondigheid, afgesneden van de Heilige'. Onze reis is dus gericht op het bereiken van het besef dat schuld een illusie is in onze verwarde denkgeest. Als we dit uiteindelijk geleerd hebben, zullen we ontwaken tot kennis die niet onderwezen kan worden, en waarin we met absolute zekerheid weten dat we deel zijn van God.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Wanneer je al wat in je hoogst heilige denkgeest de waarheid verborgen hield, voor jou ongedaan hebt laten maken en jij daardoor vervuld van genade voor je Vader staat, zal Hij Zichzelf aan jou geven zoals Hij dat altijd heeft gedaan. Zichzelf geven is al wat Hij kent, en derhalve is het alle kennis. Want wat Hij niet kent kan er niet zijn, en kan daarom niet worden gegeven. Vraag niet om vergeven te worden, want dat is al volbracht. Vraag eerder hoe jij kunt leren vergeven en hoe je wat er altijd was, aan je niet-vergevingsgezinde denkgeest terug kunt geven. De Verzoening wordt werkelijk en zichtbaar voor hen die haar aanwenden. Op aarde is dit jouw enige functie, en je dient te leren dat dit alles is wat jij leren wilt. Tot je dit leert, zul jij je schuldig voelen. Want welke vorm je schuld ook aanneemt, uiteindelijk komt die voort uit je onvermogen jouw functie in Gods Denkgeest te vervullen met al wat het jouwe is. Kun je deze schuld dan ontlopen door te verzuimen je functie hier te vervullen?
Wanneer we de donkere wolken van schuld in onze denkgeest weg hebben laten schijnen door de waarheid, zullen we schuldeloos voor onze Vader staan en 'zal Hij Zichzelf aan jou geven zoals Hij dat altijd heeft gedaan'. Dit geven gaat eeuwig door. Het is als de zon die altijd schijnt, en onze enige taak is het verwijderen van de wolken die haar verduisteren, zodat haar licht ons weer ongehinderd bereikt.
Dan staat er een zin die, in het licht van de westerse traditie, nauwelijks kan worden geloofd: 'Zichzelf geven is al wat Hij kent'. Wat een schitterende beschrijving van God! En het gaat nog verder: aangezien Zichzelf geven het enige is wat God kent, is het alle kennis — alles wat wij kunnen weten. Dit is de kennis waarnaar we terugkeren wanneer we onze schuld ongedaan hebben laten maken, de kennis van God die zich onophoudelijk aan ons geeft. Als we dit werkelijk zouden begrijpen, zouden we Hem niet meer om vergeving vragen. Want Hem daar om vragen betekent dat we geloven dat schuld ons van Hem scheidt, en dat schuld dus werkelijk is. In plaats van Hem te vragen ons onze schuld te vergeven, moeten we Hem vragen ons te helpen de illusie van schuld uit onze denkgeest te verdrijven. 'Vraag eerder hoe jij kunt leren vergeven'. Dat is onze belangrijkste opdracht: leren hoe we kunnen vergeven. Schuldeloosheid wordt alleen werkelijk voor ons als we haar in anderen erkennen. Verzoening wordt alleen zichtbaar in ons als we haar gebruiken om onze broeders te bevrijden van schuld. Dát is de manier waarop we de wolken van schuld uit onze denkgeest verdrijven. We zullen ons schuldig voelen totdat we onze enige functie vervullen: de Verzoening schenken aan anderen. Zolang we deze functie op aarde niet vervullen, blijft ook onze scheppende functie in de Hemel onvervuld.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Je hoeft de schepping niet te begrijpen om te doen wat er moet worden gedaan voordat die kennis voor jou betekenis kan krijgen. God slecht geen barrières, Hij heeft ze ook niet opgeworpen. Wanneer jij ze loslaat zijn ze weg. God zal niet falen, en heeft ook nooit in iets gefaald. Beslis dat God gelijk heeft en jij ongelijk hebt omtrent jezelf. Hij heeft jou uit Zichzelf geschapen, maar desondanks binnenin Hem. Hij weet wat jij bent. Bedenk dat er naast Hem geen tweede is. Dus kan er niemand zijn die van Zijn Heiligheid is verstoken, en niemand die Zijn volmaakte Liefde onwaardig is. Schiet niet tekort in je functie om lief te hebben in een liefdeloos oord, gemaakt van duisternis en bedrog, want zo worden duisternis en bedrog ongedaan gemaakt. Schiet niet tekort jegens jezelf, maar schenk in plaats daarvan God en jezelf Zijn onschuldige Zoon. Voor deze kleine gave van waardering voor Zijn Liefde, zal God Zelf jouw gave voor de Zijne verruilen.
