Hoofdstuk 13
De schuldeloze wereld
I. Schuldeloosheid en onkwetsbaarheid
1. Ik heb eerder al gezegd dat de Heilige Geest het doel van alle goede leraren deelt, wier bedoeling het uiteindelijk is zichzelf overbodig te maken door hun leerlingen alles te leren wat zij weten. De Heilige Geest wil niets anders, want doordat Hij de Liefde deelt van de Vader voor Zijn Zoon, probeert Hij alle schuld uit diens denkgeest weg te nemen opdat hij zich zijn Vader herinneren mag in vrede. Vrede en schuld zijn tegendelen, en de Vader kan alleen worden herinnerd in vrede. Liefde en schuld kunnen niet naast elkaar bestaan, en het ene aanvaarden betekent het andere ontkennen. Schuld houdt Christus voor jouw zicht verborgen, want het is de ontkenning van de schuldeloosheid van Gods Zoon.
Het is geweldig om te beseffen dat de Heilige Geest Zichzelf overbodig wil maken door ons alles te leren wat Hij weet. En wat weet hij? Hij kent de Vader en Diens Liefde voor ons. En Hij deelt die Liefde met Hem. Daarom is Zijn enige doei ons naar het punt te brengen waarop we ons God herinneren, door alle schuld uit onze denkgeest weg te nemen. Schuld is de grote blokkade. Schuld verspert de weg naar vrede, naar liefde, en naar het bewustzijn van Christus. Om deze te bezitten moeten we bereid zijn elke schuld in onze denkgeest los te laten.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. In de vreemde wereld die jij gemaakt hebt heeft de Zoon van God gezondigd. Hoe zou je hem dan kunnen zien? Door hem onzichtbaar te maken is in de zwarte wolk van schuld die jij aanvaard hebt de wereld van vergelding opgedoemd, en die is jou dierbaar. Want de schuldeloosheid van Christus is het bewijs dat het ego nooit heeft bestaan, noch ooit kan bestaan. Zonder schuld is er voor het ego geen leven, en Gods Zoon is zonder schuld.
In de derde zin wordt een belangrijk beeld geschetst. Oorspronkelijk kenden we de stralende onschuld van ons ware Zelf, de Christus. Maar toen accepteerden we het idee van schuld, als een zwarte wolk die het licht van onze onschuld verduisterde. En die wolk veranderde in een wereld vol figuren die erop uit zijn elkaar te straffen voor hun vermeende schuld. Ze nagelen elkaar aan het kruis als straf voor hun zonden. En hoe waanzinnig het ook klinkt, wij koesteren deze wereld omdat ze onze onschuld blokkeert. Want onschuld bewijst dat het ego niet bestaat en nooit bestaan heeft. En we doen alles om te voorkomen dat we ons dit realiseren.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Als je naar jezelf kijkt en in alle eerlijkheid beoordeelt wat je doet, kom je misschien in de verleiding je af te vragen hoe jij schuldeloos kunt zijn. Maar bedenk het volgende: jij bent niet schuldeloos in de tijd, maar in de eeuwigheid. Je hebt ‘gezondigd’ in het verleden, maar er is geen verleden. Altijd heeft geen richting. De tijd lijkt in één richting te verlopen, maar wanneer je zijn eind bereikt, zal hij zich oprollen als een lange loper, achter je uitgerold over het verleden, en verdwijnen. Zolang je gelooft dat de Zoon van God schuldig is, zul je over deze loper lopen, overtuigd dat hij leidt naar de dood. En de reis zal lang, bar en zinloos lijken, want dat is ze ook.
Als ons gevraagd wordt om eerlijk naar onszelf te kijken, moeten we toegeven dat we in deze wereld van tijd en ruimte gezondigd hebben. Maar godzijdank is deze wereld niet werkelijk. Het lijkt alleen alsof we over deze loper van de tijd lopen, zonden begaan en onszelf schuldig maken. En het is deze schuld die ons op de loper houdt, die ons een lange, barre en zinloze reis laat maken — de reis naar ons graf.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. De reis die de Zoon van God voor zichzelf heeft uitgezet is inderdaad nutteloos, maar de reis waarop zijn Vader hem stuurt is er een van bevrijding en vreugde. De Vader is niet wreed, en Zijn Zoon kan zichzelf niet kwetsen. De vergelding die hij vreest en die hij ziet zal hem nooit treffen, want hoewel hij erin gelooft, weet de Heilige Geest dat die niet geldt. De Heilige Geest staat aan het eind van de tijd, waar jij noodzakelijkerwijs moet zijn, omdat Hij bij jou is. Hij heeft alles wat de Zoon van God onwaardig is reeds ongedaan gemaakt, want dat was Zijn opdracht, Hem door God gegeven. En wat God geeft is er altijd geweest.
Deze alinea bespreekt drie thema's:
1. De nutteloze reis die we voor onszelf hebben uitgestippeld over de loper van de tijd, gelovend dat we aan het eind de doodstraf zullen krijgen voor onze zonden.
