Hoofdstuk 5

Genezen en heelheid

III. De Gids naar verlossing

 

1. Je herkent jouw broeder als zodanig door de Heilige Geest in hem te herkennen. Ik heb al gezegd dat de Heilige Geest de Brug is voor het transformeren van waarneming in kennis, dus kunnen we de termen gebruiken alsof ze verwant zijn, want in Zijn Denkgeest zijn ze dat ook. Deze verwantschap moet wel in Zijn Denkgeest bestaan, want was dat niet zo, dan zou de scheiding tussen deze twee denkwijzen niet voor genezing openstaan. Hij maakt deel uit van de Heilige Drie-eenheid, want Zijn Denkgeest is deels die van jou en ook deels die van God. Dit vraagt om verduidelijking, niet door een verklaring maar door ervaring.

 

Eerder is ons verteld dat we onze broeders genezen door hen te kennen. Maar hoe Ieren we hen kennen? Door de Heilige Geest in hen te herkennen, oftewel waar te nemen.

Ons is echter ook verteld dat waarneming en kennis van een volkomen ander niveau zijn. Hoe kan het waarnemen van de Heilige Geest in een broeder dus leiden tot hem kennen? Omdat de Heilige Geest de brug is van waarneming naar kennis.

 

Toepassing : Denk aan iemand die ziek is, en zeg in gedachten tegen hem of haar:

Ik zie de Heilige Geest in jou.

Ik erken een Aanwezigheid in jou die volkomen gezond is,

die je altijd naar jouw eigen gezondheid wil leiden,

en daar uiteindelijk ook in zal slagen.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

2. De Heilige Geest is het idee van genezing. Omdat het een gedachte is, neemt het idee toe naarmate het wordt gedeeld. Omdat het de Roep is namens God, is het tevens het idee van God. Aangezien jij deel bent van God, is het tevens het idee van jouzelf, alsook van al Zijn scheppingen. Het idee van de Heilige Geest deelt de eigenschappen van andere ideeën omdat het de wetten van het universum volgt waarvan het deel uitmaakt. Het wordt sterker door te worden weggeschonken. Het groeit in jou wanneer jij het aan jouw broeder schenkt. Jouw broeder hoeft zich niet bewust te zijn van de Heilige Geest in hemzelf of in jou om dit wonder te laten plaatsvinden. Misschien heeft hij, net als jij dat deed, de Roep namens God gedissocieerd. Die dissociatie wordt in jullie beiden genezen wanneer jij je de Roep namens God in hem bewust wordt, en aldus het bestaan ervan erkent.

 

De Heilige Geest is een idee het idee van genezing, van God, van jouzelf, en van alle scheppingen van God. Door Hem te zien in je broeders, geef je dit idee in feite aan hen. Dit geschenk heeft de macht hen bewust te maken van wat ze zijn vergeten: dat zich in de diepte van hun denkgeest een Roep bevindt die altijd blijft klinken de Stem namens God die hen naar huis roept. Dit geschenk heeft eveneens de macht om jouw bewustzijn van deze Aanwezigheid in jezelf te versterken. Want een idee dat je deelt, versterkt het in je eigen denkgeest. Met andere woorden: dit geschenk is een wonder. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

3. Er zijn twee diametraal tegenover elkaar staande manieren om jouw broeder te zien. Ze moeten zich beide in jouw denkgeest bevinden, omdat jij de waarnemer bent. Ze moeten zich ook in de zijne bevinden, omdat jij hem waarneemt. Zie hem via de Heilige Geest in zijn denkgeest, en je zult Hem in die van jou herkennen. Wat jij in jouw broeder erkent, erken je in jouzelf, en wat jij deelt, versterk je.

 

De twee tegenover elkaar staande manieren om onze broeders waar te nemen, zijn de manier van het ego en de manier van de Heilige Geest. Elke manier heeft betrekking op het ego of de Heilige Geest in zowel de waarnemer als de waargenomen persoon.

Wanneer we dus zeggen: 'ik wil niet het ego in jou zien', betekent dit: 'Ik wil niet naar jou kijken met de ogen van mijn ego, en daarmee het ego in jou zien'. Maar het betekent ook: 'Ik wil naar jou kijken met de ogen van de Heilige Geest, en daarmee de Heilige Geest jou zien'.

Door dit te doen versterken we het bewustzijn van de Heilige Geest in onze eigen denkgeest.

