Hoofdstuk 25

Gods rechtvaardigheid

VI. De speciale functie

 

1. Gods genade rust zacht op ogen die vergeven, en alles waarnaar zij kijken spreekt de toeschouwer over Hem. Deze kan geen kwaad zien, niets ter wereld om bang voor te zijn, en niemand die anders is dan hij. En zoals hij hen liefheeft, zo beziet hij ook zichzelf met liefde en zachtmoedigheid. Hij wil net zomin zichzelf voor zijn vergissingen veroordelen als een ander verdoemen. Hij is geen heer der wraak, noch bestraffer der zonde. De mildheid van zijn blik rust op hemzelf, met heel de tederheid die ze anderen toebedeelt. Want hij wil louter genezen en louter zegenen. En doordat hij in harmonie is met wat God wil, heeft hij de macht om al degenen waar hij met Gods genade in zijn blik naar kijkt te genezen en te zegenen.

 

Dit is een prachtig portret van de persoon die vergeeft. De genade van God helpt hem daarbij. Hij houdt van alles wat hij ziet met dezelfde zuivere, tedere, grenzeloze liefde als zijn Vader. Hij ziet niets dat veroordeling verdient. Overal waar hij kijkt ziet hij louter onschuld, louter liefde, louter licht. Omdat hij de wereld de werkelijke wereld op deze manier ziet, ziet hij zichzelf eveneens zo, want hij ziet niets dat anders is dan hijzelf. En omdat zijn enige verlangen is te genezen en te zegenen in overeenstemming met Gods Wil, heeft hij toegang tot alle macht die God hem geeft om dat te doen. Hij heeft de macht om wonderen te verrichten.

 

Toepassing : ik adviseer om deze alinea in de eerste persoon te lezen, als een bevestiging van hoe jij kunt zijn als je deze Cursus in praktijk brengt. Probeer het:

Gods genade rust zacht op mijn vergevende ogen, en alles waarnaar zij kijken spreekt tot mij over Hem. Ik kan geen kwaad zien, niets ter wereld om bang voor te zijn, en niemand die anders is dan ik. En zoals ik hen liefheb, zo bezie ik ook mijzelf met liefde en zachtmoedigheid. Ik wil net zomin mijzelf voor mijn vergissingen veroordelen als een ander verdoemen. Ik ben geen heer der wraak, noch bestraffer der zonde. De mildheid van mijn blik rust op mijzelf met heel de tederheid die ze anderen toebedeelt. Want ik wil louter genezen en louter zegenen. En doordat ik in harmonie ben met wat God wil, heb ik de macht om al degenen waar ik met Gods genade in mijn blik naar kijk te genezen en te zegenen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

2. Ogen raken gewend aan het duister, en het felle daglicht schijnt pijnlijk voor ogen die lang gewoon zijn aan de schimmige effecten die in het schemerdonker worden waargenomen. En ze wenden zich af van het zonlicht en van de helderheid die dit brengt voor dat waarnaar ze kijken. Halfdonker lijkt beter, is makkelijker te zien, en wordt beter herkend. Om de een of andere reden lijkt het vage en meer obscure makkelijker te bekijken en minder pijnlijk voor de ogen dan wat volkomen helder en ondubbelzinnig is. Toch is dit niet waartoe de ogen dienen, en wie kan zeggen dat hij het duister verkiest en tevens volhouden dat hij wenst te zien?

 

Wij zien de werkelijke wereld niet omdat we de voorkeur geven aan het schemerdonker van de wereld die de ogen van ons lichaam zien. Dit doet me denken aan het verhaal van de grot, van de Griekse filosoof Plato. De wereld die we zien wordt vergeleken met vage schaduwen op de wand van een grot, en wij worden vergeleken met gevangenen die in deze grot zijn opgesloten en nooit iets anders hebben gezien dan deze schaduwen. Wat gebeurt er wanneer we worden vrijgelaten en in het licht komen? Dit is Plato's antwoord:

 

'Als hij [de gevangene] gedwongen wordt om in het licht te kijken, zal hij dan geen pijn in zijn ogen hebben, waardoor hij zich afwendt en de objecten in zich opneemt die hij kan zien [in de duisternis] en waarvan hij denkt dat ze in werkelijkheid duidelijker zijn dan de dingen die hem nu [in het licht] worden getoond?'

