1. Gebed

III. Bidden voor anderen

 

1. We hebben gezegd dat gebed altijd voor jezelf is, en dat is ook zo. Waarom zou je dan überhaupt voor anderen bidden? En als je dat doet, hoe moet je dat dan doen? Bidden voor anderen wordt, mits juist begrepen, het middel om jouw schuldprojecties van je broeder weg te nemen, en jou in staat te stellen in te zien dat niet hij het is die jou pijn doet. De giftige gedachte dat hij jouw vijand is, jouw kwade tegenspeler, jouw wraakzuchtige verwoester, moet worden opgegeven voordat jij van schuld kunt worden verlost. Het middel hiertoe is gebed, met toenemende kracht en steeds verhevener doelen, totdat het zelfs omhoog reikt naar God.

 

2. De beginvormen van gebed, onder aan de ladder, zullen niet vrij zijn van afgunst en boosaardigheid. Ze roepen om wraak, niet om liefde. Noch komen ze van iemand die begrijpt dat ze een roep zijn om de dood, geslaakt uit angst door hen die schuld koesteren. Ze doen een beroep op een wraakzuchtige god, en hij lijkt degene die ze beantwoordt. De hel kan niet voor een ander worden gevraagd en dan worden ontlopen door hem die erom vraagt. Alleen wie in de hel is kan vragen om de hel. Wie vergeven is, en zijn vergeving heeft aanvaard, kan nooit op zo’n manier bidden.

 

3. Op deze niveaus moet het leerdoel dus het inzicht zijn dat gebed slechts een antwoord brengt in de vorm waarin het gebed werd gedaan. Dat volstaat. Van hieruit zal de stap naar de volgende niveaus makkelijk zijn. De volgende trede begint hiermee:

 

Wat ik voor mijn broeder vroeg, is niet wat ik hebben wil.

Zo heb ik hem tot mijn vijand gemaakt.

 

Het is overduidelijk dat deze trede niet kan worden bereikt door iemand die in het bevrijden van anderen voor zichzelf geen waarde of voordeel ziet. Dit kan langdurig worden uitgesteld, omdat het eerder gevaarlijk dan en voor anderen genadig lijkt. Voor de schuldigen lijkt het hebben van vijanden wel degelijk een reëel voordeel, en deze denkbeeldige winst moet wijken, willen vijanden worden bevrijd.

 

4. Schuld moet worden opgegeven, niet weggestopt. Ook kan dit niet zonder enige pijn worden gedaan, en een glimp van de genadige aard van deze stap kan een tijd lang worden gevolgd door een zich diep terugtrekken in de angst. Want de verdedigingen van de angst zijn op zichzelf angstwekkend, en wanneer ze worden herkend, brengen ze hun angst met zich mee. Maar welk voordeel heeft de illusie van een ontsnapping een gevangene ooit gebracht? Hij kan alleen werkelijk aan schuld ontsnappen wanneer hij inziet dat schuld verdwenen is. En hoe kan dit worden begrepen zolang hij die in een ander verbergt en niet als de zijne ziet? Angst voor ontsnapping maakt het moeilijk vrijheid te verwelkomen, en een vijand tot cipier maken lijkt veiligheid te bieden. Hoe kan hij dan worden bevrijd zonder dat jij een waanzinnige angst krijgt voor jezelf? Jij hebt van hem jouw verlossing en jouw uitweg uit schuld gemaakt. Jouw investering in deze uitweg is enorm, en jouw angst die los te laten hevig.

 

5. Blijf nu een ogenblik stilstaan en bedenk wat jij hebt gedaan. Vergeet niet dat jij het was die dit deed, en die het daardoor ook kan loslaten. Steek je hand uit. Deze vijand komt jou zegenen. Neem zijn zegen aan en voel hoe jouw hart wordt opgeheven en jouw angst oplost. Houd er niet aan vast, en evenmin aan hem. Hij is een Zoon van God, samen met jou. Hij is geen cipier, maar een boodschapper van Christus. Wees dat voor hem, zodat jij hem zo kunt zien.

 

6. Het is niet eenvoudig te begrijpen dat bidden voor dingen, status, menselijke liefde, voor elk soort uiterlijke ‘geschenken’, altijd gebeurt om cipiers in het leven te roepen en je te verschuilen voor schuld. Deze dingen worden gebruikt voor doelen die voor God in de plaats komen, en vervormen daardoor het doel van gebed. Het verlangen ernaar is het gebed. Men hoeft er niet uitdrukkelijk om te vragen. God als doel gaat verloren in het najagen van allerlei mindere doelen, en gebed wordt een verzoek om vijanden. Zelfs hierin kan de kracht van gebed heel duidelijk worden gezien. Niemand die een vijand wil, zal nalaten er één te vinden. Maar even zeker zal hij het enige ware doel verliezen dat hem gegeven is. Denk aan wat dit kost, en begrijp het goed. Alle andere doelen gaan ten koste van God.