Hoofdstuk 7
De gaven van het Koninkrijk
X. Het verwarren van pijn en vreugde
1. Het Koninkrijk is, net als deze wereld, het resultaat van uitgangspunten. Je hebt de redenering van het ego misschien doorgetrokken tot haar logische conclusie, die neerkomt op totale verwarring over alles. Als jij dit resultaat werkelijk zag, zou je het echt niet willen. De enige reden dat je er mogelijkerwijs enig part of deel aan wilt hebben is dat je het niet in zijn geheel ziet. Jij bent wel bereid de uitgangspunten van het ego te bekijken, maar niet hun logisch gevolg. Is het niet denkbaar dat jij met de uitgangspunten van God hetzelfde hebt gedaan? Jouw scheppingen zijn het logische gevolg van Zijn uitgangspunten. Zijn denken heeft ze voor jou tot stand gebracht. Ze bevinden zich precies waar ze thuishoren. Ze horen thuis in jouw denkgeest als deel van je vereenzelviging met die van Hem, maar de staat van jouw denkgeest en je inzicht in wat er zich in bevindt, zijn afhankelijk van wat jij over je denkgeest gelooft. Wat die overtuigingen ook mogen zijn, dat zijn de uitgangspunten die zullen bepalen wat je tot je denkgeest toelaat.
Dit is een fascinerende alinea. Het algemene thema is dat we een opmerkelijk vermogen hebben om de logische gevolgen van uitgangspunten te ontkennen, gevolgen die zich in onze denkgeest bevinden, maar die we weigeren te zien. Daar worden twee voorbeelden van gegeven.
Het eerste voorbeeld is dat we de gevolgen van de uitgangspunten van het ego niet willen erkennen, met als resultaat 'totale verwarring over alles' — iets wat de meesten van ons ook ervaren. Maar daar willen we niet naar kijken. We willen niet toegeven dat onze verwarring het onvermijdelijke gevolg is van de aanvaarding van de standpunten van het ego. We willen wel naar die standpunten kijken, 'maar niet [naar] hun logisch gevolg'. We willen niet onder ogen zien dat dit gevolg onze emotionele toestand bepaalt. Als we dat wel zouden doen, zouden we automatisch de standpunten van het ego opgeven en daarmee het ego zelf.
Het tweede voorbeeld is dat we de gevolgen van de uitgangspunten van God niet willen erkennen: onze scheppingen. De meeste Cursusstudenten reageren op het idee van onze scheppingen alsof het iets vreemds en onbekends is. Jezus beweert echter dat het idee dat we ze niet kennen alleen 'in zekere zin' waar is, omdat onze scheppingen zich in onze denkgeest bevinden. Door het beeld dat wij van de denkgeest hebben geloven we echter niet dat dit mogelijk is. Dat verdrijft ze weliswaar uit ons bewustzijn, maar niet uit onze denkgeest.
Denk je dat jij dit doet? Dat je weigert de gevolgen van standpunten te erkennen die zich in je denkgeest bevinden? Ben je bereid om de standpunten te erkennen die deze gevolgen veroorzaken, ook al weiger je nog steeds om naar de gevolgen zelf te kijken? Deze alinea impliceert dat deze ene verandering alles kan veranderen, dat ze ertoe kan leiden dat je het ego uit je denkgeest verbant, en in plaats daarvan je scheppingen aanvaardt.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Het is ongetwijfeld duidelijk dat jij tot je denkgeest zowel iets kunt toelaten wat er niet is, als ontkennen wat er wel is. Toch kun je de functie die God Zelf via Zijn Denkgeest aan de jouwe gaf misschien wel ontkennen, maar niet tegenhouden. Ze is het logische gevolg van wat jij bent. Het vermogen om een logisch gevolg te zien hangt af van de bereidwilligheid om het te zien, maar de waarheid ervan heeft met jouw bereidwilligheid niets te maken. De waarheid is Gods Wil. Deel Zijn Wil en je deelt wat Hij weet. Ontken dat Zijn Wil de jouwe is en je ontkent Zijn Koninkrijk en dat van jou.
Onze weigering om logische gevolgen te erkennen heeft geen enkele invloed op de waarheid. Die blijft zoals ze is. Ze is nog steeds in onze denkgeest, of we dat nu wel of niet zien. Dat geldt ook voor onze scheppingen. Onze ontkenning daarvan betekent niet dat ze er niet meer zijn. Ze zijn tenslotte 'het logische gevolg van wat jij bent'.
