Hoofdstuk 8
De terugreis
'
VII. Het lichaam als communicatiemiddel
Deze paragraaf bevat het eerste deel van een uitgebreide bespreking over het lichaam, misschien wel de belangrijkste bespreking over dit thema in de Cursus.
(Toelichtingen door Robert Perry)
1. Alle aanval is fysiek. Wanneer enige vorm van aanval in je denkgeest binnensluipt stel jij jezelf gelijk aan een lichaam, want zo interpreteert het ego het lichaam. Je hoeft niet fysiek in de aanval te gaan om deze interpretatie te aanvaarden. Je aanvaardt die al door te geloven dat jij door aan te vallen iets kunt verkrijgen wat je wilt. Als je dit niet geloofde, zou het idee van aanval geen aantrekkingskracht op je uitoefenen. Wanneer jij jezelf aan een lichaam gelijkstelt, zul jij je altijd depressief voelen. Wanneer een kind van God zo over zichzelf denkt, kleineert hij zichzelf en beschouwt hij zijn broeders als op gelijke wijze gekleineerd. En aangezien hij zichzelf alleen in hen kan vinden, heeft hij zichzelf afgesneden van de verlossing.
Het hele idee van aanval vereist afzonderlijke vormen die kunnen botsen, waarbij de ene vorm beschadigd raakt en de andere iets van waarde verkrijgt. Aanval is dus altijd iets van het lichaam. Zelfs als je een aanval alleen maar overweegt, zie je jezelf en de ander als een lichaam. Maar dat is niet alles. Aanval = jezelf gelijkstellen aan een lichaam = jezelf kleiner maken dan je bent = depressie. Als je depressief bent, overweeg dan de mogelijkheid dat dit komt doordat je jezelf hebt gekleineerd door jezelf te zien als een lichaam, en dat je dat hebt gedaan door te denken dát je kunt aanvallen. Met andere woorden: je bent niet depressief omdat je aangevallen bent, maar omdat je aangevallen hebt. Aanval = jezelf gelijkstellen aan een lichaam = je broeders gelijkstellen aan een lichaam = je broeders kleineren = jezelf afsnijden van de verlossing.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Onthoud dat de Heilige Geest het lichaam uitsluitend als een communicatiemiddel interpreteert. Aangezien Hij de Communicatieschakel tussen God en Zijn afgescheiden Zonen is, interpreteert de Heilige Geest alles wat jij gemaakt hebt in het licht van wat Hij is. Het ego scheidt door middel van het lichaam. De Heilige Geest reikt door middel van het lichaam naar anderen. Jij neemt je broeders niet waar zoals de Heilige Geest dat doet, omdat jij lichamen niet louter als een middel beschouwt om denkgeesten onderling te verbinden en ze te verenigen met die van jou en mij. Deze interpretatie van het lichaam zal jou volkomen van gedachten doen veranderen over de waarde ervan. Van zichzelf heeft het er namelijk geen.
De Heilige Geest interpreteert het lichaam alleen als communicatiemiddel. Het woord 'communicatie' wordt hier in een speciale betekenis gebruikt, namelijk als verbinding. In feite is dat ook de betekenis ervan. De wortel van het woord is communis, wat 'gemeenschappelijk' betekent. Communiceren betekent dus doorgeven van informatie, gedachten of gevoelens, zodat wat wordt overgedragen door iedereen wordt gedeeld.
Stel je voor dat je je lichaam alleen nog gebruikt om met je broeders te communiceren en hun denkgeest te verbinden met de jouwe. Je gebruikt het niet meer om jezelf speciaal te maken. Je ziet zijn waarde niet meer als iets van zichzelf, maar door zijn gebruik als instrument om uit te reiken naar je broeders en je te verenigen met hun denkgeest.
Hoe zou je leven er dan uitzien?
