Hoofdstuk 8

De terugreis

IV. De gave der vrijheid

 

1. Als Gods Wil voor jou totale vrede en vreugde is en dit niet het enige is wat jij ervaart, dan kan het niet anders of jij weigert Zijn Wil te erkennen. Zijn Wil wankelt niet, omdat die voor eeuwig onveranderlijk is. Wanneer jij niet in vrede bent, kan dat alleen maar komen doordat je niet gelooft dat jij in Hem bent. Toch is Hij Alles in alles. Zijn vrede is totaal, dus moet jij erin opgenomen zijn. Zijn wetten regeren jou aangezien ze alles regeren. Jij kunt jezelf niet buiten Zijn wetten stellen, hoewel je ze wel negeren kunt. Maar dan, en alleen dan, zul jij je eenzaam en hulpeloos voelen, omdat jij jezelf alles ontzegt.

 

Over het algemeen associëren wij Gods Wil met eerbetoon en opoffering. Wat God echter werkelijk voor ons wil is 'totale vrede en vreugde'. Zijn Wil gehoorzamen betekent dus het aanvaarden van totale vrede en vreugde. Wanneer we dit niet ervaren komt dat niet doordat iemand het van ons heeft afgepakt, maar omdat we weigeren Zijn Wil te erkennen. Deze weigering is echter niet zo machtig als we denken. We zijn nog steeds deel van Gods vrede, omdat we nog steeds deel zijn van Hem. Hoe kunnen we buiten God zijn, als Hij 'Alles in alles' is? Zijn wetten regeren ons nog steeds, 'aangezien ze alles regeren'. We bezitten nog steeds totale vrede en vreugde, we weigeren alleen ernaar te kijken.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. Ik ben als licht gekomen in een wereld die zichzelf inderdaad alles ontzegt. Ze doet dit simpelweg door zich van alles te dissociëren. Ze is daarom een illusie van isolement, instandgehouden door de angst voor precies die eenzaamheid die haar illusie uitmaakt. Ik heb gezegd dat ik altijd met je ben, tot aan het einde van de wereld. Daarom ben ik het licht van de wereld. Als ik met jou ben in de eenzaamheid van de wereld is die eenzaamheid weg. Je kunt de illusie van eenzaamheid niet instandhouden wanneer jij niet alleen bent. Mijn doel is het dus nog steeds de wereld te overwinnen. Ik val haar niet aan, maar mijn licht moet haar wel verjagen op grond van wat ze is. Licht valt de duisternis niet aan, maar schijnt haar weg. Als mijn licht jou overal vergezelt, schijn je haar samen met mij weg. Het licht wordt dan het onze, en jij kunt evenmin in het duister zijn als er duisternis kan zijn waar jij maar gaat. De gedachtenis aan mij is de gedachtenis aan jouzelf en aan Hem die mij naar jou gezonden heeft.

 

Jezus is in een wereld gekomen die zichzelf alles ontzegt. Maar in werkelijkheid is dit dissociatie. We hebben en zijn nog steeds alles, we hebben alleen een scheiding aangebracht in onze denkgeest die ons bewustzijn ervan blokkeert. 'Ze is daarom een illusie van isolement'. We lijken slechts alléén en afgescheiden te zijn.

Jezus is gekomen om deze illusie te verdrijven met zijn licht. En als zijn licht overal met ons meegaat, wordt het ook ons licht en kunnen we niet in het duister zijn. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Je verbleef in duisternis tot Gods Wil door enig deel van het Zoonschap volledig was volbracht. Toen dit gebeurde, was hij door allen volmaakt volbracht. Hoe zou hij anders volmaakt volbracht kunnen worden? Mijn opdracht was eenvoudig de wil van het Zoonschap met de Wil van de Vader te verenigen door mijzelf van de Wil van de Vader bewust te zijn. Het is dit bewustzijn dat ik jou kwam geven, en jouw probleem met dit te aanvaarden is het probleem van deze wereld. Dat op te lossen betekent verlossing, en in die zin ben ik de verlossing van de wereld. De wereld moet mij daarom wel verachten en verwerpen, want de wereld is het geloof dat liefde onmogelijk is. Als jij het feit wilt aanvaarden dat ik bij jou ben, dan ontken je de wereld en aanvaard je God. Mijn wil is de Zijne, en jouw beslissing om mij te horen is de beslissing Zijn Stem te horen en te leven in Zijn Wil. Zoals God mij naar jou heeft gezonden, zo zal ik jou naar anderen zenden. En ik zal samen met jou tot hen gaan, zodat we aan hen vrede en eenheid kunnen leren.

