Hoofdstuk 12
Het leerplan van de Heilige Geest
II. Hoe God herinnerd wordt
Deze paragraaf bespreekt twee thema's. De eerste drie alinea's gaan over de taak van de wonderdoener: het ontkennen van de ontkenning van volmaaktheid. De laatste zeven alinea's zijn een krachtige bespreking van de noodzaak om onze van haat vervulde waarnemingen onder ogen te zien en te leren dat ze slechts illusies zijn, zodat we voorbij hun angstaanjagende beelden naar ons werkelijke doel kunnen worden geleid: de herinnering van onze ware, volmaakte, liefdevolle aard.
(Toelichtingen door Robert Perry)
1. Wonderen zijn niets anders dan het omzetten van ontkenning in waarheid. Als zichzelf liefhebben zichzelf genezen betekent, dan hebben zij die ziek zijn zichzelf niet lief. Daarom vragen ze om de liefde die hen kan genezen, maar die ze zichzelf ontzeggen. Als ze de waarheid over zichzelf kenden, zouden ze niet ziek kunnen zijn. De taak van de wonderdoener wordt derhalve het ontkennen van de ontkenning van de waarheid. De zieken dienen zichzelf te genezen, want de waarheid ligt in hen. Maar omdat ze haar versluierd hebben, moet het licht van een andere denkgeest de hunne binnenschijnen, omdat dit licht het hunne is.
Iemand is ziek omdat hij de waarheid ontkent van wie hij is, wat hem belet om van zichzelf te houden en dus zichzelf te genezen. De wonderdoener kan hem genezen door het licht van zijn denkgeest in de denkgeest van de zieke te laten schijnen. Dit is hetzelfde licht als het licht in de denkgeest van de zieke, dat versluierd was, maar weer herkend kan worden.
(Toelichtingen door Robert Perry)
2. Het licht in hen schijnt even helder, ongeacht de dichtheid van de mist die het aan het oog onttrekt. Als je de mist geen macht geeft om het licht te versluieren, heeft die er geen. Want mist heeft alleen macht als de Zoon van God er macht aan toekent. Hij dient zelf die macht eraan te onttrekken, en zich te herinneren dat alle macht van God komt. Jij kunt je dit voor heel het Zoonschap herinneren. Sta niet toe dat jouw broeder het zich niet herinnert, want zijn vergetelheid is de jouwe. Maar jouw herinneren is zijn herinneren, want God kun je je niet alleen herinneren. Dat is juist wat je vergeten bent. De genezing van jouw broeder zien als de genezing van jezelf is dus de manier om je God te herinneren. Want jij bent je broeders tegelijk met Hem vergeten, en Gods Antwoord op jouw vergeten is niets anders dan de manier om je te herinneren.
Ik houd van het beeld om het lichaam van mijn broeders en hun persoonlijkheid te zien als niets anders dan mist die het licht in hen versluiert. En dat licht is in iedereen even helder. Het licht in mijn ergste vijand is hetzelfde licht dat schijnt in Jezus en in mijzelf. Het enige verschil is 'de dichtheid van de mist die het aan het oog onttrekt'. De mist kan het licht alleen versluieren omdat we hem de macht daartoe geven. Wanneer we die macht terugtrekken en ons herinneren dat alle macht van God komt, vindt genezing plaats. Het is onze taak om ons dit voor iedereen te herinneren. Want als we het ons voor hen herinneren, herinneren we het ons met hen.
Toepassing : Denk aan iemand die ziek is. Visualiseer zijn of haar lichaam en persoonlijkheid als een dichte mist die het licht in hem of haar verbergt. Zeg dan:
Ik geef geen macht aan deze mist, want alle macht komt van God.
Ik herinner mij dit voor jou, want ik wil mij God herinneren met jou.
Alleen het licht in jou is werkelijk.
Stel je dan voor dat de mist optrekt en dat je alleen het heldere, stralende licht in de ander ziet. En ervaar ditzelfde licht in jezelf, voorbij je eigen lichaam en persoonlijkheid.