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Als jij het lichaam voor een aanval gebruikt, berokkent het jou schade. Als je het alleen gebruikt om de denkgeest te bereiken van hen die geloven dat ze een lichaam zijn, en hun door middel van het lichaam leert dat dit niet zo is, zul jij de macht van de denkgeest die in jou is begrijpen. Als jij het lichaam enkel en alleen hiervoor gebruikt, kun je het niet gebruiken om aan te vallen. Dienend om te verenigen wordt het een prachtige les in gemeenschap, die waarde heeft tot er gemeenschap is. Dit is Gods manier om onbegrensd te maken wat jij begrensd hebt. De Heilige Geest ziet het lichaam niet zoals jij het ziet, omdat Hij weet dat de enige werkelijkheid van iets, wat ook, de dienst is die het God bewijst ten behoeve van de functie die Hij eraan geeft.
Veel Cursusstudenten denken dat het leerplan van Een cursus in wonderen niet over gedrag gaat. Maar als Jezus hier spreekt over het gebruiken van het lichaam, gaat het uiteraard over gedrag. Hij schetst een bijzonder mooi beeld, als hij ons vraagt om ons zodanig te gedragen dat we de denkgeest bereiken van degenen die nog opgesloten zitten in hun lichamelijke gevangenis, en de tralies daarvan weg te nemen door hen te leren dat ze iets veel groters zijn dan hun lichaam. Wanneer dit het enige is wat we doen, is er geen ruimte om aan te vallen. En als gevolg daarvan zullen we het lichaam niet langer zien als iets dat ons vasthoudt in de wereld, maar als een schitterend instrument om God te dienen en Zijn Zonen te bevrijden uit hun isolement: 'om onbegrensd te maken wat jij begrensd hebt'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Communicatie maakt een eind aan afscheiding. Aanval bevordert die. Het lichaam is mooi of lelijk, vredig of woest, nuttig of schadelijk, al naargelang het gebruik dat ervan wordt gemaakt. En in het lichaam van een ander zul jij het gebruik zien dat jij van het jouwe hebt gemaakt. Als het lichaam een instrument wordt dat jij aan de Heilige Geest geeft om ten behoeve van het verenigen van het Zoonschap te gebruiken, zul jij in iets fysieks niets anders zien dan wat het is. Gebruik het voor de waarheid en je zult het waarheidsgetrouw zien. Misbruik het en je zult het misverstaan, want dat heb je al gedaan door het te misbruiken. Interpreteer iets, wat ook, los van de Heilige Geest, en je zult het wantrouwen. Dit zal jou tot haat en aanval en verlies van vrede voeren.
Onze houding ten opzichte van het lichaam lijkt te worden bepaald door zijn toestand — zijn gezondheid, zijn uiterlijk, zijn leeftijd. In feite wordt ze echter bepaald door het doel waarvoor we het gebruiken. Als we ons lichaam gebruiken om onze broeders aan te vallen, zullen we het zien als wreed, kwetsbaar en lelijk. Als we het gebruiken om denkgeesten te verenigen, zullen we het zien als nuttig, heilig en mooi. Een foto van Moeder Teresa roept geen beeld op van esthetische schoonheid, maar wel een andere, belangrijkere soort schoonheid.
Hoe kunnen we weten waar we ons lichaam voor gebruiken? Door de manier waarop we omgaan met het lichaam van anderen. Als we iets van hen willen hebben, of hen ergens voor willen straffen, gebruiken we ons lichaam voor de doelen van het ego. Wanneer we het alleen gebruiken om denkgeesten te verenigen, zien we het als 'niets anders dan wat het is': een instrument voor communicatie. Als we dat niet doen, zullen we het opzadelen met allerlei verzonnen betekenissen en grootse doelen. En als het die doelen niet kan waarmaken, zullen we er niet meer op vertrouwen, wat er uiteindelijk toe leidt dat we het haten en aanvallen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Toch komt alle verlies slechts voort uit je eigen wanbegrip. Elke vorm van verlies is onmogelijk. Maar als jij een broeder als een fysieke entiteit beziet, gaan zijn kracht en heerlijkheid voor jou ‘verloren’, en dat geldt ook voor die van jou. Je hebt hem aangevallen, maar dan moet jij eerst jezelf aangevallen hebben. Bezie hem niet op die manier, omwille van jouw eigen verlossing die hem zeker de zijne brengen zal. Sta hem niet toe dat hij zich in jouw denkgeest kleineert, maar ontsla hem van zijn geloof in kleinheid, en ontkom zo aan dat van jou. Als deel van jou is hij heilig. Als deel van mij ben jij dat ook. Met een deel van God Zelf communiceren betekent voorbij het Koninkrijk reiken naar de Schepper ervan, via Zijn Stem die Hij tot deel van jou heeft gemaakt.