Om de weg naar het begrijpen van de schepping vrij te maken, moeten we de barrières ervoor wegnemen — de blokkades die niet van God afkomstig zijn, maar die we zelf hebben opgeworpen door ons geloof in zondigheid. God 'heeft gelijk' over ons: Hij heeft ons geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, daarom kunnen we niet anders dan delen in Zijn Heiligheid.
Toepassing : Denk na over de opsomming van kenmerken van het ego in T11.V.9:1. Je hebt jezelf waarschijnlijk wel eens hooghartig, ongelovig, niet serieus genoeg, afstandelijk, emotioneel oppervlakkig, harteloos, ongeïnteresseerd, angstig, en zelfs wanhopig genoemd. Misschien heb je gedacht dat je deze kenmerken bent. Maar God weet het beter. Hij weet dat je, aangezien 'er naast Hem geen tweede is', deel van Hem bent en dus deelt in Zijn Heiligheid; dat je Zijn volmaakte Liefde waard bent.
Bevestig daarom Zijn kennis van wie jij bent met de volgende woorden:
Ik beslis dat God gelijk heeft en dat ik ongelijk heb omtrent mijzelf.
Houd dit in gedachten terwijl je de volgende zinnen herhaalt:
ik neem me voor niet tekort te schieten in mijn functie om lief te hebben in een liefdeloos oord, want zo maak ik de wolk van schuld in mijn eigen denkgeest ongedaan.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Bedenk, voordat jij voor jezelf enige beslissing neemt, dat je ten nadele van je functie in de Hemel hebt beslist, en ga dan zorgvuldig na of je hier beslissingen wilt nemen. Jouw functie hier bestaat er alleen uit te beslissen tegen het beslissen wat jij wilt, in het besef dat je dit niet weet. Hoe kun je dan beslissen wat je moet doen? Laat alle beslissingen over aan Degene die spreekt uit naam van God, en ten gunste van jouw functie zoals Hij die kent. Zo zal Hij jou leren je van de vreselijke last te ontdoen die jij op je eigen schouders hebt gelegd door Gods Zoon niet lief te hebben, en te proberen hem schuld in plaats van liefde te onderwijzen. Geef deze poging op, die uitzinnig en waanzinnig is, en je de vreugde ontneemt om met jouw God en Vader te leven, en blijmoedig te ontwaken in Zijn Liefde en Heiligheid die samenvloeien tot de waarheid in jou en jou één maken met Hem.
Deze alinea herhaalt een kernpunt van de vorige paragraaf. We moeten zeer wantrouwend zijn ten aanzien van onze eigen beslissingen, want aangezien deze voortkomen uit het denksysteem van het ego, weten we niet wat we werkelijk willen. We moeten in gedachten houden dat we, door te geloven in de afscheiding van God, beslist hebben tegen onze functie in de Hemel, en daarom geneigd zijn zelfs de meest voor de hand liggende beslissingen in het heden daarmee te 'injecteren'. Dat wil zeggen dat deze beslissingen subtiele voortzettingen worden van het besluit om onze functie hier niet te vervullen. En dat leidt tot schuld, 'de vreselijke last die jij op je eigen schouders hebt gelegd door Gods Zoon niet lief te hebben'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Wanneer je hebt geleerd hoe jij samen met God kunt beslissen, worden alle beslissingen even makkelijk en even juist als ademen. Het gaat moeiteloos, en je zult met evenveel zachtheid worden geleid als werd je meegevoerd langs een stil pad in de zomerzon. Alleen jouw eigenmachtigheid lijkt beslissen moeilijk te maken. De Heilige Geest zal niet dralen om elk van je vragen over wat jou te doen staat, te beantwoorden. Hij weet het. En Hij zal het je zeggen, en het dan voor jou doen. Jij die vermoeid bent, zult merken dat dit jou meer rust geeft dan de slaap. Want in de slaap kun jij je schuld meenemen, maar hierin niet.