(Toelichtingen door Robert Perry)
3. Zie in ziekte dan eens te meer een roep om liefde, en schenk jouw broeder wat hij meent zichzelf niet te kunnen geven. Wat de ziekte ook mag zijn, er is maar één remedie. Zoals jij heel maakt, zul je heel gemaakt worden, want in ziekte de vraag om gezondheid zien is in haat de roep om liefde herkennen. En jouw broeder geven wat hij werkelijk wil, is het aan jezelf geven, want je Vader wil dat jij je broeder kent als jezelf. Beantwoord zijn roep om liefde, en de jouwe is beantwoord. Genezing is de Liefde van Christus voor Zijn Vader en voor Zichzelf.
Het is onze taak om in elke uiting van haat, hoe heftig ook, het verborgen verlangen naar liefde te zien; in elke ziekte het verlangen naar heelheid. In de meest duistere manifestaties van onze broeder moeten we alleen zijn verlangen naar licht zien, en vervolgens dit verlangen vervullen. We moeten hem geven waar hij naar verlangt, maar meent zichzelf niet te kunnen geven. Wanneer we hem dat geven, geven we het aan onszelf. Want zijn verlangen is het onze, hij is wie we zelf zijn. Door zijn verlangen te vervullen leren we onze broeder kennen als onszelf. Dan doen we wat God wil.
(Toelichtingen door Robert Perry)
4. Herinner je wat er werd gezegd over de beangstigende waarnemingen van kleine kinderen, die hen angst aanjagen omdat zij ze niet begrijpen. Als ze om opheldering vragen en die aanvaarden, verdwijnen hun angsten. Maar als ze hun nachtmerries verbergen, zullen ze die behouden. Het is makkelijk een onzeker kind te helpen, want het ziet in dat het niet begrijpt wat zijn waarnemingen betekenen. Maar jij gelooft dat jij de jouwe wel begrijpt. Kindlief, jij verbergt je hoofd onder een dek van dikke dekens dat je over jezelf heen hebt gelegd. Jij verbergt je nachtmerries in de duisternis van je eigen valse zekerheid, en weigert je ogen open te doen om ernaar te kijken.
In 'Het probleem en het antwoord' (1-11.VIII) spreekt Jezus over kleine kinderen die in de duisternis van hun slaapkamer denken dat een gordijn een spook is, een schaduw een monster, en dat de draak in hun nachtmerrie werkelijk is. Hier wordt deze metafoor vervolgd.
Als een kind er absoluut zeker van is dat wat het ziet werkelijk is, heeft het geen andere keus dan zich onder dekens te verbergen, zijn ogen dicht te doen, en te weigeren om te kijken. Als het zijn ogen open zou doen en er wel naar zou kijken, en om opheldering zou vragen aan een volwassene, zou zijn angst verdwijnen.
Wij zijn als deze kinderen. En wij zien onze broeders als de spoken, monsters en draken. Zijn we bereid om met open ogen naar onze broeders te kijken en te zien dat ze niet slecht en gemeen zijn, maar een onjuiste waarneming? Zijn we bereid om aan de Volwassene in deze situatie — de Heilige Geest — te vragen wat de waarheid is? Of willen we in de angstaanjagende duisternis van onze valse zekerheid blijven?
(Toelichtingen door Robert Perry)
5. Laten we geen nachtmerries bewaren, want het zijn geen gepaste gaven voor Christus, en dus zijn het geen passende geschenken voor jou. Neem de bedekking weg en kijk naar waar jij bang voor bent. Alleen datgene waarop je vooruitloopt jaagt jou angst aan, want de realiteit van het niets kan niet beangstigend zijn. Laten we dit niet uitstellen, want je droom van haat zal niet zonder hulp van je weggaan, en Hulp is hier aanwezig. Leer rustig te zijn te midden van tumult, want rust is het eind van twist, en dit is de reis naar vrede. Kijk elk beeld dat opduikt om jou tegen te houden recht in het gezicht, want het doel is onafwendbaar omdat het eeuwig is. Het doel van liefde is niets anders dan jouw recht, en hoort jou toe ondanks je dromen.
Toepassing : Denk aan iemand die jij ziet als een spook, een monster of een draak — of iets soortgelijks — en zeg in gedachten tegen deze persoon:
Ik zie jou ais een spook/monster/draak/enz.
Wees dan bereid om de haat te zien in dit beeld van de ander — jouw haat, niet die van hem of haar.
Probeer vervolgens door dit beeld heen te kijken, naar het licht van liefde in de ander.