 

Dit beschrijft ons verblijf in de wereld. We zijn zo gewend aan de duisternis en de schaduwwereld die onze fysieke ogen ons laten zien, dat we terugdeinzen voor de heldere straling die wordt onthuld door ware visie. 'Ik kan het beter houden bij wat ik ken', denken we. Maar wie kan werkelijk zien in het donker? Als we werkelijk willen zien, moeten we ons afwenden van de duisternis en erop vertrouwen dat we, hoe vreemd en beangstigend het aanvankelijk ook lijkt te zijn, zullen gaan houden van het licht van de stralende dag en de heldere en ondubbelzinnige visie die het onthult.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

3. De wens om te zien roept Gods genade over jouw ogen af, en brengt de gave des lichts die zicht mogelijk maakt. Wil jij jouw broeder aanschouwen? God laat jou van harte naar hem kijken. Hij wil niet dat jouw verlosser door jou onopgemerkt blijft. En evenmin wil Hij dat hij van de functie verstoken blijft die Hij hem gegeven heeft.

 

Om het licht te zien dat de wereld onthult die God ons wil laten zien, hoeven we het alleen maar even graag te willen als Hij. Hij wil dat we onze broeder in Zijn licht zien, dat we de Christus in hem zien, onze verlosser uit de duisternis. Dat zal hem in staat stellen om zijn functie als verlosser te vervullen.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

Laat hem niet langer eenzaam zijn, want de eenzamen zijn degenen die geen functie zien in de wereld die zij kunnen vervullen, geen plaats waar ze nodig zijn, en geen doel waaraan alleen zij volmaakt kunnen beantwoorden.

 

4. Dat is de manier waarop de Heilige Geest vriendelijk naar speciaalheid kijkt, waarop Hij wat jij gemaakt hebt aanwendt om te genezen in plaats van te schaden. Aan ieder geeft Hij een speciale functie in de verlossing die alleen hij vervullen kan, een rol voor hem alleen. Ook is het plan pas voltooid wanneer hij zijn speciale functie vindt, en de hem toegewezen rol vervult, om zichzelf compleet te maken in een wereld waar incompleetheid de toon aangeeft.

 

Hier introduceert Jezus het concept van onze speciale functie. Het is al eerder genoemd, maar hier wordt het voor het eerst duidelijk omschreven. Wij hebben speciaalheid gemaakt om uniek te zijn, om onszelf bijzonder te maken en boven onze broeders te plaatsen. Maar de Heilige Geest keert ons verlangen naar speciaalheid om. In plaats van haar te gebruiken om ons af te scheiden van onze broeders, wordt ze de manier om ons met onze broeders te verbinden. Dat is onze unieke rol in het plan van de Heilige Geest om ons te verlossen van speciaalheid. De meesten van ons hebben een diep verlangen om een verschil te maken, om ons leven te wijden aan een doel dat groter en betekenisvoller is dan het vervullen van persoonlijke behoeften. Met andere woorden: we hebben een betekenisvolle functie nodig die ons compleet maakt, en onze ware functie voorziet in die behoefte.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

5. Hier, waar Gods wetten niet in volmaakte vorm gelden, kan hij toch één volmaakt ding doen en één volmaakte keuze maken. En door deze daad van speciale trouw aan iemand die wordt gezien als anders dan hijzelf, leert hij dat de gave aan hemzelf geschonken werd, en dus moeten ze wel één zijn. Vergeving is de enige functie die betekenis heeft in de tijd. Het is het middel dat de Heilige Geest aanwendt om speciaalheid om te smeden van zonde in verlossing. Vergeving is voor allen. Pas wanneer ze op allen rust is ze totaal, en wordt samen daarmee iedere functie van deze wereld voltooid. Dan bestaat er geen tijd meer. Maar zolang we in de tijd zijn, is er nog veel te doen. En ieder moet doen wat hem is toegewezen, want heel het plan rust op zijn aandeel. Hij heeft een speciale rol in de tijd, want dat was zijn keuze, en door die te kiezen, heeft hij die voor zichzelf gemaakt. Zijn wens werd niet geweigerd, maar in de vorm gewijzigd, om zijn broeder en hem te kunnen dienen, en zo een middel te worden om te verlossen in plaats van te verliezen.

