Hoofdstuk 13
De schuldeloze wereld
VI. Het heden vinden
1. Waarlijk waarnemen is je van de gehele werkelijkheid bewust zijn door je bewust te zijn van die van jezelf. Maar hierom mogen er geen illusies in je blikveld opdoemen, want de werkelijkheid laat geen ruimte voor enige dwaling. Dit betekent dat je een broeder alleen waarneemt zoals je hem nu ziet. Zijn verleden bezit in het heden geen werkelijkheid, en dus kun je dat niet zien. Jouw vroegere reacties tegenover hem zijn er evenmin, en als je daarop reageert, zie je in zijn plaats slechts een beeld van hem dat jij hebt gemaakt en koestert. Wanneer jij illusies in twijfel trekt, vraag jezelf dan af of het werkelijk zinnig is om wat geweest is waar te nemen alsof het nu is. Als jij je het verleden in herinnering brengt wanneer je naar je broeder kijkt, zul je niet in staat zijn de werkelijkheid die nu is, waar te nemen.
Waarlijk waarnemen betekent vanuit onze eigen werkelijkheid naar de totale werkelijkheid kijken; alleen zien wat er nu is, zonder perceptuele vergissingen van welke aard dan ook. Het cruciale punt is dat we niet meer moeten kijken naar het verleden van onze broeders en onze vroegere reacties op hen. Want als we dat doen, houden we een beeld van hen in stand dat we zelf hebben gemaakt, en waaraan we meer waarde toekennen dan aan henzelf.
In de paragraaf 'De functie van tijd' (T13.IV) werd ons gevraagd om onze illusies in twijfel te trekken. Dat geldt ook hiervoor. We moeten ons afvragen of het zinnig is om onze broeders te zien in het licht van hun verleden, in plaats van hun huidige werkelijkheid waar te nemen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Jij vindt het ‘natuurlijk’ om je ervaring uit het verleden als referentiepunt te gebruiken voor het beoordelen van het heden. Maar dit is onnatuurlijk, want het is waan. Wanneer je eenmaal eenieder hebt leren zien zonder de minste verwijzing naar het verleden, noch dat van hem, noch dat van jou zoals jij dat waarnam, zul je in staat zijn te leren van wat jij nu ziet. Want het verleden kan geen schaduw werpen op het heden en dat donker maken, tenzij jij bang bent voor licht. En alleen als je dat bent, kies je ervoor het duister met je mee te nemen, en het, door het in je denkgeest vast te houden, als een donkere wolk te zien die je broeders verhult en hun werkelijkheid aan jouw zicht onttrekt.
Het lijkt natuurlijk te zijn om ervaringen uit het verleden te gebruiken als referentiepunt voor onze interpretaties in het heden. Maar Jezus vertelt ons hier dat dit waan is. Want hoe kan voorbij en toen hier en nu zijn? Als iemand tegen je zou zeggen: 'Is het niet geweldig dat iemand vandaag de telefoon heeft uitgevonden?' zou je je dan niet denken dat deze persoon niet goed bij zijn hoofd is? En geldt dat dan niet ook voor ons, wanneer we onze broeders in het heden zien zoals ze vroeger waren?
De reden waarom we dit doen is dat het ego bang is voor het licht van Christus, dat zich zowel in onszelf als in onze broeders bevindt. Want het erkennen van dit licht betekent het einde van het ego. Daarom 'kies je ervoor het duister met je mee te nemen', zodat de werkelijkheid van onze broeders voor ons verborgen blijft.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Deze duisternis zit in jou. De Christus, zoals die nu aan jou wordt onthuld, heeft geen verleden, want Hij is onveranderlijk, en in Zijn onveranderlijkheid ligt jouw bevrijding. Want als Hij is zoals Hij werd geschapen, is er in Hem geen schuld. Geen enkele wolk van schuld is opgedoemd om Hem aan het oog te onttrekken, en in ieder die je ontmoet is Hij geopenbaard, omdat jij Hem door Zijn eigen ogen ziet. Wedergeboren worden betekent het verleden loslaten, en zonder veroordeling naar het heden kijken. De wolk die Gods Zoon aan jouw oog onttrekt is het verleden, en als je wilt dat dit voltooid verleden tijd wordt, dien je het in het nu niet te zien. Als je het in je illusies nu wel ziet, is het niet van je geweken, hoewel het er niet is.