Zeg tegen de Heilige Geest:
Heilige Geest, help me om voorbij dit beeld van haat te kijken.
Help me inzien dat het niets anders is dan een onjuiste waarneming.
Help me om daaraan voorbij te zien, naar de werkelijkheid van liefde.
(Toelichtingen door Robert Perry)
6. Jij wilt nog steeds wat God wil, en geen enkele nachtmerrie is in staat een kind van God af te houden van zijn doel. Jouw doel werd je immers door God gegeven, en je moet het wel verwezenlijken, want het is Zijn Wil. Ontwaak en herinner je wat jouw doel is, want het is je wil dit te doen. Wat voor jou werd volbracht moet wel het jouwe zijn. Laat jouw haat liefde niet in de weg staan, want er is niets dat de Liefde van Christus voor Zijn Vader, of Zijn Vaders Liefde voor Hem kan weerstaan.
Deze alinea legt uit waarom onze pogingen om voorbij onze beelden van haat liefde te zien succes zullen hebben. We zullen daarin slagen omdat liefde het enige is wat we werkelijk willen. Liefde is ons enige werkelijke doel. Het is Gods Wil dat we haar bereiken, en het is ook onze wil. Daarom kan niets ons tegenhouden. Geen enkel beeld van haat staat onze wil in de weg om eeuwige liefde te vinden en daarin te rusten.
(Toelichtingen door Robert Perry)
7. Nog een korte tijd en je zult me zien, want ik houd me niet verborgen omdat jij je verbergt. Even zeker als ik zelf ontwaakt ben, zo zeker zal ik jou doen ontwaken, want ik ben ontwaakt ten behoeve van jou. In mijn opstanding ligt jouw bevrijding. Onze opdracht is te ontsnappen aan de kruisiging, niet aan de verlossing. Vertrouw op mijn hulp, want ik ging niet alleen, en ik zal aan je zijde gaan, zoals onze Vader aan mijn zijde ging. Weet je dan niet dat ik in vrede met Hem ging? 7 En betekent dat dan niet dat vrede ons vergezelt op onze reis?
Als we weigeren om naar onze eigen haat te kijken in het beeld dat we hebben van onze broeders, zullen we niet zien wie ze werkelijk zijn. Jezus roept ons op om te ontwaken uit de nachtmerrie waaruit hij zelf is ontwaakt — niet alleen ten behoeve van zichzelf, maar ten behoeve van ons allemaal. Hij heeft de sleutel tot ons ontwaken. Hij is de gids die ons uit onze droom leidt. Hij is degene die ons kan laten zien dat alle spoken, monsters, draken, heksen, en boemannen die we om ons heen zien, in werkelijkheid de heilige Zoon van God zijn. Waarom zouden we dus niet vertrouwen op zijn hulp? Waarom zouden we hem niet uitnodigen om met ons mee te lopen als onze gids in waarneming? Als we dat doen, zal vrede ons vergezellen.
(Toelichtingen door Robert Perry)
8. Er is in volmaakte liefde geen angst. We zullen voor jou slechts volmaakt maken wat in jou reeds volmaakt is. Het is niet het onbekende dat je vreest, maar het bekende. Jij zult in jouw opdracht niet falen, omdat ik niet faalde in de mijne. Geef mij alleen een beetje vertrouwen in naam van het volledige vertrouwen dat ik in jou heb, en samen zullen we het doel van volmaaktheid makkelijk verwezenlijken. Want volmaaktheid is, en kan niet worden ontkend. De ontkenning van volmaaktheid ontkennen, is niet zo moeilijk als de waarheid ontkennen, en wat wij samen volbrengen zal worden geloofd wanneer je het als volbracht ziet.
Jezus neemt ons mee op een reis die ons naar het ervaren van de volmaakte liefde in onszelf leidt. Heb je het ooit als je doel gezien om volmaakte liefde te zijn? Hoe dan ook — dat is ons doel. En we kunnen niet falen om dit doel te bereiken omdat we een gids hebben die deze reis al heeft gemaakt. Hij weet de weg. Wij aarzelen om deze weg te gaan, omdat we bang zijn voor de bestemming. We zijn bang voor de kennis van volmaakte liefde. We hebben deze volmaakte liefde in onszelf ontkend, wat ontzettend moeilijk was omdat het indruiste tegen de waarheid. Jezus leidt ons nu naar het ontkennen van deze ontkenning, wat in feite veel gemakkelijker is omdat hij ons terugleidt naar wat we al zijn: volmaakte liefde.