 

Het eerste deel van deze alinea verwijst naar het Cursus-leerpunt dat wij tegelijk met Jezus ontwaakten. Een deel van onze slapende denkgeest het juist gerichte deel werd wakker, en herinnerde zich God. Jezus ontwaakte door zich volledig bewust te zijn van de Wil van de Vader, en dat bewustzijn wil hij aan ons doorgeven. Het onjuist gerichte deel van onze denkgeest verzet zich daar echter tegen. Het ego fluistert ons in dat Jezus niet weet hoe het is om hier in de wereld te zijn. We betwijfelen of hij wel echt bij ons is. We negeren zijn adviezen. We zien hem niet als onze gids bij elke stap op onze weg. Door hem af te wijzen, wijzen we God af, en dat is wat het ego wil. Als we Jezus echter aanvaarden door te erkennen dat hij altijd bij ons is en dat hij weet wat we moeten doen, 'dan ontken je de wereld en aanvaard je God'. Dan worden we zijn handen en voeten in de wereld, zodat we 'vrede en eenheid' kunnen leren aan onze broeders. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. Denk je niet dat de wereld evenzeer vrede nodig heeft als jij? Wil je die niet even graag aan de wereld geven als je die zelf ontvangen wilt? Want als je dat niet doet, zul je die niet ontvangen. Als je vrede van mij wilt hebben, dien je die te geven. Genezing komt van niemand anders. Jij moet leiding van binnenuit aanvaarden.  Die leiding moet je verlangen, anders zal ze voor jou zonder betekenis zijn. Dat is de reden waarom genezing een gezamenlijke onderneming is. Ik kan je zeggen wat jou te doen staat, maar jij moet meewerken door te geloven dat ik weet wat jij moet doen. Alleen dan zal jouw denkgeest ervoor kiezen mij te volgen. Zonder deze keuze zou jij niet kunnen worden genezen, omdat je dan tegen genezing gekozen had, en deze afwijzing van wat ik voor jou beslis maakt genezing onmogelijk.

 

Deze alinea spreekt over onze afwijzing van Jezus: we gaan ervan uit dat hij niet echt weet wat we moeten doen. Een goed voorbeeld daarvan is onze reactie op de eerste zinnen, waarin Jezus zegt: Als je vrede wilt hebben, moet je haar aan de wereld geven. En dat geven moet oprecht zijn. Je moet de wereld even graag vrede willen geven als jij zelf vrede wilt ontvangen.

Als we dit horen, trekken we er dan meteen op uit om dit advies op te volgen? Waarschijnlijk niet. En betekent dat niet dat we Jezus' advies niet serieus nemen? Als we een advies dat ons vrede belooft echt zouden geloven, zouden we het onmiddellijk opvolgen. Jezus kan ons de hele dag leiding geven, maar we zullen die leiding ook moeten aanvaarden met onze eigen wil. We moeten haar omarmen. We moeten de kracht van onze motivatie eraan toevoegen.

Als we dat niet doen, als we denken: 'het klinkt mooi, maar dat ga ik niet doen', wijzen we zijn hulp af. Dan weigeren we met hem samen te werken en kiezen in feite tegen onze eigen genezing.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Genezing weerspiegelt onze gezamenlijke wil. Dit is zonneklaar als je bedenkt waartoe genezing dient.  Genezing is de manier waarop de afscheiding wordt overwonnen. Afscheiding wordt overwonnen door vereniging. Ze kan niet door af te scheiden worden overwonnen. De beslissing om te verenigen moet eenduidig zijn, anders is de denkgeest zelf verdeeld en niet heel. Jouw denkgeest is het middel waarmee jij je eigen toestand bepaalt, omdat de denkgeest het beslissingsmechanisme is. Het is de kracht waarmee jij afscheidt of verenigt, en dienovereenkomstig pijn of vreugde ervaart. Mijn beslissing kan die van jou niet overstemmen, want de jouwe is even machtig als de mijne. Als dat niet zo was, zouden de Zonen van God niet gelijk zijn. Dankzij onze gezamenlijke beslissing is alles mogelijk, maar die van mij alleen kan jou niet helpen. Jouw wil is even vrij als de mijne, en God Zelf zal daar niet aan tornen. Ik kan niet willen wat God niet wil. Ik kan mijn kracht schenken om de jouwe onoverwinnelijk te maken, maar ik kan me niet tegen jouw beslissing verzetten zonder ermee te wedijveren en daardoor Gods Wil voor jou geweld aan te doen.