Verlies wordt niet veroorzaakt doordat het lichaam ons niet geeft wat we vinden dat het ons moet geven, het 'komt slechts voort uit je eigen wanbegrip'. Dat wil zeggen: uit onze beslissing om onze broeders te zien als een lichaam. Deze schijnbaar vanzelfsprekende beslissing is in feite een aanval op hen. Wanneer we hen daarentegen bevrijden van hun geloof een lichaam te zijn — 'ontsla hem van zijn geloof in kleinheid' — bevrijden we tevens onszelf. Hen behandelen als een deel van God Zelf, 'betekent voorbij het Koninkrijk reiken naar de Schepper ervan'.
Toepassing : Denk aan iemand die je hoofdzakelijk als een lichaam waarneemt, en zeg in gedachten tegen hem of haar:
Ik weiger jou te zien als een lichaam.
Ik weiger om jou te kleineren in mijn denkgeest.
Ik erken in jou de kracht en heerlijkheid die de jouwe zijn, en erken deze daarmee in mijzelf.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Verheug je dan dat jij van jezelf uit niets kunt. Jij bent niet van jezelf. Hij van Wie jij bent heeft jouw kracht en heerlijkheid voor jou gewild, waarmee je Zijn heilige Wil voor jou volmaakt volbrengen kunt wanneer jij die voor jezelf aanvaardt. Hij heeft Zijn gaven niet van jou weggenomen, maar jij gelooft dat jij ze van Hem weggenomen hebt. Laat geen Zoon van God verborgen blijven, omwille van Zijn Naam, want Zijn Naam is de jouwe.
Gelukkig kunnen wij niets van onszelf uit — wat betekent dat we niet de macht hebben om onze kracht en heerlijkheid weg te gooien. Het lijkt alsof we dat gedaan hebben door onszelf en anderen als een lichaam te zien, maar we zijn niet van onszelf; wat we zijn is niet aan ons. God wilde kracht en heerlijkheid voor ons, daarom behoren ze ons voor altijd toe. Laten we, in plaats van deze gaven te ontkennen, ze gebruiken om het zware gordijn van het lichaam opzij te schuiven, dat de ware heerlijkheid van onze broeders versluiert ('Laat geen Zoon van God verborgen blijven'), want zo zullen we onze eigen kracht en heerlijkheid onthullen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. De Bijbel zegt: ‘Het Woord (ofwel de gedachte) is vlees geworden.’ Strikt genomen is dit onmogelijk, aangezien het de omzetting van één orde van werkelijkheid in een andere lijkt in te houden. Verschillende orden van werkelijkheid schíjnen alleen maar te bestaan, net zoals verschillende rangorden in wonderen. De gedachte kan niet tot vlees worden gemaakt behalve door het geloof, aangezien de gedachte niet stoffelijk is. Maar een gedachte betekent communicatie, en daarvoor kan het lichaam worden gebruikt. Dat is de enige natuurlijke manier waarop het gebruikt kan worden. Het lichaam op een onnatuurlijke manier gebruiken betekent dat de bedoeling van de Heilige Geest uit het oog wordt verloren, en zo het doel van Zijn leerplan in de war wordt gebracht.