 

Toepassing : Denk aan degene die momenteel het dichtste bij je staat en zeg:

Ik wil naar jou kijken met de ogen van de Heilige Geest, en daarmee de Heilige Geest in jou zien. Ik weet dat ik daarmee tegelijkertijd mijn bewustzijn van Hem in mijn eigen denkgeest versterk. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

4. De Stem van de Heilige Geest is zwak in jou. Daarom moet je Haar met anderen delen. Voor je Haar kunt horen moet Ze eerst toegenomen zijn in kracht. Het is onmogelijk Haar in jezelf te horen zolang Ze in jouw denkgeest nog zo zwak is. Op Zichzelf is Ze niet zwak, maar Ze wordt beperkt door jouw onwil Haar te horen. Als je de vergissing begaat de Heilige Geest alleen in jouzelf te zoeken, zullen je gedachten je angst aanjagen, omdat je, door het standpunt van het ego aan te nemen, een tocht onderneemt die vreemd is aan het ego, met het ego als gids. Dit moet onherroepelijk angst veroorzaken.

 

Velen van ons klagen dat dat we de Heilige Geest niet kunnen horen. Dat komt, zegt Jezus, doordat we Zijn stem verzwakt hebben door onze onwil om te luisteren. Wanneer we het idee van de Heilige Geest aan onze broeders geven door Hem in hen te zien wordt Zijn Stem in onszelf sterker. Onze bereidheid om Hem in anderen te zien, versterkt eveneens de bereidheid om Hem in onszelf te horen.

Wanneer we de Heilige Geest niet kunnen horen, lijkt het intensiveren van onze innerlijke zoektocht de oplossing te zijn, bijvoorbeeld door steeds vaker en langer te mediteren. Jezus is niet tegen meditatie, maar hij dringt er wei op aan om dit te combineren met de vereniging met onze broeders. Als we de Heilige Geest alleen in onszelf zoeken, nemen we weliswaar afstand van het ego reen tocht die vreemd is aan het ego'), maar doen dat wel samen met het ego ('met het ego als gids'). Het is alsof je een berg beklimt met een gids die hoogtevrees heeft. Dat kan uiteraard alleen maar angst veroorzaken. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

5. Uitstel is eigen aan het ego, omdat tijd een concept van hem is. Zowel tijd als uitstel hebben in de eeuwigheid geen betekenis. Ik heb eerder al gezegd dat de Heilige Geest Gods Antwoord op het ego is. Alles waaraan de Heilige Geest jou herinnert, staat in directe tegenstelling tot de denkbeelden van het ego, omdat ware en onware waarnemingen zelf tegengesteld zijn. De Heilige Geest heeft tot taak ongedaan te maken wat het ego heeft gemaakt. Hij maakt dit ongedaan op hetzelfde niveau als waarop het ego opereert, anders zou de denkgeest niet in staat zijn de verandering te begrijpen.

 

In de eeuwigheid hebben tijd en uitstel geen betekenis. Dat lijkt te impliceren: 'Neem alle tijd die je wilt', maar uitstel is altijd iets van het ego. Het is de ultieme uitsteller. Zijn uiteindelijke doel is het uitstellen van de eeuwigheid.

Het ego vertelt ons altijd wat we willen horen, terwijl de Heilige Geest het tegenovergestelde zegt van wat het ego wil horen. De belangrijkste taak van de Heilige Geest is het ongedaan maken van het ego-denksysteem, en daarmee alles wat wij voor werkelijk houden. Hij daagt alles uit waar wij waarde aan toekennen, en als Hij daarmee klaar is zal niets meer hetzelfde zijn.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

6. Ik heb herhaaldelijk beklemtoond dat het ene niveau van de denkgeest niet door het andere kan worden begrepen. Dat geldt ook voor het ego en de Heilige Geest, voor tijd en eeuwigheid. Eeuwigheid is een idee van God, en dus begrijpt de Heilige Geest het volkomen. Tijd is een overtuiging van het ego, en dus aanvaardt de lagere denkgeest, die het domein van het ego is, tijd zonder enige bedenking. Het enige aspect van de tijd dat eeuwig is, is nu.

 

Het ego en de Heilige Geest kunnen elkaar nooit begrijpen. Daarom hebben we de Heilige Geest nodig als bemiddelaar, zoals we in de volgende alinea zullen zien.

Het ego begrijpt niets van de eeuwigheid, het natuurlijke domein van de geest. Daarom heeft het geen idee wat 'het enige eeuwige aspect van de tijd is nu' betekent. Het denkt dat dit betekent: 'Maak je geen zorgen over de toekomst', of: 'Geniet van dit moment'.

Zoals de Cursus later uitlegt betekent het echter letterlijk dat alleen dit ogenblik werkelijk is, en dat we de eeuwigheid zouden ervaren als we volledig de pure aanwezigheid van dit moment zouden kunnen binnengaan niet de ervaring ervan, alleen de lege aanwezigheid.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

7. De Heilige Geest is de Middelaar tussen de interpretaties van het ego en de kennis van de geest. Zijn vermogen om met symbolen om te gaan stelt Hem in staat om met de overtuigingen van het ego te werken in diens eigen taal. Zijn vermogen om achter symbolen de eeuwigheid te aanschouwen stelt Hem in staat de wetten van God te begrijpen, uit naam waarvan Hij spreekt. Daarom kan Hij de functie vervullen te herinterpreteren wat het ego maakt, niet door te vernietigen maar door te begrijpen. Begrijpen is licht, en licht leidt tot kennis. De Heilige Geest is in het licht omdat Hij zich in jou bevindt die licht bent, maar jijzelf hebt daar geen weet van. Daarom is het de taak van de Heilige Geest om jou uit naam van God opnieuw te interpreteren.