 

Het eerste deel van deze alinea presenteert een eenvoudige maar overtuigende redenering: genezing is de uitweg uit afscheiding. Daarom betekent genezing vereniging met Jezus en al onze broeders. We verenigen ons met Jezus door ons te verenigen met zijn wil voor ons en zijn leiding volledig te aanvaarden. We doen dit heel vaak niet. Hoe groot is bijvoorbeeld je motivatie om evenveel vrede aan de wereld te geven als je zelf wilt ontvangen? Heb je er überhaupt al over nagedacht hoe je dat gaat doen? Of heb je het hele idee al min of meer losgelaten? Dat is namelijk meestal het geval. We luisteren, we raken geïnspireerd, maar we verenigen onze wil niet met die van Jezus.

Misschien denk je dat Jezus dat voor ons kan doen, maar het laatste deel van deze alinea legt uit waarom hij dat niet kan: God heeft Zijn Zoon een vrije wil gegeven en zal deze niet meer van ons wegnemen. Hij verzet zich niet tegen onze beslissingen. Jezus, die net als wij Gods Zoon is, heeft dezelfde vrije wil als wij en kan de onze dus niet overstijgen. En omdat zijn wil één is met die van God, wil hij dat ook niet, omdat dat niet Gods Wil is. Conclusie: we moeten zelf beslissen of we onze wil al dan niet verenigen met de zijne. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Niets wat God geschapen heeft kan zich tegen jouw beslissing verzetten, zoals niets wat Hij geschapen heeft zich tegen Zijn Wil verzetten kan. God verleende aan jouw wil macht, die ik alleen maar kan erkennen ter ere van die van Hem. Als jij wilt zijn zoals ik, zal ik jou helpen, want ik weet dat wij gelijk zijn. Als jij anders wilt zijn, zal ik wachten tot jij anders gaat denken. Ik kan je weliswaar onderwijzen, maar alleen jij kunt kiezen of je luistert naar wat ik onderwijs. Hoe kan het ook anders, waar Gods Koninkrijk vrijheid betekent? Vrijheid kan door geen enkel soort tirannie worden geleerd, en de volmaakte gelijkheid van al Gods Zonen kan niet worden begrepen door middel van de heerschappij van de ene denkgeest over de andere. Gods Zonen zijn gelijk van wil, omdat ze allen de Wil van hun Vader zijn. Dit is de enige les die ik kwam onderwijzen.

 

Aangezien God Zijn macht gegeven heeft aan onze wil, zou iets dat tegen onze wil ingaat God overstijgen, en Jezus wil dat niet en kan dat ook niet. Als wij 'nee' zeggen tegen Jezus, kan hij alleen maar wachten totdat we ervoor kiezen dit 'nee' te veranderen in 'ja'. We kunnen wel wensen dat Jezus er gewoon voor zorgt dat we dit willen, maar dat zou neerkomen op 'tirannie', op 'heerschappij van de ene denkgeest over de andere'. En dat is totaal in tegenspraak met de aard van het Koninkrijk. We moeten er komen door totale vrijheid, want het Koninkrijk is vrijheid.

 

Toepassing : Zeg tegen Jezus:

Jezus, ik wil zijn zoals jij.

Leer me hoe ik kan zijn zoals jij.

Leer me dat we in werkelijkheid al gelijk zijn.

Ik wil je volgen, erop vertrouwend dat jij de weg weet, want ik weet dat niet.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. Als jouw wil niet de mijne was, zou hij niet die van onze Vader zijn. Dit zou betekenen dat jij de jouwe gekooid hebt, en niet vrij hebt laten zijn. Van jezelf uit kun jij niets, want van jezelf uit ben jij niets. Ik ben niets zonder de Vader en jij bent niets zonder mij, want door de Vader te verloochenen verloochen jij jezelf. Ik zal jou steeds gedenken, en in mijn gedachtenis van jou ligt jouw gedachtenis van jezelf. Door elkaar te gedenken, gedenken wij God. En in die gedachtenis ligt jouw vrijheid, want jouw vrijheid is in Hem. Sluit je dus bij mij aan in het verheerlijken van Hem en jou die Hij geschapen heeft. Dit is onze dankgave aan Hem, die Hij zal delen met al Zijn scheppingen aan wie Hij al wat voor Hem aanvaardbaar is gelijkelijk geeft. Omdat het voor Hem aanvaardbaar is, is het de gave van vrijheid, die Zijn Wil is voor al Zijn Zonen. Door vrijheid te schenken zul jij vrij zijn.