Wat het nemen van beslissingen zo moeilijk maakt, is onze eigenmachtigheid. En wat een opluchting is het om erop te vertrouwen dat God — door middel van de Heilige Geest — onze besluitvorming zal leiden alsof we 'worden meegevoerd langs een stil pad in de zomerzon', dat dit 'meer rust geeft dan de slaap'. Dat is wat de Heilige Geest voor ons doet, wanneer we het nemen van beslissingen aan Hem overlaten.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Als jij niet schuldeloos bent, kun je God niet kennen, wiens Wil het is dat jij Hem kent. Daarom moet jij wel schuldeloos zijn. Maar als je de noodzakelijke voorwaarden om Hem te kennen niet aanvaardt, heb je Hem verloochend en herken je Hem niet, hoewel Hij overal om je heen is. Hij kan niet gekend worden zonder Zijn Zoon, wiens schuldeloosheid de voorwaarde is om Hem te kennen. Aanvaarden dat Zijn Zoon schuldig is, is zo’n totale ontkenning van de Vader, dat kennis juist in de denkgeest waar God Zelf die geplaatst heeft aan herkenning wordt onttrokken. Wilde je maar eens luisteren, en leren hoe onmogelijk dit is! Ken Hem geen eigenschappen toe die jij begrijpt. Jij hebt Hem niet gemaakt, en alles wat jij begrijpt, is niet van Hem afkomstig.
De eerste zinnen bevallen de volgende logica:
• Ik kan God niet kennen als ik geloof dat ik schuldig ben.
• Maar God wil dat ik Hem ken, en Zijn Wil kan niet worden ontkend.
• Daarom moet ik wel schuldeloos zijn.
• Geloven dat ik schuldig ben, verblindt me voor de waarheid.
• Het zorgt ervoor dat ik God niet herken, hoewel Hij overal om mij heen is.
Wij denken dat we de kennis van God uit onze denkgeest hebben verdreven, maar dat is onmogelijk. Dat zou namelijk betekenen dat we er ofwel in geslaagd zijn om God te overmeesteren, ofwel dat Hij ons straft door zich van ons terug te trekken. Beide impliceren een God die een product is van ons menselijke egodenken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Het is niet jouw taak de werkelijkheid te maken. Die is er zonder dat jij haar maakt, maar niet zonder jou. Jij die geprobeerd hebt jezelf te vergooien en God zo weinig waarde hebt verleend, hoor mij spreken namens Hem en ten behoeve van jouzelf. Jij kunt niet begrijpen hoezeer je Vader jou liefheeft, want in jouw ervaring van de wereld is er geen parallel om je te helpen dat te begrijpen. Er is niets ter wereld waarmee het kan worden vergeleken, en niets van wat jij los van Hem ooit hebt gevoeld lijkt er ook maar in de verste verte op. Jij kunt zelfs nog geen zegen in volmaakte zachtmoedigheid geven. Wat zou jij dan weten van Iemand die eeuwig geeft, en die niets anders kent dan geven?
Wij denken dat we iets hebben weggegooid waar we zonder kunnen. We gaan ervan uit dat de gaven van God niet opwegen tegen de geneugten van deze wereld. Maar we begrijpen het gewoon niet. We hebben geen flauw vermoeden van de omvang van Gods Liefde, omdat we deze met niets in de wereld kunnen vergelijken. De liefde van onze geliefde niet, de liefde van een moeder niet. Zelfs de meest intense liefde in deze wereld komt niet ook maar enigszins in de buurt, ook onze eigen liefde niet. De liefde die wij geven is een allegaartje vol verborgen motieven. Hoe zouden we dan een Liefde kunnen begrijpen die uitsluitend geeft, die eeuwig geeft, die 'niets anders kent dan geven'? Hoe kunnen we een Liefde begrijpen die pure liefde is? Dit is de reden waarom Jezus, hoe graag hij ons ook wil leren wat deze Liefde betekent, daar nauwelijks woorden voor heeft:
Ik kan je niet zeggen hoe dat zal zijn, want je hart is er niet klaar voor (T11.III.3:6).