In de Bijbel verwijst 'het vleesgeworden Woord' naar het Goddelijke dat als Jezus incarneert. Jezus herinterpreteert dit vers echter als volgt:
Hij zegt allereerst dat 'Woord' ook 'gedachte' betekent. 'Woord' is een vertaling van het Griekse Logos, wat onder andere rede, redenering en woord betekent. Vervolgens zegt hij dat de gedachte geen vlees kan worden, omdat beide tot een andere orde van werkelijkheid behoren — de gedachte is werkelijk, het vlees niet. In feite betekent dit vers dus dat gedachte gecommuniceerd kan worden door middel van het vlees, oftewel het lichaam.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Niets is voor een leerling zo frustrerend als lesstof die hij niet leren kan. Zijn gevoel van bekwaamheid lijdt eronder, en hij moet wel gedeprimeerd raken. Geconfronteerd worden met een onmogelijke leersituatie is de meest deprimerende zaak ter wereld. Het is in feite uiteindelijk de reden waarom de wereld zelf deprimerend is. Het leerplan van de Heilige Geest is nooit deprimerend, omdat het een leerplan van vreugde is. Wanneer depressiviteit de reactie op het leren zelf is, komt dat doordat het ware doel van het leerplan uit het oog werd verloren.
Wanneer we het lichaam op onnatuurlijke wijze gebruiken, wordt het een doel in plaats van louter een middel. Dit zorgt ervoor dat we het echte doel uit het oog verliezen: het overwinnen van afscheiding. Als we het echte doel van het leerplan vergeten, worden we slecht in het leren daarvan. Onze voortgang wordt zeer traag. We beginnen ons onbekwaam te voelen als leerlingen, als zoekers. En dan worden we depressief.
Toepassing : Ben je ontevreden over je voortgang als student van Een cursus in wonderen?
Als dat zo is, denk er dan eens over na of je het lichaam misschien als doel van zijn leerplan ziet, in plaats van een middel om je met de denkgeest van je broeders te verenigen.
Veel studenten geloven dat uitreiken naar anderen, hen helpen en je met hen verenigen, betekent dat je 'de vergissing werkelijk maakt' — dat je de illusie van de afscheiding in stand houdt. De volgende alinea's zeggen echter precies het tegenovergestelde. Ze zeggen dat juist het níét gebruiken van het lichaam om ons met elkaar te verenigen de afscheiding werkelijk maakt. Dit is een voorbeeld van opvattingen over de Cursus, die botsen met wat hij feitelijk onderwijst. Laten we daarom bereid zijn om onze eigen ideeën over de Cursus op te geven, zodat we zijn ideeën volledig kunnen aanvaarden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. In deze wereld wordt zelfs het lichaam niet als een geheel waargenomen. De bedoeling ervan wordt gezien als een versplintering in vele functies die weinig of geen verband houden met elkaar, zodat het door chaos lijkt bestuurd. Als het zich door het ego laat leiden is dat ook zo. Als het zich door de Heilige Geest laat leiden is dat niet zo. Het wordt dan een middel waardoor het deel van de denkgeest dat je van de geest hebt proberen te scheiden voorbij zijn vervormingen kan reiken en terug kan keren naar de geest. De tempel van het ego wordt aldus de tempel van de Heilige Geest, alwaar de toewijding aan Hem de plaats inneemt van de toewijding aan het ego. In deze zin wordt het lichaam wel degelijk een tempel voor God: Zijn Stem woont erin doordat Hij richting geeft aan het gebruik dat ervan wordt gemaakt.
In onze zienswijze wordt ons lichaam geregeerd door een lange lijst van verschillende doelen, waardoor het een lange lijst van verschillende functies vervult. We zien het lichaam als een Zwitsers zakmes — elk deel ervan heeft een andere functie. Dit betekent dat we het niet als een geheel zien. En als we het lichaam verschillende doelen toekennen, heeft het ook verschillende betekenissen. Dan wordt het een bundel chaos.