Wij kijken naar de wereld en zien overal duisternis — de duisternis van schuld, die we op haar hebben geprojecteerd. We zien schuldige politici, schuldige racisten, schuldige collega's en schuldige partners. Maar de werkelijkheid van onze broeders is schuldeloosheid, omdat de onveranderlijke Christus in hen schuldeloos is.
Als we het verleden los kunnen laten, kunnen we de donkere sluier van schuld van iedereen afhalen. Dan kunnen we vanuit de Christus in onszelf naar de Christus in onze broeders kijken. Dit vrij zijn van het verleden is onze wedergeboorte. Wie van ons wil niet gezien worden zoals we nú zijn? Zolang we echter vasthouden aan ons eigen verleden en dat van anderen kunnen we niet 'opnieuw geboren' worden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. De tijd kan zowel bevrijden als kluisteren, afhankelijk van wiens interpretatie jij volgt. Verleden, heden en toekomst zijn niet continu, tenzij jij ze continuïteit oplegt. Je kunt ze als continu waarnemen, en maken dat ze dit voor jou zijn. Maar laat je niet misleiden om dan te geloven dat het ook zo is. Want geloven dat de werkelijkheid is zoals jij haar zou willen hebben overeenkomstig het gebruik dat jij ervan maakt, is een waan. Jij wilt de continuïteit van de tijd vernietigen door ze voor eigen doeleinden op te delen in verleden, heden en toekomst. Jij wilt vooruitlopen op de toekomst op basis van je vroegere ervaringen en er dienovereenkomstig plannen voor maken. Maar door dit te doen breng je verleden en toekomst op één lijn, en laat je niet toe dat het wonder, dat tussenbeide kan komen, jou bevrijdt zodat je wordt wedergeboren.
Hoe meer tijd er voorbijgaat, hoe meer we het gevoel kunnen hebben dat we vastzitten. Dat komt doordat we de continuïteit van de tijd onjuist interpreteren. Wij verdelen de tijd in verleden, heden en toekomst, waarbij we vooruitlopen op de toekomst op basis van onze ervaringen in het verleden. We gaan ervan uit dat de toekomst een vervolg is op wat er in het verleden is gebeurd. We slaan het heden over, en missen daardoor de wonderen die ons bevrijden en onze wedergeboorte mogelijk maken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Het wonder stelt jou in staat jouw broeder vrij te zien van zijn verleden, en hem aldus als wedergeboren waar te nemen. Zijn vergissingen zijn allemaal verleden tijd, en door hem daar vrij van te zien, bevrijd je hem. En aangezien zijn verleden het jouwe is, deel jij in deze bevrijding. Laat geen donkere wolk uit jouw verleden hem aan je oog onttrekken, want de waarheid ligt alleen in het heden, en je zult haar vinden als je haar daar zoekt. Jij hebt de waarheid gezocht waar ze niet is, en haar dan ook niet gevonden. Leer haar dus zoeken waar ze is, en ze zal dagen voor ogen die zien. Je verleden werd in woede gemaakt, en als je het aanwendt om het heden aan te vallen, zie jij niet de vrijheid die het heden in zich bergt.
