Hoofdstuk 6
De lessen van de Liefde
B. Wil je vrede, onderwijs vrede om vrede te leren
1. Allen die in afscheiding geloven, hebben een fundamentele vergeldings- en verlatingsangst. Ze geloven in aanval en afwijzing, en dat is dus wat ze waarnemen, onderwijzen en leren. Deze waanzinnige ideeën zijn duidelijk het gevolg van dissociatie en projectie. Wat je onderwijst ben je, maar het is volkomen duidelijk dat je verkeerd kunt onderwijzen, en dat je zodoende jezelf het verkeerde kunt leren. Velen dachten dat ik hen aanviel, ook al was het duidelijk dat ik dat niet deed. Een waanzinnige leerling leert vreemde lessen. Je moet begrijpen dat wanneer je een denksysteem niet deelt, je het verzwakt. Degenen die erin geloven, zien dit daarom als een aanval op hen. Dat komt doordat iedereen zichzelf met zijn denksysteem vereenzelvigt, en ieder denksysteem draait om wat jij denkt dat je bent. Als de spil van het denksysteem waar is, gaat er louter waarheid van uit. Maar met een leugen als middelpunt, komt er louter bedrog uit voort.
Wij geloven in aanval en afwijzing en dus is dat wat we onderwijzen — we vallen anderen aan en wijzen hen af. Vervolgens verwachten we — door projectie — de 'natuurlijke' reactie op onze acties te ontvangen: vergelding voor onze aanval en verlating voor onze afwijzing. We denken dat we zelfs aangevallen worden als niemand dat doet. Dat is wat met Jezus gebeurde. Hij werd waargenomen als een aanvaller, want waarom zouden ze hem anders willen doden? Juist omdat hij niemand aanviel was hij een perfect projectiescherm. Hij speelde niet in op hun verwachtingen van vergelding en verlating. Hij deelde hun denksysteem dus niet, en dat werd waargenomen als een verzwakking ervan. En daarom, omdat hij volkomen goedaardig was, werd hij waargenomen als een aanvaller die gedood moest worden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Alle goede leraren beseffen dat alleen een fundamentele verandering duurzaam zal zijn, maar ze beginnen niet op dat niveau. Het versterken van de motivatie om te veranderen is hun eerste en voornaamste doel. Het is bovendien hun laatste en definitieve. Het enige wat de leraar hoeft te doen om verandering te garanderen is in de leerling de motivatie om te veranderen verhogen. Een verandering in motivatie is een verandering van denken, en dit zal onvermijdelijk tot een fundamentele verandering leiden, omdat de denkgeest fundamenteel is.
Ik heb dit altijd een buitengewoon interessante verklaring gevonden: alle goede leraren streven er eerst en vooral naar om de motivatie tot verandering te versterken. Met andere woorden: alleen wanneer we voldoende gemotiveerd zijn, zullen we alles doen wat de Cursus van ons vraagt. Dan zullen we bereid zijn iedereen te vergeven en ons ego los te laten. We zijn in staat om dat nu al te doen, maar wat ons nog ontbreekt is voldoende motivatie daartoe.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. De eerste stap in het proces van omkeren of ongedaan maken is het ongedaan maken van het begrip ‘krijgen’. Dienovereenkomstig luidde de eerste les van de Heilige Geest: ‘Wil je hebben, geef alles aan allen.’ Ik heb al gezegd dat het conflict hierdoor waarschijnlijk tijdelijk zal toenemen, en dit kunnen we nu nog verder verduidelijken. Op dit moment wordt de gelijkheid van hebben en zijn nog niet gezien. Totdat dit wel het geval is lijkt hebben het tegendeel te zijn van geven. Die eerste les lijkt dan ook een tegenstrijdigheid te bevatten, omdat ze geleerd wordt door een denkgeest die in conflict is. Dit betekent motivatie die met zichzelf in conflict is, en dus kan de les voorlopig niet consistent worden geleerd. Voorts projecteert de denkgeest van de leerling zijn eigen conflict, en zodoende bespeurt hij geen consistentie in de denkgeest van anderen, wat hem achterdochtig maakt over hun motivatie. Dit is de werkelijke reden dat de eerste les in menig opzicht het moeilijkst te leren valt. Terwijl jij je nog steeds sterk van het ego in jezelf bewust bent en voornamelijk op het ego in anderen reageert, wordt jou geleerd op beide te reageren alsof wat je gelooft niet waar is.
We keren terug naar de eerste les van de Heilige Geest. Zijn streven is het concept dat hebben voortkomt uit krijgen ongedaan te maken, en ons in plaats daarvan te leren dat hebben voortkomt uit geven. Die les brengt ons echter in de problemen. We weten namelijk nog niet dat hebben en zijn hetzelfde zijn. We denken dat hebben betekent dat we dingen bezitten die los staan van onszelf, en dus van ons afgenomen kunnen worden; dingen die we kunnen winnen en verliezen. Als we zouden beseffen dat wat we zijn is wat we hebben — omdat we de Liefde van God zijn, hebben we Zijn Liefde zouden we ook beseffen dat we dit niet kunnen verliezen door het te geven. Want hoe kunnen we ons zijn verliezen?
