Verklaring van termen
1. Denkgeest – Geest
1. De term denkgeest (Engels mind) wordt gebruikt om het activerend beginsel van de geest (Engels spirit) weer te geven, die deze van creatieve energie voorziet. Met een hoofdletter geschreven, verwijst de term naar God of Christus (d.w.z. de Denkgeest van God of de Denkgeest van Christus). Geest is de Gedachte van God die Hij naar Zijn gelijkenis heeft geschapen. De vereende geest is Gods ene Zoon, of Christus.
2. Omdat de denkgeest gespleten is, lijken de Zonen van God in deze wereld gescheiden te zijn. Ook schijnen hun denkgeesten niet te zijn verbonden. In deze illusoire toestand lijkt het concept van een ‘individuele denkgeest’ betekenis te hebben. Daarom wordt hij in de cursus beschreven alsof hij uit twee delen bestaat: geest en ego.
3. De geest is dat deel dat nog steeds met God in contact staat door middel van de Heilige Geest, die in dit deel verblijft maar tevens het andere deel ziet. Het woord ‘ziel’ wordt niet gebruikt, behalve in rechtstreekse bijbelcitaten, vanwege zijn hoogst controversiële aard. Het zou echter een equivalent kunnen zijn van ‘geest’, met dien verstande dat de ziel – van God afkomstig – eeuwig is en nooit geboren werd.
4. Het andere deel van de denkgeest is volledig illusoir en maakt alleen illusies. De geest behoudt de mogelijkheid om te scheppen, maar zijn Wil, welke die van God is, lijkt gekooid te zijn zolang de denkgeest niet is vereend. De schepping blijft onverminderd doorgaan, want dat is de Wil van God. Deze Wil is steeds vereend en heeft daarom in deze wereld geen betekenis. Hij kent geen tegendeel en geen gradaties.
5. De denkgeest kan juist of onjuist gericht zijn, al naargelang de stem waarnaar hij luistert. Een juiste gerichtheid-van-denken luistert naar de Heilige Geest, vergeeft de wereld en ziet in plaats daarvan met de visie van Christus de werkelijke wereld. Dit is de uiteindelijke visie, de laatste waarneming, de toestand waarin God Zelf de laatste stap zet. Hier eindigen tijd en illusies tezamen.
6. Een onjuiste gerichtheid-van-denken luistert naar het ego en maakt illusies, neemt zonde waar en rechtvaardigt woede, en ziet schuld, ziekte en dood als werkelijk. Zowel deze wereld als de werkelijke wereld is een illusie, omdat een juiste gerichtheid-van-denken eenvoudig voorbijziet aan, of vergeeft, wat nooit heeft plaatsgevonden. Daarom is dat niet de Eenheid-van-denken van de Christus-Denkgeest, wiens Wil één is met die van God.
7. In deze wereld is de enige resterende vrijheid de vrijheid van keuze: steeds tussen twee keuzen of twee stemmen. De wil is bij geen enkel niveau van waarneming betrokken en heeft met keuze niets uitstaande. Het bewuste is het ontvangstmechanisme, dat boodschappen ontvangt van boven of van beneden, van de Heilige Geest of van het ego. Het bewuste heeft niveaus en het bewustzijn kan heel dramatisch verschuiven, maar het kan het domein van de waarneming niet ontstijgen. Op zijn hoogst wordt het zich van de werkelijke wereld bewust, en het kan getraind worden om dat in toenemende mate te doen. Maar alleen al het feit dat het niveaus heeft en getraind kan worden, toont aan dat het niet tot kennis kan reiken.