Het ego vertelt ons dat we gezondigd hebben in het verleden, ons daar schuldig over voelen in het heden, en vrezen ervoor gestraft te worden in de toekomst. We hebben dit alles geprojecteerd op onze broeders, dus als we deze projecties terugnemen — dat wil zegen de schuld zien waar ze zich werkelijk bevindt: in onze eigen denkgeest — bevrijden we niet alleen hen maar ook onszelf. Dit is het wonder dat we onze broeders en onszelf in het heden schenken.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Oordeel en veroordeling liggen achter je, en als je ze niet met je meeneemt, zul je zien dat jij er vrij van bent. Kijk vol liefde naar het heden, want het bergt de enige dingen in zich die voor eeuwig waar zijn. Alle genezing ligt erin besloten omdat de continuïteit ervan werkelijk is. Ze breidt zich tegelijkertijd tot alle aspecten van het Zoonschap uit, en stelt die aldus in staat elkaar te bereiken. Het heden is er voor er tijd was, en zal er nog zijn wanneer er geen tijd meer is. Alle dingen die eeuwig zijn, zijn erin vervat en ze zijn één. Hun continuïteit is tijdloos en hun communicatie ononderbroken, want ze zijn door het verleden niet gescheiden. Alleen het verleden kan scheiden, en dat is nergens.
Hier zien we de werkelijke continuïteit van de tijd: de continuïteit van het heden: 'Alle genezing ligt erin besloten omdat de continuïteit ervan werkelijk is'. Het huidige moment is volkomen zuiver, vrij van elke conditionering uit het verleden. Het is geen gevolg van vroegere gebeurtenissen. In het huidige moment kunnen we elke keuze maken die we willen. Niets uit het verleden beperkt ons. Er is alleen een ononderbroken stroom van onvoorwaardelijke vrijheid — vrijheid om een nieuwe richting in te slaan.
Wat een verschil met onze opvatting van continuïteit, waarin het verleden zichzelf constant herhaalt in het heden en de toekomst. In werkelijkheid is er slechts één huidig moment, en dit moment, dit nú, stelt ons in staat om elkaar als aspecten van het Zoonschap te bereiken, zegt Jezus. Alleen het verleden lijkt ons van elkaar te scheiden, maar het verleden is niet hier. In de continuïteit van het heden is alles altijd.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Het heden presenteert je jouw broeders in het licht dat jou met hen verenigt en jou van het verleden bevrijdt. Zou je hen dan het verleden willen aanrekenen? Want als dat zo is, kies je ervoor in de duisternis te blijven die er niet is, en weiger je het licht te aanvaarden dat jou wordt aangereikt. Want het licht van volmaakte visie wordt vrijelijk gegeven zoals het vrijelijk ontvangen wordt, en het kan alleen zonder beperking worden aanvaard. In deze ene, stille tijdsdimensie, die onveranderd blijft, en waar geen beeld bestaat van wat je bent geweest, kijk je naar Christus en roep je Zijn getuigen om jou in het licht te zetten, want jij hebt hen opgeroepen. En ze zullen de waarheid in jou niet ontkennen, want jij hebt er in hen naar gezocht, en hebt die daar gevonden.
In werkelijkheid heeft de tijd slechts één dimensie: het heden. De ruimte van het heden verandert nooit. 'In deze ene, stille tijdsdimensie' ontmoeten we onze broeders in het licht dat ons met elkaar verenigt en ons bevrijdt van het verleden. We roepen hen op om te getuigen van de Christus in ons. En dat zullen ze met vreugde doen, omdat wij tegelijkertijd getuigen van de Christus in hén. De enige reden waarom we hen niet als getuigen willen oproepen is dat we hen 'het verleden willen aanrekenen'. Daarmee kiezen we ervoor om in de duisternis te blijven, en weigeren we 'het licht te aanvaarden dat [ons] wordt aangereikt'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Nu is de tijd van de verlossing, want nu is de bevrijding van de tijd. Reik naar al je broeders, en raak hen aan met de aanraking van Christus. In tijdeloze verbondenheid met hen ligt jouw continuïteit, ononderbroken, omdat ze geheel wordt gedeeld. Gods schuldeloze Zoon is louter licht. Nergens is er duisternis in hem, want hij is heel. Roep al jouw broeders op om van zijn heelheid te getuigen, zoals ik jou oproep je te verbinden met mij. Elke stem zingt zijn partij in het lied der verlossing, de lofzang van blijdschap en dank voor het licht aan de Schepper van het licht. Het heilige licht dat van Gods Zoon uitstraalt, getuigt dat zijn licht van zijn Vader komt.