 

Om deze alinea echt te kunnen begrijpen, moeten we haar zien als de voortzetting van een thema waarmee aan het eind van alinea 5 werd begonnen.

Het ego en de geest begrijpen elkaar in het geheel niet. Omdat het ego alleen bereikt en ongedaan kan worden gemaakt op zijn eigen niveau, hebben we de Heilige Geest nodig als Middelaar tussen de beide niveaus. Hij heeft het vermogen om een perceptuele weerspiegeling van kennis rechtstreeks in te voeren in het ego-denksysteem. Daar kan hij de taal van het ego spreken, en de symbolen van het ego herinterpreteren: 'Denk je dat dit symbool dat betekent?

Wel, het betekent in werkelijkheid iets heel anders'. Zo kan Hij een inzicht in de denkgeest brengen, dat kort daarvoor nog verborgen werd door het ego. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

8. Op eigen kracht kun jij jezelf niet begrijpen. Dat komt doordat jij los van je rechtmatige plaats in het Zoonschap geen betekenis hebt, en de rechtmatige plaats van het Zoonschap is God. Dit is je leven, je eeuwigheid en je Zelf. Hieraan is het dat de Heilige Geest jou herinnert. Dit is het wat de Heilige Geest ziet. Deze visie jaagt het ego angst aan, omdat ze zo vredig is. Vrede is de grootste vijand van het ego omdat oorlog, volgens zijn interpretatie van de werkelijkheid, zijn voortbestaan garandeert. Het ego wordt sterk door strijd. Als je gelooft dat er strijd is, zul jij kwaadaardig reageren omdat het idee van gevaar je denkgeest is binnengeslopen. Dat idee alleen al is een appèl op het ego. De Heilige Geest is even alert als het ego op de roep van het gevaar, en weerstaat die met Zijn kracht waar het ego die juist verwelkomt. De Heilige Geest pareert dit welkom door vrede te verwelkomen. Eeuwigheid en vrede zijn met elkaar even nauw verbonden als tijd en oorlog.

 

Wij proberen onszelf te begrijpen op basis van twee uitgangspunten: ten eerste dat we het vermogen bezitten om door onszelf begrepen te worden, en ten tweede dat we door onszelf begrepen kunnen worden als losstaand van anderen en van het geheel. Jezus is het met beide uitgangspunten niet eens.

Wij hebben geen betekenis los van onze broeders en het gehele Zoonschap. Wie we zijn overstijgt ons kleine zelf volledig. Daarom hebben we de Heilige Geest nodig om ons voor onszelf te interpreteren. Hij weerlegt de beperkte ego-kijk op onszelf en toont ons een visie van onze ware grootsheid. Deze visie is volkomen rustig en vredig. En dat beangstigt het ego, want het ego definieert ons in relatie tot strijd en onze reactie op gevaar. Wie zouden we zijn zonder bedreigingen, uitdagingen, crisissen en problemen om op te reageren? Het ego houdt van bedreigingen, het houdt van 'de roep van het gevaar', want die roep is een geweldig excuus om kwaadaardig te reageren en aanval is de essentie van het ego. We realiseren ons niet dat, terwijl wij toegeven aan deze kwaadaardigheid, de Heilige Geest de roep van het gevaar met Zijn kracht weerstaat, en ons uitnodigt om in plaats daarvan vrede te verwelkomen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

9. Waarneming ontleent betekenis aan relaties. Die welke je aanvaardt vormen de grondslag van je overtuigingen. De afscheiding is slechts een andere term voor een gespleten denkgeest. Het ego is het symbool van afscheiding, precies zoals de Heilige Geest het symbool van vrede is. Wat jij waarneemt in anderen versterk je in jezelf. Jij laat je denkgeest misschien verkeerd waarnemen, maar de Heilige Geest laat jouw denkgeest zijn eigen verkeerde waarnemingen herinterpreteren.

 

Zowel in het rijk van de waarneming als in het rijk van kennis is de betekenis die we onszelf toekennen gebaseerd op onze relaties. Wanneer we geloven in afscheiding zien we iedereen als afgescheiden van onszelf en nemen we onszelf waar als een alleenstaand, betekenisloos en gebrekkig individu. Wanneer we in vrede geloven, en in iedereen de Heilige Geest zien, zullen we onszelf in een volkomen nieuw licht zien.