O mijn broeder, kende je enkel de vrede die jou omhullen en zuiver en lieflijk bewaren zal, geborgen in de Denkgeest van God (VvT4.8:1.).
[Het lichaam] kan de Hemel niet binnengaan. Maar ik kan je daarheen brengen wanneer je maar wilt. Samen kunnen we de wereld zien verdwijnen en haar symbool [het lichaam] eveneens. En dan, en dan — daar kan ik niet over spreken (uit 'Een leven geen geluk' door Kenneth Wapnick).
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. De kinderen van de Hemel leven in het licht van hun Vaders zegen, omdat ze weten dat ze zonder zonden zijn. De Verzoening werd tot stand gebracht als het middel om de schuldeloosheid te herstellen in alle denkgeesten die haar hebben ontkend, en zo zichzelf de Hemel hebben ontzegd. De Verzoening leert jou de ware hoedanigheid van Gods Zoon. Ze leert jou niet wat jij bent, of wat jouw Vader is. De Heilige Geest, die zich dit voor jou herinnert, leert jou alleen maar hoe je de belemmeringen weg kunt nemen tussen jou en wat jij weet. Zijn herinnering is de jouwe. Als jij je herinnert wat je hebt gemaakt, herinner jij je niets. De herinnering van de werkelijkheid ligt in Hem, en dus in jou.
De reis die we ondernemen met Een cursus in wonderen heeft ten doel ons weer te herinneren dat we schuldeloos zijn; dat we ons nooit van God hebben afgescheiden en in werkelijkheid nog altijd thuis zijn bij Hem in de Hemel. Daarom is het zo belangrijk om ons bewust te zijn van ons geloof in schuld en de desastreuze gevolgen daarvan. Als we dat niet doen, zullen we de motivatie missen om te doen wat Jezus van ons vraagt, zoals het vergeven van onze broeders en om leiding vragen aan de Heilige Geest.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. De schuldelozen en de schuldigen zijn absoluut niet in staat elkaar te begrijpen. Ieder ziet de ander als zichzelf, waardoor beiden niet in staat zijn met elkaar te communiceren, want elk ziet de ander anders dan die zichzelf ziet. God kan alleen communiceren met de Heilige Geest in jouw denkgeest, want alleen Hij deelt de kennis van wat jij bent met God. En alleen de Heilige Geest kan God namens jou antwoord geven, want alleen Hij weet wat God is. Al het andere dat jij in je denkgeest een plaats hebt gegeven, kan niet bestaan, want wat niet met de Denkgeest van God in communicatie staat, is er nooit geweest. Communicatie met God is leven. Niets wat daarvan verstoken is, bestaat überhaupt.
In deze alinea legt Jezus uit waarom we niet rechtstreeks met God kunnen communiceren. Communicatie vereist dat we de ander zien zoals deze zichzelf ziet. Wanneer we bijvoorbeeld met onze baas spreken, maar hem zien als onze huisgenoot, kan er geen werkelijke communicatie plaatsvinden. Dit geldt ook voor onze communicatie met God. Wij zien onszelf als een lichaam, maar aangezien God niet een lichaam is, kan Hij alleen met ons communiceren via de Heilige Geest in onze denkgeest. De Heilige Geest kan Gods boodschappen aan ons ontvangen' en doorgeven omdat Hij weet hoe God ons ziet. En omgekeerd kan Hij onze antwoorden aan God doorgeven, omdat Hij weet hoe God zichzelf kent.
Al het andere — alles buiten deze door de Heilige Geest bemiddelde communicatie met God — is er niet. Niets wat niet in communicatie staat met God bestaat. 'Communicatie met God is leven. Niets wat daarvan verstoken is, bestaat überhaupt'.
(Toelichtingen door Robert Perry)