We voelen ons dus aangetrokken tot zowel geven als hebben, en ervaren dit als volkomen tegenstrijdig. Wanneer ons verteld wordt: 'Wil je hebben, geef alles aan allen' horen we: 'Als je een goed mens wilt zijn, geef dan alles aan iedereen, ook al houd je zelf niets over'. Het is begrijpelijk dat we een tegenstrijdige motivatie voelen om een dergelijke les te leren, en een motivatie die met zichzelf in conflict is blokkeert het leervermogen.
Verder zien we, als we naar de wereld kijken, dezelfde tegenstrijdige motivatie bij anderen, omdat we die op hen hebben geprojecteerd. Als gevolg daarvan denken we dat ze geven om te krijgen. En als zij niet te vertrouwen zijn, hoe kan ons geven dan tot hebben leiden? Integendeel, hoe meer we geven, hoe minder we overhouden. In anderen alleen het motief zien om te geven, en alleen handelen vanuit dit motief in onszelf, lijkt dus zelfmoord te zijn.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Het ego, op z’n kop als altijd, beschouwt de eerste les als krankzinnig. Dit is in feite zijn enige mogelijkheid, aangezien het alternatief, dat veel minder aanvaardbaar is voor hem, onmiskenbaar zou betekenen dat hij krankzinnig is. Het oordeel van het ego is hier, zoals altijd, vooraf bepaald door wat het is. Nog altijd zal de fundamentele verandering plaatsvinden samen met de verandering in het denken van de denker. Intussen maakt de toenemende duidelijkheid van de Stem van de Heilige Geest het de leerling onmogelijk er niet naar te luisteren. Hij ontvangt dan een tijdlang tegenstrijdige boodschappen en neemt beide aan.
Een deel van onze denkgeest — het ego — vindt de eerste les dus volslagen waanzin. 'Wil je hebben, geef alles aan allen' klinkt inderdaad krankzinnig. Aan de andere kant voelen we ons echter steeds meer aangetrokken tot de Stem van de Heilige Geest. Zijn boodschap van totale vergeving klinkt zo bevrijdend en liefdevol, dat het bijna onmogelijk is om niet naar deze boodschap te luisteren. Met andere woorden: we luisteren naar beide stemmen. En zowel het ego als de Heilige Geest zijn overtuigend. Is dat niet precies wat we ervaren? Is dit niet de reden waarom onze motivatie om het gedachtegoed van Een cursus in wonderen in praktijk te brengen vaak zo zwak is? En maakt dit ons innerlijk niet ernstig verdeeld?
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. De uitweg uit het conflict tussen twee tegengestelde denksystemen is vanzelfsprekend er een kiezen en het andere loslaten. Als jij je met je denksysteem vereenzelvigt – en hieraan valt niet te ontkomen – en als je twee denksystemen aanneemt die totaal met elkaar in tegenspraak zijn, dan is innerlijke vrede onmogelijk. Als je ze beide onderwijst, wat je zeker zult doen zolang jij beide aanvaardt, ben je bezig conflict te onderwijzen en leer je dat ook. Toch wil jij vrede, anders zou je de Stem voor vrede niet te hulp hebben geroepen. Haar les is niet krankzinnig, het conflict wel.
Jezus heeft het hier niet over de een of andere abstracte theorie; hij beschrijft exact onze huidige conditie: we zijn innerlijk verdeeld en dat is bijzonder ongemakkelijk. Als we telkens heen en weer zwalken tussen twee tegenstrijdige denksystemen onderwijzen we conflict. Dat maakt ons tot een halfslachtige persoon, en in zo'n toestand kunnen we niet in vrede zijn. Maar we verlangen juist naar vrede. Dat is de reden waarom we de Heilige Geest om hulp hebben gevraagd. Hoe kunnen we dus vrede ervaren? Niet door een compromis te sluiten tussen beide denksystemen, wat de meesten van ons proberen te doen. Het kan alleen door er één te kiezen en ons volledig te ontdoen van het andere.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Er kan geen conflict tussen innerlijke gezondheid en krankzinnigheid bestaan. Eén is er maar waar, en één is dus maar werkelijk. Het ego probeert je ervan te overtuigen dat het aan jou is te beslissen welke stem waar is, maar de Heilige Geest leert jou dat de waarheid door God werd geschapen, en dat jouw beslissing die niet veranderen kan. Naarmate jij je meer bewust begint te worden van de stille kracht van de Stem van de Heilige Geest en Haar volmaakte consistentie, moet het in je denkgeest gaan dagen dat jij een beslissing ongedaan tracht te maken die onherroepelijk voor jou werd genomen. Dat is de reden waarom ik je eerder al voorstelde niet te vergeten de Heilige Geest voor jou voor God te laten kiezen.