Zolang we vastzitten in onze persoonlijke gevangenis van verleden-gevolgd-door-toekomst, zijn we onbereikbaar voor elkaar. Maar als we ons realiseren dat er in werkelijk slechts één continu aanwezig moment is, beseffen we ook dat onze eigen continuïteit, die we delen met al onze broeders, ononderbroken is en zich eeuwig uitbreidt. We kunnen naar onze broeders uitreiken en hen aanraken 'met de aanraking van Christus'. We kunnen hen herinneren aan het licht in hen, door dit licht in hen te zien. We kunnen ons met hen verbinden, zoals Jezus zich met hen en ons verbindt. Dat is onze stem in het danklied voor onze Vader, omdat Hij ons geschapen heeft in een licht dat nooit gedoofd kan worden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Beschijn je broeders met je licht ter gedachtenis van je Schepper, want je zult je Hem herinneren wanneer je de getuigen van Zijn schepping oproept. Degenen die jij geneest getuigen van jouw geneeskracht, want in hun heelheid zul jij je eigen heelheid zien. En wanneer jouw liederen van lof en blijdschap opstijgen tot je Schepper, zal Hij jouw dank beantwoorden in Zijn heldere Antwoord op jouw roep. Want het kan nooit zo zijn dat Zijn Zoon Hem aanroept en zonder antwoord blijft. Zijn Roep tot jou is niets anders dan jouw roep tot Hem. En in Hem krijg jij antwoord door Zijn vrede.
Ons aandeel in Gods verlossingsplan bestaat uit het opzijzetten van de duisternis waarin we onze broeders veroordelen, en in plaats daarvan het licht in hen zien dat God in hen heeft geplaatst. Dan kunnen zij zich hun heelheid herinneren en genezen, waarmee ze de getuigen worden van onze eigen heelheid. Want wij genezen tegelijk met hen.
Onze broeders zien in het licht van hun schepping is ons danklied van lof en blijdschap tot God, en tegelijkertijd een roep tot Hem, een roep die om Zijn Antwoord vraagt. En Zijn antwoord is vrede.
Toepassing : Zeg in stilte het volgende tegen tenminste drie mensen in je leven:
Mijn aandeel in Gods verlossingsplan is het licht zien dat in jou schijnt,
ter gedachtenis van God, die ons beiden in Zijn licht geschapen heeft.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Kind van het Licht, jij hebt er geen weet van dat het licht in jou is. Maar dankzij zijn getuigen zul je het vinden, want doordat jij aan hen licht gegeven hebt zullen zij het teruggeven. Ieder die jij in het licht ziet brengt jouw licht dichter bij jouw bewustzijn. Liefde leidt altijd tot liefde. De zieken, die om liefde vragen, zijn er dankbaar voor, en in hun vreugde stralen ze van heilige dank. En dit schenken ze jou die aan hen vreugde heeft geschonken. Zij zijn jouw gidsen naar vreugde, want omdat ze die van jou ontvingen, willen ze die behouden. Jij hebt hen gemaakt tot gids naar vrede, want jij hebt die in hen zichtbaar gemaakt. En nu jij vrede ziet, roept haar schoonheid jou naar huis.
Wanneer we het licht zien in anderen in plaats van schuld, zullen we ons steeds meer bewust worden van hetzelfde licht in onszelf. Onze werkelijke ziekte is ons geloof in schuld, die we projecteren op onze broeders. Het terugnemen van die projectie bevrijdt onze broeders, en stelt ons in staat de schuld in onszelf te vervangen door licht. De vreugde en vrede die daar het gevolg van zijn leiden ons naar huis, naar onze Vader in de Hemel.