 

Onze ware wil is Gods Wil. In werkelijkheid willen we precies hetzelfde als Hij, maar daar zijn we ons niet van bewust. We hebben onze ware wil gekooid. Daarom hebben we Jezus' hulp nodig. We kunnen onze ware wil niet bevrijden met de wil van ons afgescheiden zelf, want ons afgescheiden zelf is niets: 'Van jezelf uit kun jij niets, want van jezelf uit ben jij niets'. We hebben Jezus' herinnering van ons nodig om onze wil te doen ontwaken. Wij zijn altijd in zijn herinnering (wat een geweldige gedachte, nietwaar?) en als wij zijn herinnering kunnen beantwoorden door ons hem te herinneren, kunnen we ons samen God herinneren. Zo vinden we onze ware wil en onze ware vrijheid, want onze vrijheid is in God.

 

Toepassing : De laatste zinnen van deze alinea vertellen ons hoe we samen met Jezus onze ware wil kunnen bevrijden. Ik heb dit vertaald in de volgende tekst, die we tegen Jezus uit kunnen spreken:

Jezus, ik sluit me bij jou aan in het verheerlijken van onze Vader, en van de volmaaktheid die Hij in mij schiep.

Ik sluit me bij jou aan in dankbaarheid jegens God en Zijn schepping van mij.

Ik weet dat God onze dankbaarheid aan zal nemen en met al onze broeders zal delen.

Hij zal het ons teruggeven als het geschenk van vrijheid.

Hij zal mijn ware wil bevrijden en met de Zijne verenigen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Vrijheid is de enige gave die jij Gods Zonen kunt schenken, omdat het de erkenning is van wat zij zijn en wat Hij is. Vrijheid is schepping, want het is liefde. Wie jij tot een gevangene probeert te maken heb je niet lief. Dus wanneer jij wie ook, jezelf incluis, tot een gevangene probeert te maken, heb je hem niet lief en kun jij je niet met hem identificeren. Wanneer jij jezelf tot een gevangene maakt, verlies jij je ware identificatie met mij en met de Vader uit het oog. Je identificatie vindt plaats met de Vader en met de Zoon. Het kan niet met de Een en niet tevens met de Ander. Als jij deel bent van de Een moet jij ook deel zijn van de Ander, want Zij zijn Eén. De Heilige Drie-eenheid is heilig omdat Ze Eén is. Als jij jezelf van deze eenheid uitsluit, neem jij de Heilige Drie-eenheid als afgescheiden waar. Jij moet Daar wel in opgenomen zijn, want Ze is alles. Als jij je plaats Daarin niet inneemt, en je functie als deel Daarvan niet op je neemt, is de Heilige Drie-eenheid evenzeer beroofd als jij. Geen enkel deel Daarvan kan gevangen zijn, wil Haar waarheid worden gekend.

 

Vrijheid is het enige geschenk dat we onze broeders kunnen aanbieden, want dat is de manier waarop we kunnen zien wat ze zijn. Wanneer we proberen iemand tot een gevangene te maken, houden we niet van hem. Stel je voor wat er zou gebeuren met onze relaties, als we dit in praktijk zouden brengen!

Vrijheid is eveneens het enige geschenk dat we onszelf kunnen aanbieden. We maken onszelf tot een gevangene door onze ware wil, onze heilige wil, niet naar buiten te laten komen; door onze ware impulsen om lief te hebben en ons te verenigen te onderdrukken. Met andere woorden: wanneer we onze eenheid met iedereen ontkennen (alinea 1 en 2) en weigeren Jezus' leiding te aanvaarden (alinea 4 en 5) zijn we niet vrij. We ketenen onze ware wil, en daarmee ontkennen we onze eenheid met God, Jezus, en het gehele Zoonschap. We ontkennen onze plaats in de Heilige Drie-eenheid, waardoor we haar heelheid beschadigen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)