Wij denken dat wij dit conflict op moeten lossen door uiteindelijk te beslissen welke stem waar is. Maar die beslissing is al genomen. Dat beginnen we te beseffen als we naar de Heilige Geest luisteren. De rust en kracht van Zijn Stem komen voort uit de zekerheid van Zijn boodschap, die volmaakt consistent is. Met andere woorden: we beginnen te vermoeden dat één stem absoluut waar is, en de andere absoluut onwaar. En dat betekent dat er geen conflict is, want er kan geen conflict zijn tussen twee dingen waarvan er slechts één waar is. Het hele conflict is dus niets anders dan een waanidee. We hoeven geen bovenmenselijke beslissing te nemen, we hoeven alleen maar te ontwaken uit een niet-bestaand conflict.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Er wordt jou niet gevraagd krankzinnige beslissingen te nemen, ook al kun je denken dat dit wel zo is. Het moet daarentegen wel krankzinnig genoemd worden te geloven dat het aan jou is te beslissen wat Gods scheppingen zijn. De Heilige Geest neemt het conflict precies waar zoals het is. Zijn tweede les is dan ook:
Wil je vrede, onderwijs vrede om vrede te leren.
Wij denken dat ons gevraagd wordt om alles weg te geven wat we hebben, zodat we zelf niets overhouden. Dat veroorzaakt een conflict in onszelf. Het werkelijke conflict is echter dat we niet zien dat onze ware natuur zuiver geven is. De Heilige Geest ziet dat wel. Daarom geeft Hij ons deze tweede les: 'Wil je vrede, onderwijs vrede om vrede te leren'.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Dit is nog steeds een beginstap, aangezien hebben en zijn nog steeds niet worden gelijkgesteld. Hij gaat echter wel verder dan de eerste stap, die in feite slechts het begin is van de omkeer van denken. Deze tweede stap is een positieve bevestiging van wat jij verlangt. Dit is dan ook een stap die van het conflict wegvoert, aangezien het betekent dat de alternatieven werden overwogen en er één als het meest wenselijk werd uitgekozen. Niettemin veronderstelt de term ‘meest wenselijk’ nog altijd dat het wenselijke gradaties kent. Daarom is deze stap, hoewel essentieel voor de uiteindelijke beslissing, duidelijk niet de laatste. Het feit dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen is nog niet aanvaard, want niets wat totaal verlangd wordt is moeilijk. Totaal verlangen is scheppen, en scheppen kan niet moeilijk zijn als God Zelf jou als schepper geschapen heeft.
De uitweg uit het conflict en het ervaren van vrede betekent: de kant van de Heilige Geest kiezen. Dit lost het conflict om twee redenen op. Ten eerste: door alleen één van beide kanten te kiezen, kiezen we ervoor om het conflict te beëindigen. En ten tweede: de kant van de Heilige Geest is vrede. Daarom bevat deze les het inzicht dat het alternatief van de Heilige Geest wenselijker is dan dat van het ego. De oproep om vrede te onderwijzen is een oproep om alleen de zienswijze van de Heilige Geest te onderwijzen. Op dit moment onderwijzen we beide zienswijzen en dus onderwijzen en leren we zelf— conflict. Als we uit het conflict willen raken, moeten we in onze interacties slechts één zienswijze tot uitdrukking brengen, maar onze motivatie daarvoor is nog niet sterk genoeg.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. De tweede stap heeft nog steeds met waarneming te maken, alhoewel het een reuzenstap is in de richting van de eenduidige waarneming die het weten van God weerspiegelt. Wanneer jij deze stap zet en deze richting aanhoudt zul je doorstoten tot de kern van je denksysteem, waar de fundamentele verandering zal plaatsgrijpen. Bij de tweede stap vindt vooruitgang met tussenpozen plaats, maar de tweede stap is makkelijker dan de eerste omdat die erop volgt. Het besef dat die erop moet volgen, is een bewijs van de groeiende bewustwording dat de Heilige Geest jou verder leiden zal.
We zetten de tweede stap nog niet volledig, omdat onze denkgeest nog niet eenduidig waarneemt. Maar hij is daar wel naar op weg. Bij de eerste stap werden we verscheurd tussen krijgen en geven. Nu realiseren we ons dat er maar één manier mogelijk is. Deze aanvaarding maakt het proces gemakkelijker. We hebben er meer vertrouwen in dat er slechts één bestemming is, en dat de Heilige Geest ons zal leiden totdat we deze bereikt hebben. Deze bestemming is 'de fundamentele verandering'. De derde les zal ons vertellen wat dat betekent.
(Toelichtingen door Robert Perry)