Ontkenning maakt ons blind voor de ware aard van onze wil we realiseren ons niet meer dat onze wil één is met die van God — en verdrijft het Koninkrijk uit ons bewustzijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. De Heilige Geest wil jou slechts leiden om pijn te vermijden. Zonder enige twijfel zou niemand tegen dit doel bezwaar maken als hij het begrijpen kon. Het probleem is niet of wat de Heilige Geest zegt waar is, maar of jij wilt luisteren naar wat Hij zegt. Je begrijpt evenmin wat pijnlijk als wat vreugdevol is, en je bent in feite zeer geneigd die twee zaken te verwarren. De voornaamste functie van de Heilige Geest bestaat erin jou te leren ze uit elkaar te houden. Wat jou vreugde verschaft, is pijn voor het ego, en zolang je in twijfel verkeert over wat jij bent zul je in verwarring zijn over vreugde en pijn. Deze verwarring is de oorzaak van het hele idee van offeren. Gehoorzaam de Heilige Geest, en je zult het ego opgeven. Maar je zult niets offeren. Integendeel, je zult alles winnen. Als je dit geloofde, zou er geen conflict zijn.
Ons laten leiden door de Heilige Geest lijkt offers van ons te vragen. Hij lijkt ons op te roepen om ons 'eigen hoogste belang op te offeren ten gunste van de waarheid' (H4.I.A.5:5). Volgens deze alinea is het echter volkomen anders. Ja, de Heilige Geest vraagt ons het ego op te geven. Maar het ego is niets, maar in plaats van een neutraal niets, is het een pijnlijk niets. Door de Heilige Geest te volgen 'zul je [dus] niets offeren. Integendeel, je zult alles winnen'. Als we dit werkelijk zouden begrijpen, zouden we de Heilige Geest moeiteloos en van ganser harte volgen. Zoals Jezus zegt: dan 'zou er geen conflict zijn'.
Waarom denken wij dan dat Hij om offers vraagt? Om één eenvoudige reden: wij verwarren pijn en vreugde. We denken dat pijn vreugdevol is, en vreugde pijnlijk. Dit komt voort uit een dieperliggende verwarring: de verwarring van onszelf met het ego. Onze vreugde 'is pijn voor het ego' en andersom: het ego beleeft vreugde aan wat ons pijn doet.
Om een voorbeeld te geven: stel je voor dat je jezelf verwart met een vampier, en er volkomen van overtuigd bent dat je een vampier bent. Als gevolg daarvan zul je een overweldigende drang voelen om mensen te doden en hun bloed te drinken. Maar aangezien je in werkelijkheid geen vampier bent, reageer je achteraf vanuit je ware natuur op wat je gedaan hebt. Je zult een ondraaglijke schuld voelen en walgen van jezelf. Stel je nu voor dat er iemand is die jou ziet zoals je werkelijk bent, en die probeert je te bevrijden van die vreselijke schuld en walging. Zolang je gelooft een vampier te zijn, zullen adviezen zoals 'Stop met het bijten van mensen', hoe praktisch en liefdevol ook, slechts een bedreiging en een oproep tot opoffering lijken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Daarom is het nodig dat jij het voor de hand liggende aan jezelf demonstreert. Voor jou ligt het niet voor de hand. Jij gelooft dat het voor jou beter kan zijn het tegendeel van Gods Wil te doen. Jij gelooft bovendien dat het mogelijk is daadwerkelijk het tegendeel van Gods Wil te doen. Daarom geloof je dat een onmogelijke keuze voor jou openstaat, en nog wel een die zowel beangstigend als wenselijk is. Maar God wil. Hij wenst niet. Jouw wil is even machtig als de Zijne omdat het de Zijne is. De wensen van het ego beduiden helemaal niets, omdat het ego het onmogelijke wenst. Je kunt het onmogelijke wensen, maar willen kun jij louter met God. Hierin ligt de zwakheid van het ego en jouw kracht.
Wij denken dat het tegendeel van Gods Wil doen beter voor ons is. We denken dat speciaal zijn ons gelukkig maakt. We denken dat het veroordelen van een broeder ons zelfbeeld beschermt. We denken dat het waarderen van ons lichaam hetzelfde is als zelfwaardering. We denken dat het klaren van een klus, in plaats van onze dagelijkse Werkboekles te doen, tot meer tevredenheid leidt. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
'Maar God wil', zegt de Cursus, 'Hij wenst niet'. 'God wil' betekent dat Zijn beslissing ondubbelzinnig is en al Zijn onverdeelde macht in zich draagt. En is er iets dat de macht van God kan weerstaan?