 

Welke vorm onze speciale functie ook aanneemt, haar inhoud is altijd vergeving. Het enige volmaakte dat we in deze krankzinnige wereld kunnen doen is vergeven, beginnend met onze speciale relatie-partner. Ons verlangen naar speciaalheid wordt door de Heilige Geest gebruikt als 'een daad van speciale trouw' aan onze broeders, een daad die onszelf zal zegenen en dus bewijst dat wij en onze broeders één zijn. Het is cruciaal dat we dit daadwerkelijk doen, 'want heel het plan rust op [ons] aandeel'. Het verlossingsplan in bedoeld voor de hele wereld, maar ieder van ons heeft daar een eigen, passende rol in. Door deze te vervullen wordt heel de wereld verlost.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

6. Verlossing is niets dan een middel je te herinneren dat deze wereld niet jouw thuis is. Haar wetten worden jou niet opgelegd, haar waarden zijn niet die van jou. En niets wat je daarin meent te zien is daar in werkelijkheid ook. Dit wordt gezien en begrepen wanneer ieder zijn rol op zich neemt in haar ongedaanmaking, zoals hij dat deed in haar totstandkoming. Hij beschikt voor beide over de middelen, zoals hij die altijd had. De speciaalheid die hij gekozen heeft om zichzelf pijn te doen werd door God als het middel voor zijn verlossing aangewezen, vanaf hetzelfde ogenblik waarin die keuze werd gemaakt. Zijn speciale zonde werd tot zijn speciale genade gemaakt. Zijn speciale haat werd zijn speciale liefde.

 

In het begin der tijden vroegen we God om een speciale gunst (zie T13.III.10). Toen Hij weigerde ons die te verlenen, verlieten we ons thuis en verzonnen een wereld waarin we speciaal konden zijn. Dat was een pijnlijke keuze, maar onze Vader hield zoveel van ons dat Hij een remedie meegaf. Onze speciale zonde werd getransformeerd in een unieke genade. Onze speciale haat werd getransformeerd in een unieke liefde. En wanneer we onze functie in de tijd op ons nemen, zullen we ontdekken dat de krankzinnige wereld die we hebben gemaakt niet ons werkelijke thuis is, dat we in feite nooit in staat zijn geweest om ons ware thuis te verlaten.

(Toelichtingen door Greg Mackie)

 

7. De Heilige Geest heeft jouw speciale functie nodig, opdat de Zijne mag worden vervuld. Denk niet dat het jou hier aan speciale waarde ontbreekt. Jij wilde die, en ze is je gegeven. Alles wat jij gemaakt hebt kan de verlossing gemakkelijk en goed van dienst zijn. De Zoon van God kan geen keuze maken die de Heilige Geest niet te zijner gunste – en niet tégen hem – kan aanwenden. Alleen in het duister lijkt je speciaalheid een aanval te zijn. In het licht zie je die als jouw speciale functie in het plan om Gods Zoon van alle aanval te verlossen, en hem te laten begrijpen dat hij veilig is, zoals hij dat in de tijd evengoed als in de eeuwigheid altijd is geweest en blijven zal. Dit is de functie die jou ten behoeve van jouw broeder gegeven is. Neem die dan ook zachtjes uit je broeders handen aan, en laat de verlossing in jou volmaakt in vervulling gaan. Doe dit ene, opdat alles jou gegeven wordt.

 

Wie van ons verlangt er niet naar om in deze wereld een speciale waarde te hebben? We proberen dit verlangen te vervullen door ons boven anderen te verheffen; door hen aan te vallen en daardoor zelf onaantastbaar te lijken. In de duisternis van deze wereld neemt onze speciaalheid de vorm van een aanval aan, maar in Gods licht zien we dat de Heilige Geest onze speciaalheid transformeert tot onze speciale functie in Zijn plan om ons te verlossen van elke aanval. Dit stelt ons in staat om te leren dat we daar altijd vrij van zijn geweest. In deze alinea kunnen we Jezus bijna horen smeken om onze speciale vergevingsfunctie daadwerkelijk op ons te nemen, zodat we anderen verlossen en zelf verlost kunnen worden.

 

Toepassing : Het onderstaande gebed kan je helpen om je speciale functie op je te nemen:

Heilige Geest, ik weet dat u mijn speciale functie nodig heeft om de uwe te vervullen.

Uw plan is niet compleet totdat ik mijn speciale functie op me neem

en de rol vervul die mij is toegewezen

om mijzelf compleet te maken in een wereld waar incompleetheid de toon aangeeft.

Ik heb een speciale waarde hier.

Ik wilde die, en ze is mij gegeven.

Daarom ben ik bereid om mijn speciale functie te vervullen.

Ik open mijn denkgeest voor u die weet hoe ik dit kan doen en mij daarin zult leiden.

Ik wil dit ene doen, opdat alles mij gegeven wordt.

(Toelichtingen door Greg Mackie)