7.   Moet genezing worden herhaald?

1. Deze vraag beantwoordt in feite zichzelf. Genezing kan niet worden herhaald. Als de zieke genezen is, waarvan moet hij dan nog verder worden genezen? En als genezing vaststaat – en we hebben al gezegd dat dit zo is – wat valt er dan nog te herhalen? Wanneer een leraar van God zich blijft bekommeren om het resultaat van de genezing, betekent dit dat hij de genezing beperkt. Nu is het de denkgeest van de leraar van God zelf die genezing behoeft. En juist dit dient hij mogelijk te maken. Nu is hij zelf de zieke en zo moet hij zichzelf ook zien. Hij heeft een vergissing begaan en moet bereid zijn zijn denken hierover te veranderen. Het ontbrak hem aan het vertrouwen dat waarlijk geven mogelijk maakt en zodoende kwam zijn geschenk hem niet ten goede.

 

2. Telkens wanneer een leraar van God heeft geprobeerd een kanaal voor genezing te zijn, is hij daarin geslaagd. Mocht hij in de verleiding komen hieraan te twijfelen, dan kan hij zijn vorige poging beter niet herhalen. Die was al maximaal, omdat de Heilige Geest die als zodanig heeft aanvaard en benut. Nu dient de leraar van God slechts één koers te volgen. Hij moet zijn gezond verstand gebruiken om zichzelf voor te houden dat hij het probleem heeft toevertrouwd aan Iemand die niet falen kan, en hij moet inzien dat zijn eigen onzekerheid geen liefde is maar angst, en daarom haat. Zijn positie is zodoende onhoudbaar geworden, want hij biedt iemand haat, aan wie hij liefde geboden heeft. Dit is onmogelijk. Nu hij eenmaal liefde geboden heeft, kan alleen liefde worden ontvangen.

 

3. Hierop moet de leraar van God vertrouwen. Dit is de werkelijke betekenis van de uitspraak dat het de enige verantwoordelijkheid van de wonderdoener is de Verzoening voor zichzelf te aanvaarden. De leraar van God is een wonderdoener omdat hij de geschenken geeft die hij ontvangen heeft. Maar hij dient ze eerst te aanvaarden. Meer hoeft hij niet te doen, en meer kan hij ook niet doen. Door genezing te aanvaarden kan hij die geven. Als hij hieraan twijfelt, laat hij zich dan herinneren Wie de gave gaf en Wie haar heeft ontvangen. Zo wordt zijn twijfel gecorrigeerd. Hij dacht dat de gaven van God teruggenomen konden worden. Dat was een vergissing, maar bepaald niet een om aan vast te houden. En dus kan de leraar van God haar alleen maar zien als wat ze is en haar voor hem laten corrigeren.

 

4. Een van de moeilijkst te onderkennen verleidingen is dat het twijfelen aan een genezing vanwege het feit dat de symptomen blijven terugkomen, een misvatting is in de vorm van gebrek aan vertrouwen. Als zodanig is het een aanval. Gewoonlijk lijkt het juist het tegenovergestelde te zijn. Het lijkt aanvankelijk onredelijk als je verteld wordt dat aanhoudende bezorgdheid een aanval is. Het heeft er alle schijn van liefde te zijn. Maar liefde zonder vertrouwen is onmogelijk, en twijfel en vertrouwen kunnen niet samengaan. En haat kan niet anders dan de tegenpool van liefde zijn, ongeacht de vorm die hij aanneemt. Twijfel niet aan het geschenk, en het is onmogelijk het resultaat ervan in twijfel te trekken. Dit is de zekerheid die Gods leraren de kracht geeft wonderdoeners te zijn, want zij hebben in Hem hun vertrouwen gesteld.

 

5. Twijfel aan zichzelf is wat er in werkelijkheid altijd ten grondslag ligt aan twijfel over de afloop van enig probleem dat aan Gods Leraar wordt toevertrouwd om te worden opgelost. En dat houdt noodzakelijkerwijs in dat er vertrouwen werd gesteld in een illusoir zelf, want alleen aan zo’n zelf kan worden getwijfeld. Deze illusie kan vele vormen aannemen. Misschien is er angst voor zwakheid en kwetsbaarheid. Misschien is er angst voor falen en schaamte die samengaat met een gevoel van ontoereikendheid. Misschien is er een schuldbeladen verlegenheid die voortkomt uit valse nederigheid. De vorm van de vergissing is onbelangrijk. 8 Wat telt is alleen dat een vergissing als een vergissing wordt herkend.

 

6. De vergissing bestaat altijd uit een of andere vorm van bezorgdheid om het zelf met uitsluiting van de zieke. Het is de nalatigheid hem als deel van het Zelf te herkennen, en het vertegenwoordigt zodoende een verwarring van identiteit. Een conflict over wat jij bent is je denkgeest binnengeslopen en nu ben je misleid omtrent jezelf. En je bent misleid omtrent jezelf, doordat je de Bron van je schepping hebt ontkend. Als je slechts genezing aanbiedt, kun je niet twijfelen. Als je werkelijk het probleem opgelost wilt hebben, kun je niet twijfelen. Als voor jou vaststaat wat het probleem is, kun je niet twijfelen. Twijfel is het resultaat van tegenstrijdige wensen. 9 Wees zeker van wat jij wilt, en twijfel wordt onmogelijk.