Daarom kunnen we niet werkelijk het tegendeel van Gods Wil doen. Als we dat proberen, handelen we als in een droom waarin niets werkelijk gebeurt. Bovendien volgen we dan niet onze eigen wil, die hetzelfde is als Gods Wil, maar de wensen van het ego. Dat zijn slechts wensen omdat ze geen enkele macht bezitten en ingaan tegen onze natuur. Daarom staan we er niet volledig achter, en als gevolg daarvan zijn ze verdeeld, wisselvallig en zwak. Dat is de reden waarom ze niets werkelijks tot stand brengen. Ze gaan niet alleen in tegen de macht van God, maar missen ook de kracht van onze macht. Omdat onze natuur dezelfde is als die van God, kunnen we onszelf alleen volledig geven aan iets dat we samen met Hem willen. 'Hierin ligt de zwakheid van het ego en jouw kracht'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. De Heilige Geest kiest altijd de kant van jou en van jouw kracht. Zolang jij op enige wijze Zijn leiding ontloopt, wil jij zwak zijn. Maar zwakheid boezemt angst in. Wat kan deze beslissing dan anders betekenen dan dat jij bang wilt zijn? De Heilige Geest vraagt nooit om een offer, maar het ego altijd. Wanneer jij verward bent over dit onderscheid in motivatie, kan dat alleen te wijten zijn aan projectie. Projectie is een verwarring in motivatie en, gegeven deze verwarring, wordt vertrouwen onmogelijk. Niemand gehoorzaamt graag een leidsman die hij niet vertrouwt, maar dat betekent nog niet dat de leidsman onbetrouwbaar is. In dit geval betekent het altijd dat de volgeling dat is. Maar ook dit is slechts een kwestie van zijn eigen overtuiging. Omdat hij gelooft dat hij kan verraden, gelooft hij dat alles hem verraden kan. Toch komt dit alleen doordat hij ervoor gekozen heeft valse leiding te volgen. Niet in staat die leiding zonder angst te volgen, associeert hij angst met leiding, en weigert überhaupt enige leiding te volgen. Als het gevolg van deze beslissing verwarring is, hoeft dit nauwelijks verbazing te wekken.
Zoals we gezien hebben manifesteert onze kracht zich alleen wanneer we iets willen dat in overeenstemming is met onze ware aard wanneer we iets willen samen met God. Daarom kiest de Heilige Geest 'altijd de kant van jou en van jouw kracht'. Wanneer we ons aan Zijn leiding onttrekken, kiezen we de kant van onze zwakheid, dat wil zeggen: de kant van het ego, met al zijn zwakke, wisselvallige wensen. Maar is het niet beangstigend om zwak te zijn? Wanneer we de leiding van de Heilige Geest ontlopen, verkiezen we dus een zwak, verdeeld en angstig zelf boven het krachtige, complete en zekere Zelf dat we in werkelijkheid zijn.
Het middelste gedeelte van deze alinea noemt de werkelijke reden waarom we de Heilige Geest niet vertrouwen: projectie. We projecteren het ego op de Heilige Geest. Het ego is altijd onze belangrijkste gids geweest — een gids die bedrieglijk en onbetrouwbaar is, en constant offers van ons vraagt. Omdat dit onze enige ervaring is met een gids, denken we dat alle gidsen zo zijn, dus ook de Heilige Geest. Wanneer we dus met wantrouwen naar de Heilige Geest kijken, komt dat doordat we het ego in Hem zien.
We projecteren ook onszelf op Hem. We vinden dat we slechte volgelingen zijn geweest. Aangezien we een strenge leermeester (het ego) hadden, zijn we vaak in opstand gekomen. Met andere woorden: we hebben onze gids bedrogen. Nu projecteren we dit zelfbeeld op de Heilige Geest, en gaan ervan uit dat Hij eveneens zo is. Hij zal ons ook bedriegen. Dit brengt ons in een moeilijke positie. We vertrouwen de Heilige Geest niet, maar het ego evenmin. We vertrouwen zelfs onszelf niet. We bekijken elke leiding met wantrouwen en omdat we niemand hebben die ons helpt om het allemaal te begrijpen, verkeren in opperste verwarring over alles.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. De Heilige Geest is, net als jij, volmaakt te vertrouwen. God Zelf vertrouwt jou, en daarom is jouw betrouwbaarheid boven alle twijfel verheven. Ze zal altijd boven alle twijfel verheven blijven, hoezeer jij haar misschien ook betwijfelt. Ik heb eerder al gezegd dat jij de Wil van God bent. Zijn Wil is geen ijdele wens, en jouw keuze voor vereenzelviging met Zijn Wil is niet vrij, omdat dit is wat jij bent. Zijn Wil met mij delen staat niet echt open voor keuze, ook al lijkt dat wellicht zo. Heel de afscheiding ligt in deze misvatting besloten. De enige uitweg uit deze misvatting is de beslissing dat jij helemaal niets hoeft te beslissen. Alles is jou door Gods beslissing gegeven. Dat is Zijn Wil, en die kun jij niet ongedaan maken.