Onder leiding van de Heilige Geest gaan we het anders zien. Dan leren we dat het lichaam slechts één doel heeft: de denkgeest in staat stellen om voorbij zijn geïsoleerde gevangenis te reiken en zich opnieuw te verbinden met de andere delen van zichzelf. Het lichaam is niet inherent een tempel voor God, dat wordt het pas wanneer we ons gebruik ervan door de Heilige Geest laten leiden. Pas dan wordt alles wat we doen een 'toewijding aan Hem'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Genezing is het resultaat wanneer het lichaam uitsluitend voor communicatie wordt gebruikt. Aangezien dit iets natuurlijks is geneest het door heel te maken, wat eveneens natuurlijk is. Elke denkgeest is heel, en de overtuiging dat een deel ervan stoffelijk of niet-denkgeest is, is een gefragmenteerde of ziekelijke interpretatie. De denkgeest kan niet tot iets stoffelijks worden gemaakt, maar hij kan wel door het stoffelijke zichtbaar worden gemaakt als hij het lichaam gebruikt om aan zichzelf voorbij te gaan. Door naar buiten te reiken breidt de denkgeest zichzelf uit. Hij stopt niet bij het lichaam, want als hij dat doet wordt hij in zijn doel belemmerd. Een denkgeest die belemmerd is, heeft zichzelf de gelegenheid gegeven gevoelig te zijn voor een aanval, want hij heeft zich tegen zichzelf gekeerd.
De natuurlijke staat van de denkgeest is heelheid. Het natuurlijke doel van de denkgeest is communicatie, gemeenschap. Wanneer de denkgeest zijn natuurlijke doel tot uitdrukking brengt (communicatie), is hij in contact met zijn natuurlijke staat (heelheid). In relatie tot het lichaam kan de denkgeest dus twee dingen doen. Als hij, onder leiding van de Heilige Geest, het lichaam gebruikt als een instrument voor communicatie, zal zijn heelheid geprojecteerd worden op het lichaam en dit eveneens heel maken. Wanneer de denkgeest echter, onder leiding van het ego, het lichaam ziet als een vreemde substantie die zijn eigen doelen aan de denkgeest oplegt — doelen die niets te maken hebben met het verlangen van de denkgeest om zich te verenigen, maar met de behoeften van het lichaam, wordt het lichaam een belemmering voor de uitbreiding van de denkgeest, in plaats van een middel daartoe. De gefragmenteerde doelen van het lichaam lijken het ene doel van de denkgeest te overheersen. Maar alleen de denkgeest is werkelijk, dus wat er echt is gebeurd, is dat de denkgeest 'zich tegen zichzelf heeft gekeerd'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
11. Belemmeringen wegnemen is dan ook de enige manier om hulp en genezing te garanderen. Hulp en genezing zijn de normale uitingen van een denkgeest die door het lichaam, maar niet in het lichaam werkt. Als de denkgeest gelooft dat het lichaam zijn doel is, zal hij zijn waarneming van het lichaam vervormen en zal hij, door te verhinderen dat hij zich buiten de grenzen ervan uitbreidt, ziekte verwekken door afscheiding te bevorderen. Het lichaam waarnemen als een afzonderlijke entiteit kan niet anders dan ziekte bevorderen, want het is niet waar. Een communicatiemiddel verliest zijn nut als het voor iets anders wordt benut. Een communicatiemiddel als aanvalsmiddel gebruiken is een duidelijke verwarring van doelen.
'Belemmeringen wegnemen' verwijst naar het wegnemen van het lichaam als blokkade. Het wordt zo'n blokkade als je het ziet als een doel op zich; als je zijn behoeften belangrijker vindt dan het verlangen van de denkgeest; als je denkt met je brein in plaats van met je denkgeest.
Wanneer de denkgeest het lichaam als zijn doel ziet, trekt hij zich terug in zichzelf. Hij scheidt. Hij besteedt al zijn energie aan het speciaal maken van zijn instrument, door het te verfraaien, te polijsten en eraan te sleutelen. Dit kan niet anders dan ziekte veroorzaken, aangezien afscheiding de moeder is van alle ziekte.