(Toelichtingen door Robert Perry)
9. Jij die de liefde hebt proberen uit te bannen, bent daar niet in geslaagd, maar jij die ervoor kiest angst uit te bannen, moet wel slagen. De Heer is met jou, maar jij weet het niet. Maar je Verlosser leeft, en blijft in jou in de vrede waaruit Hij werd geschapen. Zou je dit niet willen gewaarzijn in ruil voor het gewaarworden van angst? Wanneer we angst hebben overwonnen – niet door die weg te stoppen, niet door die te bagatelliseren, en evenmin door de volle draagwijdte ervan op enige wijze te ontkennen is dit wat je werkelijk zult zien. Je kunt de beletselen voor ware visie niet opzijschuiven zonder ernaar te kijken, want opzijschuiven betekent ertegen oordelen. Als jij wilt kijken, zal de Heilige Geest oordelen, en Hij zal waarlijk oordelen. Maar wat jij verborgen houdt, kan Hij niet met Zijn licht doen verdwijnen, want je hebt het Hem niet gegeven, en Hij kan het niet van jou wegnemen.
We hebben geprobeerd onze kennis van volmaakte liefde uit te bannen en te vervangen door een staat van chronische angst. Maar hoewel het lijkt alsof we daarin zijn geslaagd, is dat niet echt gelukt en zal het ook nooit lukken. Waar we wel in kunnen slagen is het omkeren van de situatie: ervoor kiezen om angst uit te bannen. Hoe zouden we kunnen falen als de Heilige Geest in ons verblijft? Als we Zijn aanwezigheid in ons zouden ervaren, zouden we vervuld zijn van een onwankelbare hoop. En wanneer we onze angst overwinnen zúllen we Hem ervaren.
Hoe overwinnen we onze angst? Ons typische antwoord is dat we manieren zoeken om ermee om te gaan. We stoppen hem weg, bagatelliseren hem, en ontkennen zijn werkelijke invloed. Maar dat is juist de manier om hem in stand te houden. In plaats daarvan moeten we hem onder ogen zien. Dat is alles wat we hoeven te doen: ernaar kijken. Als we dat doen, zal de Heilige Geest hem juist interpreteren. Hij zal ons laten zien dat elke angst ongegrond is.
(Toelichtingen door Robert Perry)
10. Wij beginnen dan ook aan een georganiseerd, goed gestructureerd en zorgvuldig gepland programma, dat erop gericht is te leren hoe je de Heilige Geest alles kunt geven wat jij niet hebben wilt. Hij weet er raad mee. Jij begrijpt niet hoe je kunt benutten wat Hij weet. Alles wat Hem gegeven wordt wat niet van God afkomstig is, is verdwenen. Jij moet er echter zelf wel met volmaakte bereidwilligheid naar kijken, want anders blijft Zijn kennis nutteloos voor jou. Hij zal beslist niet nalaten jou te helpen, aangezien hulp Zijn enige doel is. Heb je niet meer reden om de wereld zoals jij die ziet te vrezen, dan om naar de oorzaak van angst te kijken, en die voorgoed los te laten?
Deze alinea kan gezien worden als de samenvatting van de bespreking die begon in alinea 4. Als wij bereid zijn om naar onze nachtmerries te kijken en ze aan de Heilige Geest te geven, kan Hij ons laten zien dat het slechts illusies zijn. Een cursus in wonderen is een 'georganiseerd, goed gestructureerd en zorgvuldig gepland programma, dat erop gericht is te leren hoe je de Heilige Geest' al je onjuiste waarnemingen kunt geven, zodat Hij ze ongedaan kan maken.
Wanneer we Hem eenvoudig alles geven wat niet van God is in onze gedachten, is het verdwenen. Maar om dit te kunnen doen, moeten we er zelf met volmaakte bereidwilligheid naar kijken — volmaakt bereidwillig om het te zien zoals het werkelijk is. Dat lijkt misschien beangstigend, maar we kijken naar iets wat niets is en laten het gaan. Kan dat even beangstigend zijn als de wereld die we elke dag om ons heen zien?
(Toelichtingen door Robert Perry)