2. De reis die God ons aanbiedt en die naar bevrijding en vreugde leidt.
3. De waarheid dat we het einde van de reis al hebben bereikt en al van de loper zijn gestapt, die zich al achter ons heeft opgerold en is verdwenen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Je zult mij zien, wanneer je inziet dat de Zoon van God schuldeloos is. Hij heeft zijn schuldeloosheid altijd gezocht, en heeft die gevonden. Want eenieder probeert te ontsnappen uit de gevangenis die hij zelf heeft gemaakt, en de manier om bevrijding te vinden wordt hem niet onthouden. Doordat die in hem ligt, heeft hij die gevonden. Wanneer hij die vindt is louter een kwestie van tijd, en tijd is slechts een illusie. Want de Zoon van God is nú schuldeloos, en zijn schitterende zuiverheid straalt voor eeuwig onaangetast in Gods Denkgeest. Gods Zoon zal altijd zijn zoals hij werd geschapen. Ontken jouw wereld, en vel over hem geen oordeel, want zijn eeuwige schuldeloosheid bevindt zich in de Denkgeest van zijn Vader, en beschermt hem tot in alle eeuwigheid.
Ook hier zien we drie verschillen de thema's:
1. We zijn altijd op zoek naar onze onschuld — meestal door onze zonden te projecteren op anderen — en in feite hebben we haar ook gevonden. Ze ligt echter zo diep in onszelf begraven dat we dit niet beseffen.
2. Op een dag, aan het eind van onze persoonlijke tijdlijn, zullen we ons bewust worden van onze schuldeloosheid.
3. Wanneer we die plaats bereiken, zullen we beseffen dat we altijd onschuldig zijn geweest. We zullen ontdekken dat we eeuwig schuldeloos zijn.
Toepassing : Denk aan iemand die je hebt veroordeeld, omdat hij jou of een dierbare op de een of andere manier heeft aangevallen.
Zeg dan in gedachten het volgende:
Ik ontken de wereld waarin [naam] dit heeft gedaan.
Ik veroordeel hem niet, want als Gods Zoon is hij nú schuldeloos,
en zijn schitterende zuiverheid straalt voor eeuwig onaangetast in Gods Denkgeest.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Wanneer jij de Verzoening voor jezelf hebt aanvaard, zul je inzien dat er geen schuld is in Gods Zoon. En pas wanneer je hem als schuldeloos ziet, kun je zijn eenzijn begrijpen. Want het idee van schuld gaat gepaard met het geloof in de veroordeling van de een door de ander, en projecteert afscheiding in plaats van eenheid. Je kunt alleen jezelf veroordelen, en door dit te doen kun je niet weten dat jij Gods Zoon bent. Je hebt ontkend wat de hoedanigheid van zijn wezen is, namelijk zijn volmaakte schuldeloosheid. Hij is uit liefde geschapen, en in liefde verblijft hij. Goedheid en barmhartigheid hebben hem steeds gevolgd,* want hij heeft steeds de Liefde van zijn Vader uitgebreid.
Zolang we in schuld geloven, kunnen we niet in eenheid geloven. Want schuld betekent altijd dat de ene persoon de andere veroordeelt. Ze kunnen dus niet één zijn.
Wat we ons niet realiseren dat elke aanklager tevens de aangeklaagde is, en dat een ander als schuldig zien betekent dat we onze eigen schuldeloosheid ontkennen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Wanneer je de heilige metgezellen ziet die met jou meereizen, zul je beseffen dat er geen reis is, maar alleen een ontwaken. De Zoon van God, die niet slaapt, heeft voor jou zijn vertrouwen in zijn Vader behouden. Er is geen pad om over te reizen, en geen tijd om doorheen te reizen. Want God wacht niet in de tijd op Zijn Zoon, omdat Hij voor eeuwig ongenegen is zonder hem te zijn. En zo is het altijd geweest. Laat de heiligheid van Gods Zoon de wolk van schuld die je denkgeest verduistert wegschijnen, en leer van hem – door zijn zuiverheid als de jouwe te aanvaarden – dat ze de jouwe is.
Wanneer we de broeders die met ons meereizen werkelijk zouden zien — dat wil zeggen: als we de Zoon van God in hen zouden zien — zouden we alles anders zien. Dan zouden we beseffen dat we zélf Gods Zoon zijn; dat we niet werkelijk op reis zijn, maar alleen hoeven te ontwaken uit onze droom van schuld. En dan zouden we weten dat we ons Thuis nooit hebben verlaten omdat God 'voor eeuwig ongenegen is zonder hem [Zijn Zoon] te zijn'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Jij bent onkwetsbaar omdat je schuldeloos bent. Alleen door schuld kun je aan het verleden vasthouden. Want schuld stelt vast dat je gestraft zult worden voor wat je hebt gedaan, en is zodoende aangewezen op eendimensionale tijd, die van het verleden naar de toekomst gaat. Niemand die dit gelooft kan begrijpen wat ‘altijd’ betekent, en daarom moet schuld je wel van het besef van de eeuwigheid beroven. Jij bent onsterfelijk omdat jij eeuwig bent, en ‘altijd’ kan niets anders zijn dan nu. Schuld is dus een manier om verleden en toekomst in je denkgeest vast te houden teneinde de continuïteit van het ego te waarborgen. Want als wat geweest is gestraft zal worden, is de continuïteit van het ego gegarandeerd. Maar de garantie voor jouw continuïteit komt van God, niet van het ego. En onsterfelijkheid is het tegendeel van tijd, want de tijd gaat voorbij, terwijl onsterfelijkheid bestendig is.
