Hoofdstuk 6

De lessen van de Liefde

Inleiding

 

1. Het verband tussen woede en aanval ligt voor de hand, maar het verband tussen woede en angst is niet altijd zo duidelijk. Woede houdt altijd de projectie van afscheiding in, waarvoor men de verantwoordelijkheid uiteindelijk zelf moet aanvaarden, in plaats van de schuld op anderen af te schuiven. Woede kan zich alleen voordoen als je gelooft dat je aangevallen bent, dat jouw tegenaanval gerechtvaardigd is, en dat jij er in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor bent. Gegeven deze drie volstrekt irrationele uitgangspunten, moet daaruit wel de even irrationele conclusie volgen dat een broeder eerder een aanval dan liefde verdient. Kan er van waanzinnige uitgangspunten iets anders worden verwacht dan een waanzinnige conclusie? Een waanzinnige conclusie ontkracht je door te onderzoeken of de uitgangspunten waarop ze berust wel zinnig zijn. Jij kunt niet aangevallen worden, een aanval is niet te rechtvaardigen en je bent verantwoordelijk voor wat jij gelooft.

 

Iedereen begrijpt dat woede leidt tot aanval, maar waarschijnlijk niet hoe woede leidt tot angst. Woede is altijd een daad van projectie de projectie op anderen van de verantwoordelijkheid voor onze afgescheiden toestand, onze toestand van alleen-zijn en gemis. Met andere woorden: we voelen ons door hen aangevallen (het eerste uitgangspunt). Dit roept angst op, daarom vinden we dat we ons mogen verdedigen en anderen op onze beurt aan mogen vallen (het tweede uitgangspunt). En ten slotte zien we hun aanvallen als een objectief feit, in plaats van onze eigen keuze om dit te geloven (het derde uitgangspunt). Woede/projectie leidt dus tot angst, omdat we geloven dat anderen ons aanvallen. En onze conclusie is dat onze aanvallers een gerechtvaardigde tegenaanval verdienen, in plaats van liefde.

Deze alinea zegt echter dat dit een waanzinnige conclusie is, omdat de drie uitgangspunten waanzinnig zijn. Ten eerste: als Zoon van God kunnen we niet worden aangevallen. Ten tweede: als we niet worden aangevallen, is onze eigen aanval uiteraard niet gerechtvaardigd. En ten derde: wij zijn zelf verantwoordelijk voor wat we geloven. Wat is dus de enige juiste conclusie? Dat de ander liefde verdient, geen aanval. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Er werd jou gevraagd mij als je leermodel te nemen, aangezien een extreem voorbeeld een bijzonder nuttig leermiddel is. Iedereen onderwijst, en wel de hele tijd. Dat is een verantwoordelijkheid die je onvermijdelijk op je neemt zodra je zelfs maar één uitgangspunt aanvaardt, en niemand is in staat zijn leven in te richten zonder een of ander denksysteem. Als je eenmaal enig denksysteem ontwikkeld hebt, leef je ernaar en onderwijs je het ook. Je vermogen om trouw te zijn aan een denksysteem kan weliswaar verkeerd worden gebruikt, maar het blijft een vorm van geloof en kan anders worden gericht.

 

De drie uitgangspunten en de onvermijdelijke conclusie daarvan zijn fundamentele pijlers van ons denksysteem. Als we dit denksysteem eenmaal omarmd hebben, kunnen we niet anders dan het met ieder woord en iedere daad onderwijzen. We kunnen niet anders dan ons bij elke interactie gedragen als een enthousiaste verkoper ervan. We kunnen de op het ego gebaseerde gedachten niet voor onszelf houden.

Jezus is voor ons een leermodel voor een ander denksysteem. En hij is een 'extreem voorbeeld'. Extreme voorbeelden zijn geweldig, want zelfs als ze ons maar gedeeltelijk naar zich toe trekken, leiden ze ons ver weg van waar we nu zijn.

Misschien voelen we ons teveel toegewijd aan ons huidige denksysteem, maar die toewijding is een kracht die we in kunnen zetten om een beter denksysteem te ontwikkelen.

(Toelichtingen door Robert Perry)