Door dit alles verliezen we het werkelijke doel van het lichaam uit het oog. We zien niet meer dat het uitsluitend dient als instrument om onze denkgeest te verenigen met die van onze broeders. En als een instrument verkeerd wordt gebruikt 'verliest het zijn nut'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
12. Communiceren is verbinden en aanvallen is afscheiden. Hoe kun je met een en hetzelfde ding beide tegelijk doen zonder te lijden? De waarneming van het lichaam kan alleen door één enkel doel eenduidig worden gemaakt. Dit bevrijdt de denkgeest van de verleiding het lichaam in velerlei licht te zien, en vertrouwt het helemaal toe aan het Ene Licht waarin het werkelijk kan worden begrepen. Een leermiddel verwarren met een leerdoel is een fundamentele verwarring, die het begrip van beide belemmert. Leren moet voorbij het lichaam leiden en de macht van de denkgeest daarin herstellen. Dit kan pas worden volbracht als de denkgeest zich tot andere denkgeesten uitbreidt, en zichzelf in zijn uitbreiding niet remt. Dit remmen is de oorzaak van alle ziekte, want alleen uitbreiding is de functie van de denkgeest.
Momenteel ervaart de denkgeest zichzelf als opgesloten in een lichaam. Hij wil eruit, zich verbinden met andere denkgeesten. Maar deze natuurlijke impuls wordt geblokkeerd door de fysieke gevangenis — waarin hij schijnbaar is opgesloten — werkelijk te maken.
Maar je hebt een keuze — de keuze om de denkgeest ondergeschikt te maken aan het lichaam, of om de natuurlijk impuls van de denkgeest via het lichaam tot uitdrukking te brengen. De ware kracht van de denkgeest blijft verborgen als hij het lichaam dient. Maar als je het lichaam gebruikt om je denkgeest uit te breiden tot andere denkgeesten, zul je zijn kracht herontdekken. Door de impulsen van de denkgeest af te remmen, wordt ook onze vreugde afgeremd, en daarmee onze gezondheid. Van het lichaam een doel op zichzelf maken, maakt het ziek.
(Toelichtingen door Robert Perry)
13. Het tegendeel van vreugde is depressiviteit. Wanneer wat jij leert depressiviteit in plaats van vreugde bevordert, kun je niet naar Gods vreugdevolle Leraar aan het luisteren en Zijn lessen aan het leren zijn. Een lichaam als iets anders zien dan als een communicatiemiddel betekent je denkgeest beperken en jezelf kwetsen. Gezondheid is daarom niets dan een vereend doel. Als het lichaam ondergeschikt wordt gemaakt aan het doel van de denkgeest, wordt het heel, omdat het doel van de denkgeest één is. Aanval kan slechts een aan het lichaam opgelegd doel zijn, aangezien het lichaam los van de denkgeest helemaal geen doel heeft.
Als je de natuurlijke impuls van de denkgeest om zich te verenigen door het lichaam laat uitdrukken, bevrijd (en herontdek) je daarmee zijn heelheid, vreugde, kracht, heerlijkheid en verenigd doel. Dan luister je naar de Heilige Geest. Als je echter naar het ego luistert, blokkeer je deze natuurlijke impuls, en lijkt je denkgeest beperkt, zwak en afgescheiden. Dan verlies je je innerlijke gezondheid en word je depressief.
Toepassing : Zeg tegen jezelf:
Mijn lichaam is niets anders dan een communicatiemiddel van de denkgeest.
Het als iets anders zien betekent mijn denkgeest beperken en mezelf kwetsen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
14. Jij wordt niet door het lichaam beperkt, en de gedachte kan niet vlees worden. Maar de denkgeest kan wel via het lichaam geopenbaard worden als hij daaraan voorbijgaat en het niet als een beperking opvat. Telkens wanneer je van een ander vindt dat hij tot of door zijn lichaam is beperkt, leg jij jezelf deze beperking op. Ben je bereid dit te aanvaarden wanneer juist de bedoeling van wat je leert zou moeten zijn aan alle beperkingen te ontkomen? Wie het lichaam opvat als een aanvalsmiddel en gelooft dat daar ooit vreugde uit zou kunnen voortkomen, geeft er duidelijk blijk van een povere leerling te zijn. Hij heeft dan een leerdoel aangenomen dat onmiskenbaar in tegenspraak is met het eenduidige doel van het leerplan, een dat afbreuk doet aan zijn vermogen om dat doel als het zijne te aanvaarden.