Deze alinea legt een volkomen logisch maar bijzonder origineel verband tussen schuld en tijd. Schuld zegt dat je gezondigd hebt in het verleden, dus schuldig bent in het heden, en gestraft zult worden in de toekomst. Schuld ketent ons dus aan de wereld van tijd.
Als we geen schuld zouden koesteren, zouden we zomaar de eeuwigheid binnen kunnen gaan. We zouden ons volkomen thuisvoelen in 'altijd', omdat dit hetzelfde is als 'nu'. We zouden begrijpen dat onze continuïteit niet ons voortbestaan in de tijd is, maar ons zijn in het 'altijd' van de eeuwigheid. En we zouden begrijpen dat onsterfelijkheid niet betekent dat we altijd in de tijd zijn, maar eeuwig in het tijdloze nu.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. De Verzoening aanvaarden leert jou wat onsterfelijkheid is, want door je schuldeloosheid te aanvaarden leer jij dat er nooit een verleden geweest is, zodat de toekomst onnodig is en er niet zal zijn. De toekomst wordt in de tijd altijd in verband gebracht met boetedoening, en alleen schuld kan een gevoel opwekken dat boetedoening nodig is. De schuldeloosheid van Gods Zoon aanvaarden als die van jou, is dan ook Gods manier om jou te herinneren aan Zijn Zoon, en wat hij in waarheid is. Want God heeft Zijn Zoon nooit veroordeeld, en omdat hij schuldeloos is, is hij eeuwig.
'De toekomst wordt in de tijd altijd in verband gebracht met boetedoening'. Is het inderdaad niet zo dat we, als we naar de toekomst kijken, af en toe denken: 'Dan zal ik alles goedmaken wat ik verkeerd heb gedaan'? Wanneer we de schuldeloosheid van onze broeder erkennen en ons realiseren dat zijn schuldeloosheid de onze is, kunnen we ons herinneren dat God ons kent als Zijn eeuwig schuldeloze Zoon.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Je kunt schuld niet verdrijven door die tot werkelijkheid te maken, en die vervolgens verzoenend weer goed te maken. Dit is het plan dat het ego biedt, in plaats van die te verdrijven. Het ego gelooft in verzoening door middel van aanval, omdat het zich volkomen heeft uitgeleverd aan de krankzinnige opvatting dat aanval verlossing is. En jij die aan schuld bent verknocht moet dit ook wel geloven, want hoe anders dan door je met het ego te vereenzelvigen zou datgene wat jij niet wilt jou dierbaar kunnen zijn?
11. Het ego leert jou jezelf aan te vallen omdat je schuldig bent, en dat moet de schuld wel vergroten, aangezien schuld het resultaat van een aanval is. In wat het ego onderwijst valt dan ook niet aan schuld te ontkomen. Want de aanval maakt schuld tot werkelijkheid, en als die werkelijk is, bestaat er geen manier die te overwinnen. De Heilige Geest verdrijft schuld eenvoudig door het kalme inzicht dat die nooit heeft bestaan. Wanneer Hij de schuldeloze Zoon van God aanschouwt, weet Hij dat dit waar is. En omdat het voor jou waar is, kun jij jezelf niet aanvallen, want zonder schuld is een aanval niet mogelijk. Jij bent dus verlost omdat Gods Zoon schuldeloos is. En doordat je volkomen zuiver bent, ben jij onkwetsbaar.
Wij vallen onszelf in het heden aan, omdat het ego ons heeft geleerd dat we gezondigd hebben in het verleden en daarvoor moeten boeten in de toekomst. Daarmee maken we zonde en schuld werkelijk, en wat werkelijk is kan niet worden uitgewist. De enige uitweg uit schuld is luisteren naar de Heilige Geest, die ons vertelt dat onze zonden in werkelijkheid nooit hebben bestaan. Ze vinden plaats op de loper van de tijd, en er is geen loper van tijd. Als Zoon van God zijn we altijd schuldeloos, en daardoor onkwetsbaar geweest.
(Toelichtingen door Robert Perry)
* Dit is in de Engelse tekst een verwijzing naar Ps.23:6. Door de talloze Nederlandse psalmberijmingen is deze hier niet onmiddellijk herkenbaar.