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

10. De Heilige Geest is de volmaakte Leraar. Hij gebruikt alleen wat je denkgeest al begrijpt om jou te leren dat je het niet begrijpt. De Heilige Geest kan met een onwillige leerling omgaan zonder tegen diens denkgeest in te gaan, omdat een deel daarvan nog steeds voor God kiest. Ondanks de pogingen van het ego dit deel te verbergen, is het nog steeds veel sterker dan het ego, hoewel het ego het niet ziet. De Heilige Geest ziet het perfect omdat het Zijn eigen woonstee is: de plaats in de denkgeest waar Hij thuis is. Ook jij bent er thuis, omdat het een plaats van vrede is, en vrede komt van God. Jij die deel bent van God, bent nergens thuis behalve in Zijn vrede. Als vrede eeuwig is, ben jij slechts thuis in de eeuwigheid.

 

Hier zien we hoe de Heilige Geest werkt. Hij ontmoet ons waar we zijn, Hij spreekt onze taal.

En als we zeggen: 'Ja, ik zie het ik kan je volgen ik begrijp wat je bedoelt', leidt Hij ons naar een onthutsende conclusie: 'Ik heb geen flauw idee wie ik ben'. Is dit niet precies hoe de Cursus werkt?

De derde zin van deze alinea bevat een belangrijke verklaring. De Heilige Geest kan niets doen zonder de toestemming van onze denkgeest, maar Hij heeft altijd toestemming, omdat een deel van onze denkgeest nog steeds voor God kiest. Dat deel is Zijn thuisbasis. Het lijkt subtiel en zwak te zijn, maar uiteindelijk wint het altijd. Dit heilige deel van onze denkgeest is de enige plaats waar ook wij werkelijk thuis zijn. En dit is wat de Heilige Geest ziet als Hij naar ons kijkt.

Dit is wat Hij ons wil leren. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

11. Het ego heeft de wereld gemaakt zoals het die waarneemt, maar de Heilige Geest, die herinterpreteert wat het ego gemaakt heeft, ziet de wereld als een leermiddel om jou thuis te brengen. De Heilige Geest moet tijd waarnemen, en die tot het tijdloze herinterpreteren. Hij moet via tegenstellingen werken, omdat Hij moet werken met en voor een denkgeest die in tegenstand verkeert. Corrigeer en leer, en sta open om te leren. Jij hebt de waarheid niet gemaakt, maar de waarheid kan jou nog steeds vrijmaken. Kijk zoals de Heilige Geest kijkt, en begrijp zoals Hij begrijpt. Zijn begrip blikt terug naar God in gedachtenis aan mij. Hij is steeds in gemeenschap* met God, en Hij maakt deel uit van jou. Hij is je Gids naar verlossing, omdat Hij de herinnering bewaart aan wat voorbij is en nog komen moet, en dat naar het heden toe brengt. Hij bewaart deze blijdschap liefdevol in jouw denkgeest, en vraagt alleen dat je die vermeerdert in Zijn Naam door die te delen, om zo Zijn vreugde in jou te vermeerderen.

 

Hier zien we een geweldig voorbeeld van de herinterpretatie van de Heilige Geest. In paragraaf VI zullen we daar meer van zien. Het ego heeft de wereld gemaakt als bewijs van de werkelijkheid van de afscheiding. De Heilige Geest herinterpreteert de wereld 'als een leermiddel om jou thuis te brengen'. Hij neemt wat wij gemaakt hebben en geeft het een tegengestelde betekenis. Hij werkt met tegenstellingen, omdat dat het gebied is waarin onze denkgeest zich bevindt: 'een slagveld waar tegenspraak regeert en tegendelen eindeloos oorlog voeren' (H27.2:7).

Daarom is het aan ons om ons open te stellen voor Zijn pogingen om onze waarneming te verplaatsen van het ene tegendeel naar het andere. We moeten bereid zijn Hem te geloven als Hij zegt: 'Wat dit of dat werkelijk betekent is het tegenovergestelde van wat jij dacht dat het betekende'. We moeten openstaan voor correctie, wat wil zeggen dat we bereid moeten zijn om van Hem te leren, omdat Hij 'steeds in gemeenschap is met God'. Hij bewaart voor ons de herinnering aan de Hemel die we verlaten hebben en waar we weer naar toe gaan. Het enige wat Hij wil is dat we van Hem leren en het geleerde delen met onze broeders, zodat Zijn vreugde in ons toe kan nemen. 

(Toelichtingen door Robert Perry)

 

* Er staat ‘communion’, wat ‘gemeenschap’ betekent maar ook ‘communie’ (RK) of ‘avondmaal’ (protestants). Zie ook de voorgaande zin, waarin een toespeling naar de avondmaalswoorden van Jezus is vervat.