Hoe leer je dat je denkgeest niet beperkt wordt door het lichaam? Door niet toe te staan dat je lichaam de natuurlijke impuls van je denkgeest om zich te verenigen blokkeert, en ook je broeders niet te zien als lichamen die jou aan kunnen vallen, maar als denkgeesten waarmee jouw denkgeest kan communiceren. Als je hen ziet als een beperkt lichaam, zie je jezelf eveneens zo. Als we ons lichaam niet gebruiken om uit te breiden en te verenigen, gebruiken we het om aan te vallen, in het geloof dat dit ons vreugde geeft. Dat betekent dat we 'een povere leerling' zijn. Dan kunnen we het doel van de Heilige Geest niet omarmen, omdat we een tegengesteld doel hebben omarmd.
(Toelichtingen door Robert Perry)
15. Vreugde wil zeggen een eenduidig doel, en een eenduidig doel komt alleen van God. Wanneer het jouwe eenduidig is, is het het Zijne. Als je gelooft dat je Zijn doel kunt dwarsbomen, heb je verlossing nodig. Je hebt jezelf veroordeeld, maar veroordeling is niet iets van God. Daarom is ze niet waar. En de ogenschijnlijke gevolgen daarvan zijn dat evenmin. Wanneer jij een broeder als een lichaam beschouwt, veroordeel je hem omdat jij jezelf veroordeeld hebt. Maar als alle veroordeling onwerkelijk is, en dat moet wel zo zijn aangezien het een vorm van aanval is, dan kan ze geen gevolgen hebben.
'Vreugde wil zeggen een eenduidig doel'. Slechts één doel hebben lijkt misschien een beetje op gevangenschap, maar het hebben van meerdere, tegenstrijdige doelen veroorzaakt oorlog in jezelf. Je kunt alleen vreugde voelen wanneer je slechts één richting aanhoudt, en dat is de richting die naar God leidt. Onze denkgeest beweegt zich vaak in een tegenovergestelde richting, weg van God. Daar veroordelen we onszelf om, 'maar veroordeling is niet iets van God'.
Ze is onwerkelijk en heeft daarom geen gevolgen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
De volgende alinea gaat daar verder op in:
16. Laat niet toe dat jij lijdt onder de ingebeelde gevolgen van iets wat niet waar is. Bevrijd je denkgeest van de overtuiging dat dit mogelijk is. In het feit dat dit volstrekt onmogelijk is schuilt jouw enige hoop op bevrijding. Welke andere hoop zou je nog willen? Vrijheid van illusies wordt alleen gevonden door er niet in te geloven. Er is geen aanval, maar er is wel onbeperkte communicatie en dus onbeperkte macht en heelheid. De macht van heelheid is uitbreiding. Rem in deze wereld je denken niet, en je zult je denkgeest openstellen voor scheppen in God.
We hebben slechts twee opties met betrekking tot het gebruik van ons lichaam, afhankelijk van de leraar naar wie we verkiezen te luisteren. Als we naar het ego luisteren, is het lichaam onze gevangenis en lijden we. Als we naar de Heilige Geest luisteren, zal Hij ons vertellen dat het lichaam een illusie is, en dat er in werkelijkheid alleen 'onbeperkte communicatie' bestaat. Door ons lichaam in dienst te stellen van de Heilige Geest, in plaats van het ego, blokkeren we niet langer de gedachten van de denkgeest, die ons en daarmee anderen bevrijden van alle illusies. Daardoor herontdekken we de onbeperkte macht en heelheid van de denkgeest.
Uiteindelijk zal de laatste grens — het lichaam zelf — wegvallen, en zal onze uitbreiding ongehinderd stromen in de vreugdevolle scheppingsdaad. Ons lichaam gebruiken om in deze wereld liefde te communiceren en uit te breiden, is daarom een voorbereiding op onze scheppende functie in de Hemel.
(Toelichtingen door Robert Perry)