27. Wat is de dood?

1. De dood is de centrale droom waaruit alle illusies voortkomen. Is het geen waanzin over het leven te denken als geboren worden, verouderen, aftakelen, en sterven aan het eind? We hebben deze vraag al eerder gesteld, maar nu moeten we die zorgvuldiger in overweging nemen. Het is de enige vaste, onveranderlijke overtuiging van de wereld dat alles erin slechts geboren wordt om te sterven. Dit wordt beschouwd als ‘de loop der natuur’ waaraan niet mag worden getornd, maar die als de ‘natuurlijke’ levenswet dient te worden aanvaard. Het cyclische, het veranderlijke en onzekere, het onbetrouwbare en het onbestendige dat op een bepaalde manier en langs een bepaald pad toe- en afneemt, – dit alles wordt gehouden voor de Wil van God. En niemand vraagt zich af of een goedaardige Schepper dit wel kan willen.

 

2. Volgens deze waarneming van het universum zoals God dat geschapen heeft, zou het onmogelijk zijn Hem voor liefdevol te houden. Want wie bevolen heeft dat alles vergaat, en in stof, teleurstelling en wanhoop eindigt, kan alleen maar worden gevreesd. Hij houdt je futiele leventje aan een zijden draadje in zijn hand, gereed om dat achteloos of zonder spijt, misschien vandaag nog, af te breken. En zo hij al wacht, het eind staat evengoed vast. Wie zo’n god liefheeft, weet niet wat liefde is, want hij heeft ontkend dat het leven werkelijk is.  De dood is het symbool van het leven geworden. Zijn wereld is nu een slagveld waar tegenspraak regeert en tegendelen eindeloos oorlog voeren. Waar de dood heerst, is vrede onmogelijk.

 

3. De dood is het symbool van de angst voor God. Zijn Liefde wordt uitgewist in dit idee, dat haar buiten het bewustzijn houdt als een schild dat omhoog wordt gehouden ter verduistering van de zon. De grimmigheid van het symbool volstaat om aan te tonen dat het niet samen met God kan bestaan. Het bevat een beeld van Gods Zoon waarin hij in verwoestingsarmen ‘ter ruste wordt gelegd’, waar de wormen wachten om hem te begroeten en het dankzij zijn ontbinding nog een tijdje hopen vol te houden. Toch is het even zeker dat ook de wormen tot de ondergang zijn gedoemd. En zo leven alle dingen terwille van de dood. Verslinden is de ‘levenswet’ van de natuur. God is waanzinnig en alleen angst is werkelijkheid.

 

4. Het merkwaardige geloof dat er een deel van de stervende dingen is dat voort kan gaan los van wat zal sterven, verkondigt niet een liefdevolle God, en herstelt evenmin enige grond voor vertrouwen. Als de dood voor wat dan ook werkelijk is, dan is er geen leven. De dood ontkent het leven. Maar als er werkelijkheid is in het leven, dan wordt de dood ontkend. Hierin is geen compromis mogelijk. Er is ofwel een god van angst of Een van Liefde. De wereld probeert duizend compromissen en zal er nog eens duizenden proberen. Niet een kan er voor Gods leraren aanvaardbaar zijn, want niet een zou er aanvaardbaar kunnen zijn voor God. Hij heeft de dood niet gemaakt, want Hij heeft de angst niet gemaakt. Beide zijn voor Hem even betekenisloos.

 

5. De ‘realiteit’ van de dood is stevig geworteld in de overtuiging dat Gods Zoon een lichaam is. En als God lichamen schiep, dan zou de dood inderdaad werkelijkheid zijn. Maar dan zou God niet liefdevol zijn. Er is geen punt waar het contrast tussen de waarneming van de werkelijke wereld en die van de wereld van illusies scherper aan den dag treedt. De dood is inderdaad de dood van God, als Hij Liefde is. En nu moet Zijn eigen schepping wel voor Hem sidderen en beven. Hij is geen Vader, maar een vernietiger. Hij is geen Schepper, maar een wreker. Vreselijk zijn Zijn Gedachten en angstaanjagend is Zijn beeld. Naar Zijn scheppingen kijken betekent sterven.

 

6. ‘En het laatste dat overwonnen moet worden, is de dood.’ Uiteraard! Zonder het idee van de dood is er geen wereld. Alle dromen zullen met deze eindigen. Dit is het einddoel van de verlossing, het eind van alle illusies. En in de dood worden alle illusies geboren. Wat kan uit de dood geboren worden en toch leven hebben? Maar wat is uit God geboren en kan toch sterven? De inconsistenties, de compromissen en de rituelen die de wereld cultiveert in haar vruchteloze pogingen zich vast te klampen aan de dood en toch te denken dat liefde werkelijk is, zijn onnadenkende, malle magie, zonder effect en zonder betekenis. God is, en in Hem moet al het geschapene eeuwig zijn. Zie je niet in dat Hij anders een tegendeel heeft, en dat angst dan even werkelijk zou zijn als liefde?

 

7. Leraar van God, je enige opdracht zou als volgt geformuleerd kunnen worden: aanvaard geen compromis waarin de dood een rol speelt. Geloof niet in wreedheid, en laat aanval niet de waarheid voor jou verbergen. Wat lijkt te sterven is slechts verkeerd waargenomen en naar de illusie gebracht. Nu wordt het jouw taak de illusie naar de waarheid te laten brengen. Wees alleen hierin standvastig: laat je niet misleiden door de ‘realiteit’ van enige veranderende vorm. De waarheid beweegt niet, wankelt niet, en verzinkt niet in dood en ontbinding. En wat is het einde van de dood? Niets anders dan dit: het besef dat Gods Zoon nu en voor eeuwig schuldeloos is. Niets anders dan dit. Maar laat niet toe dat je vergeet dat het niet minder is dan dit.