(Toelichtingen door Robert Perry)
11. Er is een licht dat deze wereld niet geven kan. Maar jij kunt het geven, zoals het jou gegeven werd. En wanneer je het geeft, straalt het uit om je van de wereld weg te roepen en het te volgen. Want dit licht zal jou aantrekken zoals niets ter wereld dat kan. En je zult de wereld terzijde leggen en een andere vinden. Deze andere wereld schittert van de liefde die jij haar gegeven hebt. En hier herinnert alles jou aan je Vader en Zijn heilige Zoon. Licht kent geen grenzen, en spreidt zich over deze wereld in kalme vreugde uit. Al degenen die jij hebt meegebracht, zullen jou toestralen met hun licht, en jij zult hen met jouw licht overstralen, in dankbaarheid omdat ze jou hierheen hebben gebracht. Jouw licht zal zich samenvoegen met het hunne tot een macht zo onweerstaanbaar dat ze de anderen uit de duisternis zal trekken, wanneer je naar hen kijkt.
We bevinden ons in een wereld zonder licht. Maar binnenin ons straalt een licht dat we kunnen zien, wanneer we het in liefde uitstralen naar onze broeders. Dit licht trekt ons meer aan dan wat ook. Het verlicht het pad dat voor ons ligt en wijst ons de weg naar de werkelijke wereld. Terwijl we samen met onze broeders op weg gaan, zullen we de duisternis van onze schuld steeds verder achter ons laten. En aan het einde van onze reis zullen we een wereld vinden van louter licht en vreugde, die ieder aspect van het Zoonschap samenvoegen totdat ook het laatste restje duisternis oplost in het licht.
(Toelichtingen door Robert Perry)
12. Ontwaken in Christus betekent het naleven van de wetten van de liefde, uit vrije wil en vanuit het vredige besef van de waarheid die erin besloten ligt. De aantrekking van het licht moet jou wel bereidwillig naar zich toehalen, en bereidwilligheid wordt gekenmerkt door geven. Zij die liefde van jou aannemen worden jouw bereidwillige getuigen van de liefde die jij hun gaf, en zij zijn het die haar jou aanreiken. In de slaap ben je alleen, en is je bewustzijn tot jezelf vernauwd. En dat is de reden waarom er nachtmerries komen. Jij droomt van isolement, omdat je ogen gesloten zijn. Je ziet je broeders niet, en in de duisternis kun jij het licht niet aanschouwen dat je hun gegeven hebt.
Het proces dat in de vorige alinea werd beschreven betekent ontwaken in Christus. We geven het licht van onze liefde aan onze broeders, die dan getuigen worden van de liefde in ons. Nu slapen we nog, en in onze droom van afscheiding zijn we alleen. We zijn ons van niets anders bewust dan van onszelf. Daarom voelen we ons geïsoleerd, en 'dat is de reden waarom er nachtmerries komen'. Ontwaken in Christus betekent onze ogen openen en onze broeders zien zoals ze werkelijk zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
13. En toch zijn de wetten van de liefde niet buiten werking gesteld omdat jij slaapt. En je hebt ze door al je nachtmerries heen nageleefd, en je bent trouw gebleven in je geven, want je was niet alleen. Zelfs in je slaap heeft Christus jou beschermd, door de werkelijke wereld zeker voor je te stellen wanneer je ontwaakt. In jouw naam heeft Hij voor jou gegeven, en jou de gaven gegeven die Hij gegeven heeft. Gods Zoon is nog steeds even liefdevol als zijn Vader. Daar hij met zijn Vader een continuüm vormt heeft hij geen verleden los van Hem. Zodoende is hij nooit opgehouden zijn Vaders getuige en zijn eigen getuige te zijn. Hoewel hij sliep, verliet Christus’ visie hem niet. En zo komt het dat hij de getuigen bij zich kan roepen die hem leren dat hij nooit geslapen heeft.
Zelfs in onze slaap geeft Christus namens ons. Daarom hebben we de wetten van de liefde (zoals je geeft, zul je ontvangen: WdI.122.6:4) altijd nageleefd. Omdat de visie van Christus ons niet verlaten heeft, zijn we nog steeds de liefdevolle Zoon van onze Vader. De werkelijke wereld wacht op ons. Er is geen reden om in de gevangenis van het verleden te blijven. Niets houdt ons tegen om de wereld van licht binnen te gaan.
(Toelichtingen door Robert Perry)