Wat een geweldig nieuws: 'jouw betrouwbaarheid [is] boven alle twijfel verheven'. Wordt ons geluk niet constant ondermijnd door het geloof dat we onszelf niet kunnen vertrouwen, en dat anderen dat dus ook niet kunnen? We hebben ons vast wel eens op een onbetrouwbare manier gedragen, maar zoals de vorige alinea zei komt dat doordat we een slechte gids hebben gevolgd. Onze ware aard blijft volmaakt betrouwbaar, omdat we de Wil van God zijn. En hoe zou de Wil van God onbetrouwbaar kunnen zijn?
Hoe kunnen we ons bewust worden van onze betrouwbare ware aard? Door te aanvaarden dat dit een onveranderlijk feit is. Het 'staat niet echt open voor keuze'. We kunnen het niet ongedaan maken. We hoeven alleen maar te beslissen dat we helemaal niets hoeven te beslissen. We kunnen rusten in wat is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Zelfs het opgeven van je valse voorrecht om beslissingen te nemen, dat het ego zo angstvallig bewaakt, wordt niet door jouw wens volbracht. Het werd voor jou volbracht door de Wil van God, die jou niet zonder troost heeft gelaten.* Zijn Stem zal jou leren hoe jij onderscheid kunt maken tussen pijn en vreugde, en zal jou wegleiden uit de verwarring die jij hebt gemaakt. Er heerst geen verwarring in de denkgeest van een Zoon van God, wiens wil de Wil van de Vader moet zijn, want de Wil van de Vader is Zijn Zoon.
Na alles wat deze paragraaf ons heeft verteld, vragen we ons ons misschien toch nog af: 'hoe kan ik het idee loslaten dat mijn leven afhangt van mijn eigen beslissingen? En hoe raak ik uit de verwarring over pijn en vreugde?' Het antwoord luidt: Je ware aard bevat geen 'vals voorrecht om beslissingen te nemen', noch enige verwarring. In onze ware staat van zijn, zijn beide volledig afwezig. We hoeven ze dus niet op te geven, want ze zijn er nooit geweest. En de Heilige Geest zal ons naar dit bewustzijn leiden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Wonderen zijn in harmonie met de Wil van God, wiens Wil je niet kent omdat jij verward bent over wat jij wilt. Dit betekent dat jij verward bent over wat jij bent. Als jij Gods Wil bent en Zijn Wil niet aanvaardt, wijs je vreugde af. Het wonder is dan ook een les in vreugde. Omdat het een les in delen is, is het een les in liefde, en dat is vreugde. Elk wonder is zo een les in waarheid, en door waarheid aan te reiken leer jij het verschil tussen vreugde en pijn.
Als de Heilige Geest ons naar het bewustzijn van onze ware aard leidt, is er vast wel iets wat we kunnen doen om ons daarheen te laten leiden. De situatie waarin we ons nu bevinden is als volgt: Wij wijzen Gods Wil af. Dit betekent dat we ook onze eigen ware wil afwijzen, en daarmee onze ware aard. Want we zijn Gods Wil. En aangezien onze ware aard vreugde is, wijzen we ook vreugde af. Wat we dus kunnen doen is Gods Wil aanvaarden, door wonderen te delen met onze broeders. Het delen van wonderen is de manier om onze ware aard tot uitdrukking te brengen, en ons te identificeren met de vreugde die daar deel van uitmaakt. Het delen van wonderen betekent ook het delen van liefde, en zoals we weten is liefde vreugdevol. Kortom, door wonderen te doen leren we wat vreugde is.
Dit is het antwoord op alles wat in deze paragraaf besproken is. Dit is de manier om te stoppen met het verwarren van vreugde en pijn. Dit is de manier om te stoppen met het afwijzen van Gods Wil. Dit is de manier om te stoppen met het wantrouwen van de Heilige Geest. En dit is de manier om te stoppen met onszelf te wantrouwen. Door de wonderen te doen die de Heilige Geest ons vraagt te doen, leren we wat we werkelijk willen en wat werkelijke vreugde is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
* Zie hiervoor de aantekening bij T5.II.6:8.